Pte
William Bentham
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 04/11/1889 |
Geboorteplaats: Salford, Lancashire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Beroep: Oestervisser |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 1905 |
Dienstneming datum: 04/11/1915 |
Dienstneming plaats: Brisbane, Queensland, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 41st Bn. ( The Byron Scottish ) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 05/10/1917 |
Plaats van overlijden: Marne, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 27 |
Begraafplaats
Dochy Farm New British Cemetery Plot: VIII Rij: C Graf: 6 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
William Bentham, een voormalig oestervisser, werd geboren op 4 november 1889 in Manchester, Engeland. Hij was de zoon van William en Mary Jennings, die beiden overleden waren toen William 21 jaar oud was. Voor de oorlog emigreerde hij naar Australië. Op 5 november 1915 nam hij dienst in Brisbane, Queensland, Australië. William diende als soldaat in "B" Compagnie, 41ste Bataljon Australische Infanterie, onderdeel van de 11de Australische Brigade, van de 3de Australische Divisie.
Op 4 oktober 1917 nam het 41ste Australische Infanterie Bataljon deel aan de Slag om Broodseinde, een sub-slag in de Slag om Passendale. De 3de Australische Divisie zou langs de Ieper-Roeselare spoorweg aanvallen met de 10de Brigade links en de 11de Brigade rechts. De 11de Australische Brigade plande een aanval op vier doelen in een haasje-over beweging. Ze wezen elk bataljon onder hun bevel aan een doel toe. Het 43ste Australische Infanteriebataljon moest het eerste doel veroveren, het 42ste bataljon het tweede doel en het 44ste bataljon het derde doel. Het 41ste Bataljon moest het laatste doel veroveren. Dit was een lijn die liep van een punt ongeveer 150 meter ten zuidoosten van Tyne Cot Cemetery tot een punt ongeveer 200 meter ten westen van Dairy Wood.
Om 5u.00 op 4 oktober 1917 bevond het 41ste Australische Infanterie Bataljon zich op de verzamelplaats tussen Dochy Farm en Hill 40. Dertig minuten later trof een Duits spervuur van de artillerie de verzamelplaats en veroorzaakte lichte verliezen. Om 6u.00 viel de 11de Australische Brigade aan. Het eerste doel werd snel veroverd, gevolgd door het tweede doel om 7u10. Het derde doel werd om 8u25 bereikt en vier minuten later passeerde het 41ste Bataljon de wachtlinie van het 42ste Bataljon en viel het laatste doel aan. Dit doel werd veroverd rond 9.30 uur. Op dat moment schatte het bataljon dat het ongeveer 240 slachtoffers had. Het 41ste Bataljon begon de linie te consolideren, met "D", "C" en "A" Compagnieën respectievelijk links, midden en rechts. De "E" en "B" compagnieën assisteerden de anderen bij het bouwen van verdedigingswerken en trokken zich vervolgens terug om hun eigen loopgraaf te bouwen achter de lijn die door de andere compagnieën werd aangehouden. Gedurende de dag en de volgende nacht deden de Duitsers vele tegenaanvallen, met grote tegenaanvallen om 15.00 uur en 18.30 uur. Op 5 oktober 1917 was het relatief rustig aan het front. De volgende dag werd het 41ste Bataljon Australische Infanterie om 3u00 afgelost door het 2/6de Manchester Regiment en keerde zonder verdere slachtoffers naar Ieper terug.
William Bentham, 27 jaar oud, werd op 5 oktober 1917 in de strijd gedood. Hij was één van de geschatte 270 slachtoffers van het 41ste Bataljon Australische Infanterie tussen 3 en 6 oktober. Private Bentham werd aanvankelijk begraven ten zuiden van Tyne Cot Cemetery in raster 28.D.17.c bij Marne. Dit komt overeen met het einddoel van het 41ste Bataljon. Zijn stoffelijk overschot werd op 31 oktober 1919 opgegraven en bijgezet op Dochy Farm New British Cemetery, perceel VIII, rij C, graf 6.
Op 4 oktober 1917 nam het 41ste Australische Infanterie Bataljon deel aan de Slag om Broodseinde, een sub-slag in de Slag om Passendale. De 3de Australische Divisie zou langs de Ieper-Roeselare spoorweg aanvallen met de 10de Brigade links en de 11de Brigade rechts. De 11de Australische Brigade plande een aanval op vier doelen in een haasje-over beweging. Ze wezen elk bataljon onder hun bevel aan een doel toe. Het 43ste Australische Infanteriebataljon moest het eerste doel veroveren, het 42ste bataljon het tweede doel en het 44ste bataljon het derde doel. Het 41ste Bataljon moest het laatste doel veroveren. Dit was een lijn die liep van een punt ongeveer 150 meter ten zuidoosten van Tyne Cot Cemetery tot een punt ongeveer 200 meter ten westen van Dairy Wood.
Om 5u.00 op 4 oktober 1917 bevond het 41ste Australische Infanterie Bataljon zich op de verzamelplaats tussen Dochy Farm en Hill 40. Dertig minuten later trof een Duits spervuur van de artillerie de verzamelplaats en veroorzaakte lichte verliezen. Om 6u.00 viel de 11de Australische Brigade aan. Het eerste doel werd snel veroverd, gevolgd door het tweede doel om 7u10. Het derde doel werd om 8u25 bereikt en vier minuten later passeerde het 41ste Bataljon de wachtlinie van het 42ste Bataljon en viel het laatste doel aan. Dit doel werd veroverd rond 9.30 uur. Op dat moment schatte het bataljon dat het ongeveer 240 slachtoffers had. Het 41ste Bataljon begon de linie te consolideren, met "D", "C" en "A" Compagnieën respectievelijk links, midden en rechts. De "E" en "B" compagnieën assisteerden de anderen bij het bouwen van verdedigingswerken en trokken zich vervolgens terug om hun eigen loopgraaf te bouwen achter de lijn die door de andere compagnieën werd aangehouden. Gedurende de dag en de volgende nacht deden de Duitsers vele tegenaanvallen, met grote tegenaanvallen om 15.00 uur en 18.30 uur. Op 5 oktober 1917 was het relatief rustig aan het front. De volgende dag werd het 41ste Bataljon Australische Infanterie om 3u00 afgelost door het 2/6de Manchester Regiment en keerde zonder verdere slachtoffers naar Ieper terug.
William Bentham, 27 jaar oud, werd op 5 oktober 1917 in de strijd gedood. Hij was één van de geschatte 270 slachtoffers van het 41ste Bataljon Australische Infanterie tussen 3 en 6 oktober. Private Bentham werd aanvankelijk begraven ten zuiden van Tyne Cot Cemetery in raster 28.D.17.c bij Marne. Dit komt overeen met het einddoel van het 41ste Bataljon. Zijn stoffelijk overschot werd op 31 oktober 1919 opgegraven en bijgezet op Dochy Farm New British Cemetery, perceel VIII, rij C, graf 6.
Bronnen 5
11th Infantry Brigade (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/11/11). https://www.awm.gov.au/collection/C1343673 Gebruikte bronnen |
41st Infantry Battalion (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/58/12). https://www.awm.gov.au/collection/C1343111 Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG14). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455). https://www.naa.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Unit embarkation nominal rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=472a10cb-a596-480e-bbfa-e4e4d6318dbd |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=20763 |
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/160829 |