Pte
Frederick James Albert
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1893 |
Geboorteplaats: Canterbury, Kent, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Merewether, New South Wales, Australia, Australië |
Beroep: Loodgieter |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 2520 |
Dienstneming datum: 07/05/1916 |
Dienstneming plaats: Marrickville, Sydney, New South Wales, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, A.I.F., 36th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 12/10/1917 |
Plaats van overlijden: Seine, Zonnebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 24 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: XXXIV Rij: D Graf: 23 |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) | ||
#4 | Sterfteplaats |
Mijn verhaal
Frederick James Albert was de zoon van Richard en Jane Albert. Hij werd geboren omstreeks 1893 in Canterburry, Kent, Engeland en werkte als loodgieter. Kort voor de oorlog, op 21-jarige leeftijd verhuist hij naar Merewether, New South Wales, Australië. Frederick nam dienst in het Australian Imperial Force op 22 mei 1916. Hij behoorde tot het 36th Battalion Australian Infantry Regiment (9th Australian Brigade, 3rd Division). Albert was getrouwd met Lillie Belle Albert.
Op 11 oktober 1917 om 7 pm verliet het 36th Battalion het Cavalry Camp. Op weg naar de omgeving van Potsdam begonnen de Duitsers met het beschieten van de spoorlijnroute vanuit de richting Broockenbroodhoek. Hier vielen de eerste slachtoffers van het 36th Battalion. Ondertussen moesten er regelmatig gasmaskers worden gebruikt vanwege gasaanvallen. Dit zorgde voor af en toe breuken in de linie, maar ook omdat de weg ernstig werd afgesneden door granaten. Vanaf het treinstation van Zonnebeke werd het beschieten heviger. Bij Daring Crossing was er regelmatig een spervuur van de Duitsers. Alleen tijdens deze aanloop naar de veldslag vielen er 100 slachtoffers. Rond Daring Crossing en de Marne bleef het 36th Battalion daar. Bij de aanval van de eerste Slag bij Passendale was het spervuur erg zwaar en viel over Cemetery en Center van Augustus Wood. Er waren veel slachtoffers en een aantal directe treffers van granaten was opmerkelijk. Het 35th en 36th Battalions waren bezig met het opruimen van dug-outs, die onbeschadigd waren door het Australische spervuur. Dicht bij Hillside Farm vond de eerste en ernstigste overval plaats bij een dug-out, maar dit leverde veel slachtoffers op. Vanwege die slachtoffers moest de linie worden geconsolideerd en moest worden vastgehouden in afwachting van versterkingen. Na de verovering van de Red Line gaven enkele sluipschutters problemen vanaf Augustus Wood totdat een groep werd aangewezen om eroverheen te gaan en ze op te ruimen. In de middag van 12 oktober 1917 werden Duitsers in kracht gezien vanaf Passchendaele Road, oprukkend naar de Australische flank en vanaf het front Enlist Farm en Echo Copse. Maar omdat het onmogelijk was om stand te houden, werd er een nieuwe linie gevormd vanaf Augustus Wood tot aan de kruising van Passchendaele Road en Railway. Bij zonsopgang vond de reorganisatie van de 3 bataljons in linie plaats.
Deze aanval zorgde voor 300 gewonde militairen en ongeveer 114 gesneuvelden voor het 36th Battalion. Op deze dag, 12 oktober 1917, stierf ook Frederick door een granaatinslag aan de Seine, in Zonnebeke. Volgens ooggetuigen is zijn lichaam terechtgekomen in een shell hole in Niemandsland, waar hij op slag dood was. Andere ooggetuigen stellen dat de granaat insloeg in de dug-out waar Frederick en anderen van zijn bataljon konden rusten nadat ze terugkwamen van de linie. Vele anderen stierven, waaronder Frederick, of raakten gewond. Frederick overleed op 25-jarige leeftijd. Frederick James Albert ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (XXXIV, D, 23). Hij wordt ook herdacht in de Commemorative Area at the Australian War Memorial, panel 126.
Op 11 oktober 1917 om 7 pm verliet het 36th Battalion het Cavalry Camp. Op weg naar de omgeving van Potsdam begonnen de Duitsers met het beschieten van de spoorlijnroute vanuit de richting Broockenbroodhoek. Hier vielen de eerste slachtoffers van het 36th Battalion. Ondertussen moesten er regelmatig gasmaskers worden gebruikt vanwege gasaanvallen. Dit zorgde voor af en toe breuken in de linie, maar ook omdat de weg ernstig werd afgesneden door granaten. Vanaf het treinstation van Zonnebeke werd het beschieten heviger. Bij Daring Crossing was er regelmatig een spervuur van de Duitsers. Alleen tijdens deze aanloop naar de veldslag vielen er 100 slachtoffers. Rond Daring Crossing en de Marne bleef het 36th Battalion daar. Bij de aanval van de eerste Slag bij Passendale was het spervuur erg zwaar en viel over Cemetery en Center van Augustus Wood. Er waren veel slachtoffers en een aantal directe treffers van granaten was opmerkelijk. Het 35th en 36th Battalions waren bezig met het opruimen van dug-outs, die onbeschadigd waren door het Australische spervuur. Dicht bij Hillside Farm vond de eerste en ernstigste overval plaats bij een dug-out, maar dit leverde veel slachtoffers op. Vanwege die slachtoffers moest de linie worden geconsolideerd en moest worden vastgehouden in afwachting van versterkingen. Na de verovering van de Red Line gaven enkele sluipschutters problemen vanaf Augustus Wood totdat een groep werd aangewezen om eroverheen te gaan en ze op te ruimen. In de middag van 12 oktober 1917 werden Duitsers in kracht gezien vanaf Passchendaele Road, oprukkend naar de Australische flank en vanaf het front Enlist Farm en Echo Copse. Maar omdat het onmogelijk was om stand te houden, werd er een nieuwe linie gevormd vanaf Augustus Wood tot aan de kruising van Passchendaele Road en Railway. Bij zonsopgang vond de reorganisatie van de 3 bataljons in linie plaats.
Deze aanval zorgde voor 300 gewonde militairen en ongeveer 114 gesneuvelden voor het 36th Battalion. Op deze dag, 12 oktober 1917, stierf ook Frederick door een granaatinslag aan de Seine, in Zonnebeke. Volgens ooggetuigen is zijn lichaam terechtgekomen in een shell hole in Niemandsland, waar hij op slag dood was. Andere ooggetuigen stellen dat de granaat insloeg in de dug-out waar Frederick en anderen van zijn bataljon konden rusten nadat ze terugkwamen van de linie. Vele anderen stierven, waaronder Frederick, of raakten gewond. Frederick overleed op 25-jarige leeftijd. Frederick James Albert ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (XXXIV, D, 23). Hij wordt ook herdacht in de Commemorative Area at the Australian War Memorial, panel 126.
Bronnen 5
Australian Red Cross Wounded and Missing Enquiry Bureau (Australian War Memorial, Campbell (AWM), RCDIG1036726). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
AWM4 Subclass 23/53 - Infantry (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/53/12). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), 127. Gebruikte bronnen |
Roll of Honour Cards, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM145). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Unit embarkation nomination rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
CWGC https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461717 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=2b6c5b3d-cab9-4c7a-bfce-02ce38bdad47 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=1979 |