Pte
John Gott
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1889 |
Geboorteplaats: Willington, Durham, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Beroep: Winkelbediende |
Informatie legerdienst
Land: Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 34501 |
Dienstneming plaats: Bishop Auckland, Durham, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Duke of Cornwall's Light Infantry, 1st Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 04/10/1917 |
Plaats van overlijden: Juniper Wood, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 28 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 81A |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 2
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats |
Mijn verhaal
Soldaat John Gott werd in 1889 geboren in Willington, Durham, Engeland. Hij werkte als winkelbediende voordat hij in dienst ging. John trouwde in 1911 met Barbara Gott (meisjesnaam Brookes) en verwelkomde hun eerste en enige zoon Norman Richmond twee jaar later in 1913.
Hij zou uiteindelijk dienst nemen in Bishop Auckland, Durham en zich aansluiten bij de Royal Fusiliers en later bij het 6th Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry. Uiteindelijk maakte hij deel uit van het 1st Battalion Duke of Cornwall’s Light infantry (5th Division, 95th Brigade). In die hoedanigheid nam soldaat Gott deel aan de Slag bij Passendale in 1917.
In de nacht van 3 op 4 oktober 1917 trok het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry op naar hun startpositie (van Jut Farm tot Reutel, Black Watch Corner) met het hoofdkwartier in een bunker bij Cameron House. De aanvalsgolven rukten op maar verloren uiteindelijk het contact met hun rollende artilleriebarrage door Duits machinegeweer- en enfiladevuur. Sterke tegenstand werd geboden vanuit Cameron Covert en de loopgraven ten westen van Joist Farm. Met de hulp van een tank werden de bunkers bij Cameron Covert ingenomen, maar de tank kwam uiteindelijk vast te zitten in de modder. Na zware gevechten in het begin van de aanval werd het einddoel op Juniper Hill bereikt maar kon het niet worden geconsolideerd. Het bataljon werd gedwongen een stelling in te nemen van J.11.c.60.65 tot J.10.d.9.4. Velen gaven die dag hun leven, waaronder soldaat John Gott die nu herdacht wordt op het Tyne Cot Memorial, paneel 81A, omdat zijn stoffelijke resten na de oorlog nooit werden teruggevonden of geïdentificeerd.
In juni 1919 werd een brief gestuurd van een lid van D Company, 6th DCLI (H. Maryon) met de vraag of soldaat Gott ooit in dit bataljon zat. Na een aflossing in oktober 1917 bij Polygon Wood kropen enkele van de mannen 's nachts in niemandsland en brachten verscheidene pay books en foto's binnen, en vertelden dat ze het lichaam van John Gott hadden gezien. Hij beschreef John als een goedhartige kerel met wie hij menig toegestuurd pakket deelde.
Hij zou uiteindelijk dienst nemen in Bishop Auckland, Durham en zich aansluiten bij de Royal Fusiliers en later bij het 6th Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry. Uiteindelijk maakte hij deel uit van het 1st Battalion Duke of Cornwall’s Light infantry (5th Division, 95th Brigade). In die hoedanigheid nam soldaat Gott deel aan de Slag bij Passendale in 1917.
In de nacht van 3 op 4 oktober 1917 trok het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry op naar hun startpositie (van Jut Farm tot Reutel, Black Watch Corner) met het hoofdkwartier in een bunker bij Cameron House. De aanvalsgolven rukten op maar verloren uiteindelijk het contact met hun rollende artilleriebarrage door Duits machinegeweer- en enfiladevuur. Sterke tegenstand werd geboden vanuit Cameron Covert en de loopgraven ten westen van Joist Farm. Met de hulp van een tank werden de bunkers bij Cameron Covert ingenomen, maar de tank kwam uiteindelijk vast te zitten in de modder. Na zware gevechten in het begin van de aanval werd het einddoel op Juniper Hill bereikt maar kon het niet worden geconsolideerd. Het bataljon werd gedwongen een stelling in te nemen van J.11.c.60.65 tot J.10.d.9.4. Velen gaven die dag hun leven, waaronder soldaat John Gott die nu herdacht wordt op het Tyne Cot Memorial, paneel 81A, omdat zijn stoffelijke resten na de oorlog nooit werden teruggevonden of geïdentificeerd.
In juni 1919 werd een brief gestuurd van een lid van D Company, 6th DCLI (H. Maryon) met de vraag of soldaat Gott ooit in dit bataljon zat. Na een aflossing in oktober 1917 bij Polygon Wood kropen enkele van de mannen 's nachts in niemandsland en brachten verscheidene pay books en foto's binnen, en vertelden dat ze het lichaam van John Gott hadden gezien. Hij beschreef John als een goedhartige kerel met wie hij menig toegestuurd pakket deelde.
Bronnen 2
95 Infantry Brigade: 1 Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry, (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/1577/5). https://discovery.nationalarchives.gov.uk/details/r/C14303 Gebruikte bronnen |
Everard Wyrall, The history of the Duke of Cornwall’s Light Infantry 1914-1919 (London: Methuen & Co. LTD., 1932), 282-5. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/840329 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=acc5e3e2-f43d-451f-a4d0-8290beb2b1ab |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/1397858 |