Pte
Stephen Lewis
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 08/01/1893 |
Geboorteplaats: Bristol, Gloucestershire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Beroep: Landbouwer |
Geloof: Methodist |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 624747 |
Dienstneming plaats: Stettler, Alberta, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 50th Bn. (Calgary) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 26/10/1917 |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 24 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: Panel 24 - 28 - 30. |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Stephen Lewis werd geboren in Bristol, Engeland, op 28 maart 1894, als zoon van William en Mary Ann Lewis. Stephen werkte als landbouwer. In februari 1916 nam Stephen dienst in Stettler, Alberta. Hij keerde terug naar Engeland op 26 februari 1916. Stephen maakte deel uit van het 50ste Canadese Infanterie Bataljon. In de zomer van 1917, op 5 juli, raakte Stephen gewond en werd verzorgd in No. 4 General Hospital in Camiers, Frankrijk. Hij werd een paar dagen later ontslagen.
In oktober 1917 gaan de Canadezen van Frankrijk naar Ieper in Vlaanderen, waar ze de aanval op de heuvelrug van Passendale op 26 oktober afwachtten. De omstandigheden in de nieuwe stellingen voor Passendale waren verschrikkelijk. De Canadezen zaten samengepakt aan de voet van de heuvelrug, waar ze de aanval afwachtten. De eenheden lagen bijna constant onder vuur. De 10de Canadese Brigade was gepositioneerd tussen de spoorweg Ieper-Roeslare en de Ravebeek. Het hoofdkwartier van het 50ste Bataljon was bij Boethoek Farm.
De aanval begon om 5u40 met het 46ste Bataljon (South Saskatchewan Regiment), terwijl het 50ste Bataljon ondersteuning bood. Heine House en Hillside Farm langs de spoorlijn Ieper-Roeselare werden veroverd. De Duitse artillerie schoot onmiddellijk terug. Om 9u40 werd "D" Coy vooruit gestuurd om de aanval van het 46ste te ondersteunen. In de middag intensiveerde de Duitse artillerie en het 46ste Bataljon begon wijken onder Duitse tegenaanvallen, waarbij sommige troepen zich terugtrokken door de linies van het 50ste. Het 50ste Bataljon hield stand en het 46ste kon zich uiteindelijk handhaven. Tijdens de nacht werd het 50ste Bataljon afgelost door het 47ste. Ze gingen naar Boethoek Farm, waar het hoofdkwartier van het bataljon was gevestigd. Na enige rust werden groepen uitgezonden om alle gewonden en gesneuvelden te zoeken. Opnieuw werden ze gehinderd door Duitse artillerie.
Stephen Lewis raakte gewond tijdens de aanval op Passendale en terwijl hij op weg was naar de verbandplaats bij Tyne Cottages, werd hij gedood door Duits granaatvuur. Hij werd aanvankelijk begraven op 28.D.17.a.5.2. bij de Duitse begraafplaats aan het gehucht Keerselaarhoek. Zijn stoffelijk overschot werd na de oorlog niet teruggevonden of geïdentificeerd. Stephen Lewis heeft tot op heden geen bekend graf en wordt herdacht op het Menenpoort.
In oktober 1917 gaan de Canadezen van Frankrijk naar Ieper in Vlaanderen, waar ze de aanval op de heuvelrug van Passendale op 26 oktober afwachtten. De omstandigheden in de nieuwe stellingen voor Passendale waren verschrikkelijk. De Canadezen zaten samengepakt aan de voet van de heuvelrug, waar ze de aanval afwachtten. De eenheden lagen bijna constant onder vuur. De 10de Canadese Brigade was gepositioneerd tussen de spoorweg Ieper-Roeslare en de Ravebeek. Het hoofdkwartier van het 50ste Bataljon was bij Boethoek Farm.
De aanval begon om 5u40 met het 46ste Bataljon (South Saskatchewan Regiment), terwijl het 50ste Bataljon ondersteuning bood. Heine House en Hillside Farm langs de spoorlijn Ieper-Roeselare werden veroverd. De Duitse artillerie schoot onmiddellijk terug. Om 9u40 werd "D" Coy vooruit gestuurd om de aanval van het 46ste te ondersteunen. In de middag intensiveerde de Duitse artillerie en het 46ste Bataljon begon wijken onder Duitse tegenaanvallen, waarbij sommige troepen zich terugtrokken door de linies van het 50ste. Het 50ste Bataljon hield stand en het 46ste kon zich uiteindelijk handhaven. Tijdens de nacht werd het 50ste Bataljon afgelost door het 47ste. Ze gingen naar Boethoek Farm, waar het hoofdkwartier van het bataljon was gevestigd. Na enige rust werden groepen uitgezonden om alle gewonden en gesneuvelden te zoeken. Opnieuw werden ze gehinderd door Duitse artillerie.
Stephen Lewis raakte gewond tijdens de aanval op Passendale en terwijl hij op weg was naar de verbandplaats bij Tyne Cottages, werd hij gedood door Duits granaatvuur. Hij werd aanvankelijk begraven op 28.D.17.a.5.2. bij de Duitse begraafplaats aan het gehucht Keerselaarhoek. Zijn stoffelijk overschot werd na de oorlog niet teruggevonden of geïdentificeerd. Stephen Lewis heeft tot op heden geen bekend graf en wordt herdacht op het Menenpoort.
Bronnen 3
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150; Volume: Box 5628 - 55). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries: 50th Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4941, Microfilm reel number: T-10747--T-10748, File number: 441). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 206). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1593844 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=69deacbf-8dc7-4ed5-b34a-50524821024f |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/6004017 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/1593844 |