Pte
Herbert Walter Hare

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
15/07/1879
Geboorteplaats:
London, Greater London, Engeland, Verenigd Koninkrijk

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
130 Clyde Quay, Wellington, Nieuw-Zeeland
Beroep:
Ploegbaas
Geloof:
Church of England

Informatie legerdienst

Land:
Nieuw-Zeeland
Strijdmacht:
Australian Imperial Force
Rang:
Private
Service nummer:
45863
Dienstneming datum:
05/01/1917
Dienstneming plaats:
Wellington, Wellington, Nieuw-Zeeland
Eenheden:
 —  Canterbury Regiment, 2nd Bn.  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
12/10/1917
Plaats van overlijden:
Wolf Copse, Passendale, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
38

Begraafplaats

Tyne Cot Cemetery
Plot: XVII
Rij: G
Graf: 9

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Herbert Walter Hare werd geboren op 15 juli 1879 in London, Engeland, Verenigd Koninkrijk. Hij was de zoon van Thomas en Anna Hare. Voor zijn indiensttreding emigreerde hij naar New-Zeeland waar hij werkte hij kolenmeester voor de Union Steam Ship Company. Op 5 januari 1917 trad hij op 37-jarige leeftijd in dienst in Wellington, Wellington, Nieuw-Zeeland. Hij werd vervolgens ingedeeld in het 2nd Battalion Canterbury Regiment, 2nd Infantry Brigade, New Zealand Division.

Herbert sneuvelde op 12 oktober 1917 tijdens de Eerste Slag bij Passendale, die deel uitmaakte van de Slag bij Passendale. Op 11 oktober werden de officieren van de aanvallende Nieuw-Zeelandse bataljons voor de laatste keer ingelicht over wat hen op 12 oktober te doen stond. Die dag was het doel voor de Nieuw-Zeelanders het innemen van drie doelstellingslinies nabij de Bellevue Spur en Mosselmarkt. De eerste doelstellingslinie liep van de Ravebeek bij Waterfields tot bij Bellevue en werd overgelaten aan het 2nd Battalion Otago Regiment. De tweede doelstellingslinie liep van Graf langs Meetcheele tot 365 meter ten zuidwesten van Mosselmarkt en werd overgelaten aan het 1st Battalion Otago Regiment. De derde en finale doelstellingslinie liep van ten noorden van Passendale tot bij Vindictive Crossroads en werd overgelaten aan het 1st Battalion Canterbury Regiment. Op de dag van de aanval zouden de manschappen van het 2nd Battalion Canterbury Regiment als reserve blijven en enkel oprukken ter ondersteuning wanneer nodig.

Om 20u30 op 11 oktober bevonden de manschappen van de aanvallende bataljons zich in hun startposities bij Marsh Bottom. Door de nacht heen bleef het op en af regenen en hield het stormachtige weer aan tot het moment van de aanval. Om 5u25 ging de aanval van start onder een zwakke geallieerde barrage. Al kort na het begin van de aanval werd het duidelijk dat het een bloedbad zou worden. De Duitsers openden met hevig machinegeweervuur op de oprukkende manschappen en het prikkeldraad was in grote delen nog intact. Ook verschillende bunkers bij Bellevue openden een moordend vuur. De 2nd en 12th Company van het 2nd Battalion Canterbury Regiment werden ondertussen naar voren bevolen om te assisteren in de aanval. Pogingen om langs de rechter- en linkerflank de Duitse stellingen te doorbreken draaiden enkel uit op verdere slachtoffers onder de Nieuw-Zeelandse rangen. Tegen 11u waren alle eenheden voor die dag betrokken in de aanval, maar kon geen verdere doorbraak worden geforceerd. Iedere beweging in het zicht van de vijand resulteerde in slachtoffers. Er werd besloten om niet verder op te rukken en de linie waarin de manschappen zich nu bevonden, tussen Marsh Bottom en Bellevue, te consolideren. Om 12u45 werden orders ontvangen om de aanval om 15u verder te zetten. Deze orders werden uiteindelijk, na een conferentie tussen de leidinggevende officieren, ingetrokken. Om 16u werd een reorganisatie van de frontlinie bevolen. Het 1st en 2nd Battalion Otago Regiment bleven in de frontlinie en het 2nd Battalion Canterbury Regiment werd teruggetrokken naar respectievelijk twee linies lopende van Calgary Grange en Korek tot aan de huidige ’s Graventafelstraat. De drie doelstellingslinies van die dag bleven stevig in Duitse handen. In de avond begon het weer te regenen en viel het front stil. Op 13 oktober werden de gewonden van het slagveld geruimd en werden twee compagnies naar een gat in de frontlinie gestuurd. De dag daarop werd het bataljon uit de frontlinie gehaald. Het bataljon verloor 109 gesneuvelden en 267 gewonden.

Herbert sneuvelde op 38-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd na de oorlog gevonden bij Wolf Copse en herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XVII, G, 9.

Bronnen 5

2 Canterbury Infantry Battalion - War Diary, 1 - 31 October 1917 (Archives NZ/WA78/box124/R23624788)
https://www.archives.govt.nz/
Gebruikte bronnen
Ferguson David, The History of the Canterbury Regiment, NZEF 1914-1919, (Uckfield: the Naval & Military Press Ltd, RidgewoodIndustrial Park, 1921), 183-204.
Gebruikte bronnen
Headquarters New Zealand and Australian Division - New Zealand Division - General Staff - War Diary, 1 October - 31 October 1917 (Archives NZ/WA20/box21/R23487439)
https://www.archives.govt.nz/
Gebruikte bronnen
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), p. 129-32.
Gebruikte bronnen
New Zealand Defence Force Personnel Records (Archives New Zealand, https://www.archives.govt.nz/(ANZ), box 360, R23031057).
https://www.archives.govt.nz/
Gebruikte bronnen