Pte
William Ingram
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1897 |
Geboorteplaats: Southampton, Hampshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 56 Princes Street, Southampton, Hampshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Rentmeester |
Informatie legerdienst
Land: Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 235130 |
Dienstneming plaats: Winchester, Hampshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Gloucestershire Regiment, 1/4th Bn. (City of Bristol) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 09/10/1917 |
Plaats van overlijden: County Cross Roads, Poelkapelle, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 74 A |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
William Ingram was de één van de 9 kinderen van Henry Walter en Matilda Ingram. Hij werd omstreeks 1897 geboren in het Britse Southampton, Hampshire. In 1911 woonde de familie in 56 Princes Street in Southampton. William zou voor de oorlog als Rentmeester gewerkt hebben. Hij besloot om deel uit te maken van de British Expeditionary Force en nam dienst in Winchester. Hij behoorde tot het 1st/4th Battalion Gloucestershire Regiment (114th Brigade, 48th Division).
William sneuvelde op 9 oktober 1917 tijdens de Slag bij Poelkapelle, onderdeel van de Slag bij Passendale. Het 1st/4th Battalion Gloucestershire Regiment viel samen met het 6th Battalion Gloucestershire Regiment en het 7th Battalion Worcestershire Regiment. Het 8th Battalion Worcestershire Regiment was in reserve. De startlijnen bevonden zich respectievelijk zo’n 45 en 180 meter achter County Cross Roads. Het doel was om eerst voorbij Berks Houses en Inch Houses te raken en daarna verder te trekken tot een lijn ter hoogte van Banff House en Sourd Farm. Kort na de start van de aanval, om 5.20am, kwamen de troepen reeds onder vuur van machinegeweren en snipers te liggen. Het 1st/4th Battalion werd onder meer vanuit Oxford House en Berks House beschoten. Bovendien verloren ze al snel het spervuur en slaagden ze er niet meer in het nog in te halen. Uiteindelijk werden ze zo’n 140 meter ten oosten van County Cross Roads opgehouden.
Het mislukken van de aanval wordt in de war diary vooral gewijd aan het onefficiënte spervuur, dat er niet in slaagde de machinegeweren en snipers uit te schakelen, maar ook aan de uitputting van de troepen en de toestand van de grond. Op 9 oktober was het door de aanhoudende aanwezigheid van snipers onmogelijk om de doden te begraven en slachtoffers te evacueren. 32 mannen van het 1st/4th Battalion Gloucestershire Regiment raakten vermist. Onder hen was de 20-jarige William Ingram. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden of niet geïdentificeerd. Vandaag wordt hij herdacht op Tyne Cot Memorial (paneel 74 A).
William sneuvelde op 9 oktober 1917 tijdens de Slag bij Poelkapelle, onderdeel van de Slag bij Passendale. Het 1st/4th Battalion Gloucestershire Regiment viel samen met het 6th Battalion Gloucestershire Regiment en het 7th Battalion Worcestershire Regiment. Het 8th Battalion Worcestershire Regiment was in reserve. De startlijnen bevonden zich respectievelijk zo’n 45 en 180 meter achter County Cross Roads. Het doel was om eerst voorbij Berks Houses en Inch Houses te raken en daarna verder te trekken tot een lijn ter hoogte van Banff House en Sourd Farm. Kort na de start van de aanval, om 5.20am, kwamen de troepen reeds onder vuur van machinegeweren en snipers te liggen. Het 1st/4th Battalion werd onder meer vanuit Oxford House en Berks House beschoten. Bovendien verloren ze al snel het spervuur en slaagden ze er niet meer in het nog in te halen. Uiteindelijk werden ze zo’n 140 meter ten oosten van County Cross Roads opgehouden.
Het mislukken van de aanval wordt in de war diary vooral gewijd aan het onefficiënte spervuur, dat er niet in slaagde de machinegeweren en snipers uit te schakelen, maar ook aan de uitputting van de troepen en de toestand van de grond. Op 9 oktober was het door de aanhoudende aanwezigheid van snipers onmogelijk om de doden te begraven en slachtoffers te evacueren. 32 mannen van het 1st/4th Battalion Gloucestershire Regiment raakten vermist. Onder hen was de 20-jarige William Ingram. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden of niet geïdentificeerd. Vandaag wordt hij herdacht op Tyne Cot Memorial (paneel 74 A).
Bronnen 4
1/4 Battalion Gloucestershire Regiment (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/2758/1). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG14). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
McCarthy Chris, Passchendaele: The Day-By-Day Account (Londen, Arms & Armour, 2018), p124-125. Gebruikte bronnen |
Soldiers Effects Records (National Army Museum, Chelsea (NAM) 1901-60; NAM Accesion Number: 1991-02-333). https://www.nam.ac.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1633004 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=91da2129-e810-4f3b-ae6d-5b05f7e27d02 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/2049053 |