Pte
William Francis Paisley
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 30/08/1896 |
Geboorteplaats: Sundridge, Parry Sound District, Ontario, Canada |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Star City, Saskatchewan, Canada |
Beroep: Landbouwer |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 888352 |
Dienstneming datum: 24/04/1916 |
Dienstneming plaats: Melfort, Saskatchewan, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 28th Bn. (North West) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 06/11/1917 |
Plaats van overlijden: Graf Wood, Passendale, Belgiƫ |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 21 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: 28 A |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
William en Albert werden in 1896 geboren op een kleine boerderij bij Sundridge, Ontario. In 1906 stierf hun vader. Margery, William en Albert's moeder hertrouwde met Joe Turnbull en het gezin verhuisde naar Nipawin, Saskatchewan. William en Albert namen beiden dienst in april 1916. William woonde toen in Star City en meldde zich aan in Melfort, terwijl Albert nog in Nipawin woonde en zich aanmeldde in Saskatoon. Na zijn opleiding werd William opgenomen in de Canadese Infanterie, 28ste Bataljon (Noord-West), Albert in het 44ste Bataljon (Manitoba).
In november 1917 werd het 28ste Bataljon, onderdeel van de 6de Brigade van de 2de Canadese Divisie, ingezet bij Passendale. Al sinds 1915 speelde het Britse oppercommando met de gedachte een doorbraak in Vlaanderen te forceren. Maar de Duitsers waren voorbereid. Een netwerk van bunkers domineerde het slagveld. Na weken ploeteren door de modder voegden Nieuw-Zeelanders, Australiƫrs en Zuid-Afrikanen zich bij de uitgeputte Britse divisies. Even werd een momentum gewonnen, maar toen stokte de aanval weer. Voor de legerleiding was het stoppen van het offensief, hoeveel levens het ook zou sparen, geen optie. Een overwinning, zelfs een symbolische, was van levensbelang. Veldmaarschalk Haigs oog viel op Passendale. Het zwaar beschoten dorp op de top van de West-Vlaamse heuvelrug was sinds 1914 in Duitse handen en had mythische proporties aangenomen. Om die prijs te winnen, wendde Haig zich tot de Canadezen.
Op 6 november 1917 nam de 2de Divisie deel aan een aanval die zou leiden tot de verovering van Passendale. De Divisie viel aan met de 6de Brigade, meer bepaald met het 27ste, 31ste en 28ste Bataljon. Het doel was het dorp Passendale en de oostelijke heuvelrug. Om 6 uur op 6 november rukten de drie bataljons op naar Passendale. Het 27ste en 31ste Bataljon kwamen onder vuur te liggen van Duitse bunkers toen ze de noordkant van het dorp bereikten. Ze slaagden erin door te stoten en het 27ste Bataljon trok als eerste Passendale binnen. Het 28ste Bataljon had het moeilijk. Ze opereerden op de linkse flank en de mannen moesten door diepe modder waden op weg naar Passendale. Ongeveer drie minuten nadat het Canadese spervuur eindigde, werd het 28ste Bataljon getroffen door een Duits spervuur. Niet lang daarna, op ongeveer 400 meter van hun doel, werden ze onder vuur genomen door mitrailleurs, wat resulteerde in een groot aantal slachtoffers. Uiteindelijk slaagde het 28ste Bataljon erin de anderen in te halen en hun doel te consolideren. Om 8.45 uur werden het dorp Passendale en de oostelijke heuvelrug ingenomen.
William sneuvelde op 6 november 1917. Hij en acht andere soldaten van het 28ste Bataljon werden begraven in Graf Wood, aan de westelijke rand van Passendale. Vandaag zijn hun graven onbekend en de negen worden herdacht op het Menenpoort. Albert overleefde de oorlog en keerde terug naar huis.
In november 1917 werd het 28ste Bataljon, onderdeel van de 6de Brigade van de 2de Canadese Divisie, ingezet bij Passendale. Al sinds 1915 speelde het Britse oppercommando met de gedachte een doorbraak in Vlaanderen te forceren. Maar de Duitsers waren voorbereid. Een netwerk van bunkers domineerde het slagveld. Na weken ploeteren door de modder voegden Nieuw-Zeelanders, Australiƫrs en Zuid-Afrikanen zich bij de uitgeputte Britse divisies. Even werd een momentum gewonnen, maar toen stokte de aanval weer. Voor de legerleiding was het stoppen van het offensief, hoeveel levens het ook zou sparen, geen optie. Een overwinning, zelfs een symbolische, was van levensbelang. Veldmaarschalk Haigs oog viel op Passendale. Het zwaar beschoten dorp op de top van de West-Vlaamse heuvelrug was sinds 1914 in Duitse handen en had mythische proporties aangenomen. Om die prijs te winnen, wendde Haig zich tot de Canadezen.
Op 6 november 1917 nam de 2de Divisie deel aan een aanval die zou leiden tot de verovering van Passendale. De Divisie viel aan met de 6de Brigade, meer bepaald met het 27ste, 31ste en 28ste Bataljon. Het doel was het dorp Passendale en de oostelijke heuvelrug. Om 6 uur op 6 november rukten de drie bataljons op naar Passendale. Het 27ste en 31ste Bataljon kwamen onder vuur te liggen van Duitse bunkers toen ze de noordkant van het dorp bereikten. Ze slaagden erin door te stoten en het 27ste Bataljon trok als eerste Passendale binnen. Het 28ste Bataljon had het moeilijk. Ze opereerden op de linkse flank en de mannen moesten door diepe modder waden op weg naar Passendale. Ongeveer drie minuten nadat het Canadese spervuur eindigde, werd het 28ste Bataljon getroffen door een Duits spervuur. Niet lang daarna, op ongeveer 400 meter van hun doel, werden ze onder vuur genomen door mitrailleurs, wat resulteerde in een groot aantal slachtoffers. Uiteindelijk slaagde het 28ste Bataljon erin de anderen in te halen en hun doel te consolideren. Om 8.45 uur werden het dorp Passendale en de oostelijke heuvelrug ingenomen.
William sneuvelde op 6 november 1917. Hij en acht andere soldaten van het 28ste Bataljon werden begraven in Graf Wood, aan de westelijke rand van Passendale. Vandaag zijn hun graven onbekend en de negen worden herdacht op het Menenpoort. Albert overleefde de oorlog en keerde terug naar huis.
Bronnen 6
Chuck Low, Nipawin Museum, persoonlijke communicatie, 16 januari 2023. Gebruikte bronnen |
Dewitt G.E., The Story of the Twenty-Eight (Northwest) Battalion, 1914-1917 (London, Charles & Son, s.d.), 22-24. Gebruikte bronnen |
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC) RG 150, Accession 1992-93/166, Box 7541 - 27). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries: 28th Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4935, Microfilm reel number: T-10739--T-10740, File number: 425). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 227). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registry: Commonwealth War Graves (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC): RG150, 1992-1993/314, Box 39-244; Box: 108). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1595094 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=d533973b-dd9f-4b19-95a2-392d33c92f47 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/1595094 |