Pte
Rupert Harrie Baker

Informatie over geboorte

Geboortejaar:
1898
Geboorteplaats:
Bathurst, New South Wales, Australië

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
38, Todman Avenue, Kensington, New South Wales, Australië
Geloof:
Presbyterian

Informatie legerdienst

Land:
Australië
Strijdmacht:
Australian Imperial Force
Rang:
Private
Service nummer:
6048
Dienstneming datum:
14/08/1916
Dienstneming plaats:
Moore Park, Sydney, South Wales, Australië
Eenheden:
 —  Australian Infantry, 22nd Bn. (Victoria)  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
18/09/1917
Plaats van overlijden:
Westhoek Ridge, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
19

Begraafplaats

Tyne Cot Cemetery
Plot: XLIX
Rij: F
Graf: 7

Onderscheidingen en medailles 2

British War Medal
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Rupert Harrie Baker werd in 1898 geboren in Bathurst, New South Wales, Australië. Hij was de zoon van Harry Rupert en Hannah Baker. Voor zijn dienstname in het Australische leger oefende Rupert het beroep van kleingoedhandelaar uit. Op 14 augustus 1916 nam hij dienst en werd hij ingedeeld in C Company, 22nd Battalion, First Australian Imperial Force.

Op 16 september 1917 werd het 22nd Battalion vanuit Dominion Camp naar de frontlinie bij Westhoek Ridge gestuurd. Eenmaal aan het front losten zij het 1/17th (County of London) Battalion (Poplar and Stepney Rifles) en het 1/19th (County of London) Battalion (St Pancras) af. Hun opdracht was om 48 uur in de frontlinie te blijven en patrouilles te ondernemen. De patrouilles hadden als doel informatie te verzamelen over de exacte Duitse posities. Tijdens deze twee dagen werden de Australische linies zwaar gebombardeerd. In de nacht van 18 op 19 september werden zij afgelost door het 19th en 25th Battalion, First Australian Imperial Force.

De 48 uren in de frontlinie eisten een zware tol van de Australiërs: 21 gesneuvelden en 49 gewonden. Een van de slachtoffers was Rupert Harrie Baker. Hij werd geraakt door een granaat tijdens een van de bombardementen. Volgens ooggetuigen was hij een populaire jongen. Zijn restanten werden begraven in de nabijheid van de frontlinie. Een sergeant van de compagnie sprak enkele gebeden tijdens de begrafenis en een kruis werd geplaatst bij zijn toenmalige rustplaats. Zijn graf werd later door granaatvuur vernietigd. Hij was 19 toen hij sneuvelde. Na de oorlog werd hij alsnog gevonden en herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XLIX, rij F, graf 7.

Bronnen 3

22nd Australian Infantry Battalion, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/39/25).
https://www.awm.gov.au/collection/C1343350
Gebruikte bronnen
Australian Red Cross Wounded and Missing Enquiry Bureau (Australian War Memorial, Campbell (AWM), 1DLR/0428).
https://www.awm.gov.au/
Gebruikte bronnen
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920, (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, BAKER R H).
https://recordsearch.naa.gov.au/SearchNRetrieve/Interface/SearchScreens/NameSearch.aspx
Gebruikte bronnen

Meer informatie 4