Pte
Albert Baldwin
Informatie over geboorte
|
Geboortedatum: 05/02/1885 |
|
Geboorteplaats: Burton-in-Kendal, Westmorland, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
|
Laatst gekende woonplaats: Burton-in-Kendal, Westmorland, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
|
Beroep: Tuinman |
|
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
|
Land: Engeland, Verenigd Koninkrijk |
|
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
|
Rang: Private |
|
Service nummer: 34415 |
|
Dienstneming datum: 06/05/1916 |
|
Dienstneming plaats: Grantham. Lincolnshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
|
Eenheden: — Machine Gun Corps, 45th Coy. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
|
Datum van overlijden: 23/08/1917 |
|
Plaats van overlijden: Low Farm, België |
|
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
|
Leeftijd: 32 |
Begraafplaats
|
Tyne Cot Cemetery Plot: LI Rij: F Graf: 12 |
Onderscheidingen en medailles 2
|
British War Medal Medaille |
|
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
| #1 | Geboorteplaats | ||
| #2 | Laatst gekende woonplaats | ||
| #3 | Dienstneming plaats | ||
| #4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Albert Baldwin werd geboren op 5 februari 1885 in Burton-in-Kendal, Westmorland, Verenigd Koninkrijk. Hij was de zoon van John en Margaret Baldwin. Voor de Eerste Wereldoorlog werkte hij als hovenier. Op 6 mei 1916 nam hij dienst in het Britse leger en werd hij ingedeeld in de 45th Company, Machine Gun Corps (45th Brigade, 15th (Scottish) Division).
Op 23 augustus 1917 sneuvelde Albert Baldwin tijdens de Slag bij Passendale. Op 20 augustus trok de 45th Machine Gun Company richting de posities op de Frezenberg. Aldaar zouden ze op 22 augustus deelnemen aan een aanval op Iberian Farm en, wanneer mogelijk, ook Beck House. Deze aanval had als doelstelling het innemen van deze posities. Om 4u45 ging de aanval van start. Het doel was het innemen van Iberian Farm en, indien mogelijk, ook Beck House. Na deze inname zou een gecoördineerde aanval kunnen worden uitgevoerd op Borry Farm.
De aanval werd uitgevoerd door het 13th Battalion Royal Scots en het 11th Battalion Argyll & Sutherland Highlanders. De machinegeweerteams verlieten samen met de genoemde bataljons hun loopgraven. De aanval liep rond de middag vast bij Potsdam, Vampir en Borry Farms. Voor de machinegeweersecties van de 45th Company was voornamelijk Borry Farm een moeilijke noot om te kraken. De aanval zou uiteindelijk niet de beoogde doelen bereiken, en de bataljons bevonden zich terug in hun oude frontlinie. Om middernacht werd een nieuwe aanval uitgevoerd door de Cameron Highlanders, maar ook die mislukte.
Op 23 augustus werden de bataljons bevolen de frontlinie te consolideren en vast te houden. Reserve-machinegeweerteams werden naar voren gestuurd om andere gewonde en gesneuvelde machinegeweerteams te vervangen. Doorheen de dag kregen ze verder te maken met hevig Duits artillerievuur.
Albert Baldwin sneuvelde op 23 augustus op 32-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd na de oorlog bij Low Farm gevonden en vervolgens herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel LI, rij F, graf 12.
Op 23 augustus 1917 sneuvelde Albert Baldwin tijdens de Slag bij Passendale. Op 20 augustus trok de 45th Machine Gun Company richting de posities op de Frezenberg. Aldaar zouden ze op 22 augustus deelnemen aan een aanval op Iberian Farm en, wanneer mogelijk, ook Beck House. Deze aanval had als doelstelling het innemen van deze posities. Om 4u45 ging de aanval van start. Het doel was het innemen van Iberian Farm en, indien mogelijk, ook Beck House. Na deze inname zou een gecoördineerde aanval kunnen worden uitgevoerd op Borry Farm.
De aanval werd uitgevoerd door het 13th Battalion Royal Scots en het 11th Battalion Argyll & Sutherland Highlanders. De machinegeweerteams verlieten samen met de genoemde bataljons hun loopgraven. De aanval liep rond de middag vast bij Potsdam, Vampir en Borry Farms. Voor de machinegeweersecties van de 45th Company was voornamelijk Borry Farm een moeilijke noot om te kraken. De aanval zou uiteindelijk niet de beoogde doelen bereiken, en de bataljons bevonden zich terug in hun oude frontlinie. Om middernacht werd een nieuwe aanval uitgevoerd door de Cameron Highlanders, maar ook die mislukte.
Op 23 augustus werden de bataljons bevolen de frontlinie te consolideren en vast te houden. Reserve-machinegeweerteams werden naar voren gestuurd om andere gewonde en gesneuvelde machinegeweerteams te vervangen. Doorheen de dag kregen ze verder te maken met hevig Duits artillerievuur.
Albert Baldwin sneuvelde op 23 augustus op 32-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd na de oorlog bij Low Farm gevonden en vervolgens herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel LI, rij F, graf 12.
Bronnen 3
|
Brigade Machine Gun Company. (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/1947/3). https://discovery.nationalarchives.gov.uk/details/r/C14303 Gebruikte bronnen |
|
British Army WWI Service Records, 1914-1920, WO 363. http://Ancestry.com Gebruikte bronnen |
|
Census Returns of England and Wales, 1891 (The National Archives, Kew (TNA), RG12). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
|
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461804 |
|
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/153411 |
|
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=9d2bd8fa-74c4-4931-bc09-0b7e8b5b624d |