Pte
John Harris
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 26/02/1897 |
Geboorteplaats: West Bromwich, Staffordshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 5293 Saint Catherines Street, Vancouver, British Columbia, Canada |
Beroep: Schilder |
Geloof: Not stated |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 645415 |
Dienstneming datum: 13/01/1916 |
Dienstneming plaats: Vancouver, British Columbia, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 24th Bn. (Victoria Rifles) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 06/11/1917 |
Plaats van overlijden: Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: 26L |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
John Harris, een voormalig schilder, werd geboren op 9 februari 1897 in West Bromwich, West Midlands, Engeland. Hij was de zoon van Joseph en Prudence Harris. Op 13 januari 1916 meldde hij zich aan in Vancouver, Brits Columbia, Canada. John diende als soldaat in het 24ste Canadese Infanterie Bataljon (Victoria Rifles), onderdeel van de 5de Canadese Infanterie Brigade, van de 2de Canadese Divisie.
Op 4 november 1917 om 15.00 uur verliet het 24ste Canadese Infanterie Bataljon Potyse, met uitzondering van "C" Company, om het 19de Canadese Infanterie Bataljon aan het front af te lossen. Deze aflossing was voltooid om 21.30 uur. De volgende dag werd het hoofdkwartier van het bataljon verplaatst naar Hillside Farm. Om 15.30 uur verliet "C" Company Potyse en ging naar de bataljonsreserve, waar ze om 20.00 uur aankwamen. Die nacht verzamelde het aanvallende bataljon (het 26ste Canadese Infanterie Bataljon) zich in het gebied van het 24ste Canadese Bataljon.
Het 26ste Bataljon viel aan om 6 uur 's morgens op 6 november 1917 en veroverde alle doelen. Het 24ste Bataljon werd naaste ondersteuning. Op die dag en op 7 november kwam het 24ste Bataljon onder zwaar artillerievuur te liggen, waarbij "C" Company bijna werd weggevaagd en er zware verliezen vielen onder "A" en "B" Company. "A", "B" en "C" compagnieën werden op 8 november afgelost. "D Company bleef ter plaatse als ondersteuning van het 25ste Canadese Infanterie Bataljon en werd de volgende dag afgelost.
John Harris, 20 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 6 november 1917. Zijn 'Circumstance of Death Record' vermeldt dat hij rond 15.00 uur sneuvelde toen een granaat vlak bij hem insloeg. Hij werd aanvankelijk begraven langs de Passendalestraat, ongeveer 300 meter van de kerk van Passendale (28.D.12.b.10.80). Vier andere Canadese soldaten van het 24ste Canadese Infanterie Bataljon werden op dit coördinaat begraven. Deze mannen waren korporaal Thomas Henry Cooke (34 jaar), soldaat Ivan Frederic McCaig (24 jaar), soldaat Daniel Collins (19 jaar) en soldaat Stevin Synski (16 jaar). Na de oorlog werden hun graven niet teruggevonden of geïdentificeerd. Ze worden allen herdacht op de Menenpoort in Ieper. Soldaat John Harris staat vermeld op paneel 26L.
Op 4 november 1917 om 15.00 uur verliet het 24ste Canadese Infanterie Bataljon Potyse, met uitzondering van "C" Company, om het 19de Canadese Infanterie Bataljon aan het front af te lossen. Deze aflossing was voltooid om 21.30 uur. De volgende dag werd het hoofdkwartier van het bataljon verplaatst naar Hillside Farm. Om 15.30 uur verliet "C" Company Potyse en ging naar de bataljonsreserve, waar ze om 20.00 uur aankwamen. Die nacht verzamelde het aanvallende bataljon (het 26ste Canadese Infanterie Bataljon) zich in het gebied van het 24ste Canadese Bataljon.
Het 26ste Bataljon viel aan om 6 uur 's morgens op 6 november 1917 en veroverde alle doelen. Het 24ste Bataljon werd naaste ondersteuning. Op die dag en op 7 november kwam het 24ste Bataljon onder zwaar artillerievuur te liggen, waarbij "C" Company bijna werd weggevaagd en er zware verliezen vielen onder "A" en "B" Company. "A", "B" en "C" compagnieën werden op 8 november afgelost. "D Company bleef ter plaatse als ondersteuning van het 25ste Canadese Infanterie Bataljon en werd de volgende dag afgelost.
John Harris, 20 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 6 november 1917. Zijn 'Circumstance of Death Record' vermeldt dat hij rond 15.00 uur sneuvelde toen een granaat vlak bij hem insloeg. Hij werd aanvankelijk begraven langs de Passendalestraat, ongeveer 300 meter van de kerk van Passendale (28.D.12.b.10.80). Vier andere Canadese soldaten van het 24ste Canadese Infanterie Bataljon werden op dit coördinaat begraven. Deze mannen waren korporaal Thomas Henry Cooke (34 jaar), soldaat Ivan Frederic McCaig (24 jaar), soldaat Daniel Collins (19 jaar) en soldaat Stevin Synski (16 jaar). Na de oorlog werden hun graven niet teruggevonden of geïdentificeerd. Ze worden allen herdacht op de Menenpoort in Ieper. Soldaat John Harris staat vermeld op paneel 26L.
Meer informatie 2
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1592841 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=bf522243-ec4e-4bc4-a30a-0d2d9c2e433f |