L/Cpl
Arthur James Clark

Informatie over geboorte

Geboortejaar:
1887
Geboorteplaats:
Vectis East Horsham, Victoria, Australië

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Horsham, Victoria, Australië
Beroep:
Machinist
Geloof:
Church of England

Informatie legerdienst

Land:
Australië
Strijdmacht:
Australian Imperial Force
Rang:
Lance Corporal
Service nummer:
2111
Dienstneming datum:
17/06/1915
Dienstneming plaats:
Melbourne, Victoria, Australië
Eenheden:
 —  Australian Infantry, 6th Bn.  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
04/10/1917
Plaats van overlijden:
Zonnebeke Château Grounds, Zonnebeke, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
30

Begraafplaats

Oosttaverne Wood Cemetery
Plot: IV
Rij: C
Graf: 12

Onderscheidingen en medailles 2

British War Medal
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Arthur James Clark, een voormalig machinist, werd in maart 1887 geboren in Horsham, Victoria, Australië. Hij was de zoon van James Simpson Clark en Louisa Letitia Clark. Op 3 maart 1915 meldde hij zich aan in Horsham en scheepte op 17 juni 1915 vanuit Melbourne in aan boord van HMAT A62 Wandilla met het 8ste Bataljon, dat deel uitmaakt van de 2de Australische Brigade van de 1ste Australische Divisie. Later sloot hij zich aan bij het 6de Bataljon dat ook deel uitmaakt van de 2de Australische Brigade van de 1ste Australische Divisie.

Op 4 oktober 1917 nam de 1ste Australische Divisie deel aan de Slag om Broodseinde, een fase van de Derde Slag om Ieper. De Divisie moest rechts van het dorp Zonnebeke oprukken en moest de heuvelrug van Broodseinde en een deel van de weg Passendale-Beselare veroveren en veiligstellen. De aanval werd door twee brigades gedragen. De 1ste Australische Brigade en de 2de Australische Brigade. De 2de Australische Brigade viel eerst aan met het 8ste Bataljon. Zodra ze het eerste doel veroverd hadden, trokken het 6de en 7de Bataljon door naar het tweede doel.

Terwijl het bataljon wachtte op het teken om aan te vallen, legde de Duitse artillerie een zeer zwaar spervuur op de linie. Veel Australiërs kwamen in het open veld vast te zitten en de bataljons aan de linie leden zware verliezen. De Duitse beschietingen wezen niet op voorkennis van een Australische aanval, maar waren een voorbode van een Duitse aanval die toevallig samen met de Australische aanval zou beginnen. Toen de Duitse infanterie aanviel kwamen ze vast te zitten in het geallieerde spervuur dat aan de Australische aanval voorafging. Het spervuur verdreef alles wat er voorbij kwam, waardoor de Duitse verdedigers zeer zware verliezen leden. De Duitse soldaten konden zich bijna nergens verbergen. Degenen die de zware beschietingen overleefden, werden snel uiteengedreven, gedood of gevangen genomen door de oprukkende troepen. Zelfs de Duitsers in de betonnen bolwerken waren volkomen geschokt. De meesten gaven zich zonder slag of stoot over.

De grootste weerstand van de opmars van het 6de Bataljon kwam vanuit een grote krater, nabij Retaliation Farm, waarin een pillendoos was gelegen. Deze positie werd ondersteund door andere nabijgelegen posten. Bombardementsgroepen van het 6de Bataljon omsingelden snel de posities en slaagden er uiteindelijk in de verdedigers het zwijgen op te leggen of gevangen te nemen. Ondertussen was het 8ste Bataljon opgerukt door het moeras en de boomstronken van het Romulus en Remusbos, ten noorden van het gehucht Molenaarelsthoek. Ze kwamen rond 07.15 uur aan bij het eerste doel, de rode lijn. Rond 08.00 uur trokken het 7de en 6de Bataljon door het 8ste Bataljon en zetten de opmars voort. Ze veroverden snel de top van de heuvelrug. Terwijl ze ten westen van Celtic Wood passeerden, werd het 6de Bataljon nu beschoten vanuit verre mitrailleurposities op de Keiberg. Op een gegeven moment werd de opmars naar Celtic Wood gestopt door een Duits bolwerk. Het werd door een Lewis geschutsteam tot zwijgen gebracht en tegen de middag hadden de Australiërs hun stellingen op de heuvelrug geconsolideerd. Er werden geen tegenaanvallen gelanceerd en het bataljon hield de linie vast tot ze de volgende dag werden afgelost.

Arthur James, 30 jaar oud, werd op 4 oktober 1917 in de strijd gedood. Lance Corporal Clark werd aanvankelijk begraven waar hij viel, bij de vijver van Zonnebeke (28.D.28.c.40.40). Na de oorlog werden zijn resten opgegraven en herbegraven op de Oosttaverne Wood Cemetery, perceel 4, rij C, graf 12.

Bronnen 4

2nd Brigade Australian Infantry (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/2/30).
https://www.awm.gov.au/
Gebruikte bronnen
6th Battalion Australian Infantry (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/23/23).
https://www.awm.gov.au/
Gebruikte bronnen
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455).
https://www.naa.gov.au/
Gebruikte bronnen
Unit embarkation nominal rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8).
https://www.awm.gov.au/
Gebruikte bronnen

Meer informatie 4