Pte
Albert James Gerald Taylor
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 28/02/1897 |
Geboorteplaats: Hobart, Tasmania, Australië |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 77 Goulburn Street, Hobart, Tasmania, Australië |
Beroep: Drukker |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 4083 |
Dienstneming datum: 24/11/1915 |
Dienstneming plaats: Claremont, Tasmania, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 47th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 12/10/1917 |
Plaats van overlijden: Dash Crossing, Broodseinde, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: III Rij: A Graf: 11 |
Onderscheidingen en medailles 3
British War Medal Medaille |
Military Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Albert James Gerald Taylor werd geboren als zoon van Albert Taylor en Isabell Emily Taylor. Hij had al wat ervaring opgedaan bij de cadetten en hij ging op 31 augustus 1915 in militaire dienst. Op 24 november 1915 verliet hij het Australische vasteland en op 9 juni 1916 kwam hij in Frankrijk aan. Zijn eenheid was het 47th Bn. Australian Infantry, onderdeel van de 12th Australian Brigade, 4th Australian Division
Hij onderscheidde zich gedurende zijn diensttijd en verkreeg op 26 april 1917 de Military Medal, een hoge onderscheiding voor dapperheid in het veld. Zijn recommendatie luidde als volgt: 'For personal bravery and great intrepidity and enterprise as a scout and patrol leader during operations E of GUEUTECOURT Feb 9 & 20 1917. Albert led several very daring reconnaissances into enemy trench.' Opmerkelijk is dat ook generaal Birdwood een brief stuurde naar Albert's ouders. Birdwood was bijna de gele oorlog de bevelhebber van de Australische en Nieuw-Zeelandse troepen.
Wat hier volgt is een stuk uit een brief van generaal Birdwood, gepubliceerd in een krant, die aangeeft waarom Albert volgens Birdwood zeker recht had op de medaille: ‘He led several daring reconnaissance right into the enemy's trenches a considerable distance in front of our lines. On one occasion he formed one of [a] party making daylight reconnaissances in no-man's land under enemy wire all day, gaining information which proved of considerable value.’
De 4e Australische Divisie nam deel aan de Eerste Slag bij Passendale, onderdeel van de Derde Slag bij Ieper die al sinds 31 juli 1917 aan de gang was. Het doel van de 4e Australische divisie was op 12 oktober 1917 om via de heuvelrug van Broodseinde naar Keiberg Spur op te trekken, dit ter flankering van de 3e divisie die ten noorden van de spoorlijn oprukte richting Passendale. Het 47e bataljon kreeg de taak om de rode lijn te veroveren en te behouden. Deze liep ongeveer van de spoordijk tot Assyria. Vervolgens zou het 48th Battalion de aanval voortzetten.
De aanval had direct te maken met tegenslag. De soldaten waren vermoeid van het marcheren door de modder. Het hoofdkwartier van het bataljon, dat gelegen was in een bunker op de heuvelrug van Broodseinde, werd geraakt door Duitse arilleriegranaten. Bijna alle seiners en koeriers waren slachtoffer geworden, waardoor verdere communicatie tijdens de slag lastiger werd. Eén van de gesneuvelden was Albert James Gerald Taylor, hij werd in het hoofd geraakt.
De Duitsers trokken zich terug, maar toen het 48ste bataljon eenmaal oprukte kregen zij te maken met zwaar Duits vuur vanaf Vienna Cottage. Dit lag in de sector van de 3e divisie, maar door hevige tegenstand waren zij niet verder gekomen. De Duitse positie bij Vienna Cottage werd uitgeschakeld, maar ten slotte moesten 47th en 48th Battalion zich, bij gebrek aan ondersteuning, terugtrekken naar hun beginpositie. De beiden bataljons verloren in totaal bijna 1000 soldaten.
Albert James Gerald Taylor werd tijdelijk begraven bij het hoofdkwartier, tussen Dash Crossing en Defy Crossing, in de buurt van de spoordijk. Thans rust hij op Tyne Cot Cemetery. Hij werd 20 jaar oud.
Hij onderscheidde zich gedurende zijn diensttijd en verkreeg op 26 april 1917 de Military Medal, een hoge onderscheiding voor dapperheid in het veld. Zijn recommendatie luidde als volgt: 'For personal bravery and great intrepidity and enterprise as a scout and patrol leader during operations E of GUEUTECOURT Feb 9 & 20 1917. Albert led several very daring reconnaissances into enemy trench.' Opmerkelijk is dat ook generaal Birdwood een brief stuurde naar Albert's ouders. Birdwood was bijna de gele oorlog de bevelhebber van de Australische en Nieuw-Zeelandse troepen.
Wat hier volgt is een stuk uit een brief van generaal Birdwood, gepubliceerd in een krant, die aangeeft waarom Albert volgens Birdwood zeker recht had op de medaille: ‘He led several daring reconnaissance right into the enemy's trenches a considerable distance in front of our lines. On one occasion he formed one of [a] party making daylight reconnaissances in no-man's land under enemy wire all day, gaining information which proved of considerable value.’
De 4e Australische Divisie nam deel aan de Eerste Slag bij Passendale, onderdeel van de Derde Slag bij Ieper die al sinds 31 juli 1917 aan de gang was. Het doel van de 4e Australische divisie was op 12 oktober 1917 om via de heuvelrug van Broodseinde naar Keiberg Spur op te trekken, dit ter flankering van de 3e divisie die ten noorden van de spoorlijn oprukte richting Passendale. Het 47e bataljon kreeg de taak om de rode lijn te veroveren en te behouden. Deze liep ongeveer van de spoordijk tot Assyria. Vervolgens zou het 48th Battalion de aanval voortzetten.
De aanval had direct te maken met tegenslag. De soldaten waren vermoeid van het marcheren door de modder. Het hoofdkwartier van het bataljon, dat gelegen was in een bunker op de heuvelrug van Broodseinde, werd geraakt door Duitse arilleriegranaten. Bijna alle seiners en koeriers waren slachtoffer geworden, waardoor verdere communicatie tijdens de slag lastiger werd. Eén van de gesneuvelden was Albert James Gerald Taylor, hij werd in het hoofd geraakt.
De Duitsers trokken zich terug, maar toen het 48ste bataljon eenmaal oprukte kregen zij te maken met zwaar Duits vuur vanaf Vienna Cottage. Dit lag in de sector van de 3e divisie, maar door hevige tegenstand waren zij niet verder gekomen. De Duitse positie bij Vienna Cottage werd uitgeschakeld, maar ten slotte moesten 47th en 48th Battalion zich, bij gebrek aan ondersteuning, terugtrekken naar hun beginpositie. De beiden bataljons verloren in totaal bijna 1000 soldaten.
Albert James Gerald Taylor werd tijdelijk begraven bij het hoofdkwartier, tussen Dash Crossing en Defy Crossing, in de buurt van de spoordijk. Thans rust hij op Tyne Cot Cemetery. Hij werd 20 jaar oud.
Connectie's met andere militairen 1
William Oakford Jeffrey
Neef |
Bronnen 4
Australian Red Cross Wounded and Missing Enquiry Bureau (Australian War Memorial, Campbell (AWM), RCDIG1064166). https://www.awm.gov.au Gebruikte bronnen |
Deayton Craig , Battle Scarred: the 47th Battalion in the First World War (Newport Big Sky publishing Ltd, 2011).156-188. Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, Taylor, Albert James Gerald). https://recordsearch.naa.gov.au/ Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 2018), 129-132. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=b1cef4ae-6b92-4ad4-a95a-356ceb224efb |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7300743 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=295246 |
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/464841 |