Pte
Herbert Arthur Raincock

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
27/12/1892
Geboorteplaats:
Gladstone, Manitoba, Canada

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Penticton, British Columbia, Canada
Beroep:
Monteur van platen
Geloof:
Not stated

Informatie legerdienst

Land:
Canada
Strijdmacht:
Canadian Expeditionary Force
Rang:
Private
Service nummer:
430164
Dienstneming datum:
03/03/1915
Dienstneming plaats:
Victoria, British Columbia, Canada
Eenheden:
 —  Canadian Infantry, 29th Bn. (Vancouver)  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
06/06/1916
Plaats van overlijden:
The Culvert, Hooge, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
23

Gedenkplaats

Onderscheidingen en medailles 2

British War Medal
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Herbert Arthur Raincock werd geboren in Gladstone, Manitoba. Zijn vader George R. Raincock, een Engelse immigrant, gaf op 21-jarige leeftijd zijn baan bij de London Stock Exchange op om te gaan boeren in de buurt van Gladstone, Manitoba. Al snel verruilde hij het boerenbestaan om een winkel in de stad over te nemen. In deze periode werd George een goede kennis van Louis Riel, een van de oprichters van de provincie Manitoba en leider van het Métis-volk, die twee opstanden leidde waarbij hij opkwam voor de rechten en cultuur van de Métis. In december 1892 werd Herbert geboren in Gladstone. In 1905 verhuisde het gezin naar Penticton, British Columbia. Op 22-jarige leeftijd nam Herbert, die toen als plaatmonteur werkte, dienst in Victoria. In juli 1915 vertrok hij naar Engeland, waar hij werd ingedeeld bij het 29ste Bataljon (Vancouver), onderdeel van de 6de Brigade van de nieuw gevormde 2de Canadese Divisie.

Eind mei 1916 bezette het Canadese leger de hoogten ten oosten van Zillebeke. Hun frontlinie liep van het gehucht Hooge over Hill 62 (Sanctuary Wood) en Mount Sorrel naar de voet van Hill 60. De stellingen tussen Mount Sorrel en Hill 62 waren de enige bij Ieper waar de Geallieerden hoger zaten dan de Duitsers. Het is precies hier dat de laatsten een grootschalige aanval planden. De Duitse aanval in de ochtend van 2 juni 1916 markeerde het begin van de Slag om Mount Sorrel. Na zware beschietingen lieten de Duitsers 's middags vier mijnen springen onder Mount Sorrel. Dit was het signaal voor het XIII. (Königlich Württembergisches) Armee-Korps. In vier golven overspoelden ze de linies van Mount Sorrel tot over Tor Top. Een haastig opgezette tegenaanval slaagde er niet in de heuvelrug te heroveren. De Canadezen herwonnen een steunpunt op Observatory Ridge, een uitloper van de heuvelrug, en de posities op Hooge bleven gevrijwaard.

Tegen de middag van 6 juni leken alle Duitse kanonnen zich op Hooge te concentreren. Na drie uur bombarderen gingen er vier mijnen af onder de stellingen langs de Meenseweg. Het 28ste Bataljon (Northwest) in de eerste linie bij Hooge had geen schijn van kans. Hun stellingen werden onder de voet gelopen. De helft van het 28ste Bataljon werd buiten gevecht gesteld. Het 29ste Bataljon zat in reserve bij Zillebeke en besefte nauwelijks wat er bij Hooge voor hen gebeurde. Verschillende pelotons werden vooruit gestuurd om het 28ste Bataljon te ondersteunen ondanks het zware artillerievuur. Uiteindelijk kwam het bevel om het gehavende 28ste Bataljon af te lossen bij de duiker aan de Meenseweg voor Hooge. De stellingen daar lagen onder zwaar artillerievuur. Tijdens de beschietingen bij Hooge op 6 juni 1916, drong een hogesnelheidsgranaat de schuilplaats van Herbert binnen en doodde hem onmiddellijk. Zijn lichaam werd niet gevonden en er werd een klein kruis opgericht op de plek waar hij stierf. Tot op de dag van vandaag is er geen graf van hem bekend en Herbert wordt herdacht op de Menenpoort.

Na 6 juni 1916 keerden de kansen. De Britse opperbevelhebber Douglas Haig liet extra artillerie vrij om de strategische hoogten te heroveren. De komst van de artillerie draaide de rollen om. Tussen 9 en 12 juni vuurden de Geallieerden meer dan 75.000 granaten af op de Württembergers, die op hun beurt vreselijke verliezen leden. Toen de Canadezen op 13 juni de pokdalige heuvelrug bestormden, gaven de murw geslagen Würtembergers zich massaal over. Een uur na het begin van de aanval waren de heuvels weer in Canadees bezit. De situatie daarna bleef min of meer dezelfde als voor 2 juni 1916, met de uitzondering dat meer dan 1100 Canadezen gedood waren, 2000 werden vermist en nog eens duizenden waren gewond of getraumatiseerd. Aan de kant van Württemberg werden 1.300 mannen gedood, 3.982 gewond en 560 vermist.

Bestanden 2

Bronnen 5

"G.R. Raincock, Valley Pioneer, Passes at 87" (Penticton Museum & Archives, 3 February 1949).
Gebruikte bronnen
"Obituary Raincock, Margaretta Edith " (Penticton Museum & Archives, 1967).
Gebruikte bronnen
Dennis Oomen, Museum Manager /Curator Penticton Museum & Archives, persoonlijke communicatie, 1 mei 2023.
Gebruikte bronnen
War diaries - 29th Canadian Infantry Battalion. (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4936, Microfilm reel number: T-10740--T-10741, File number: 427).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen
War Graves Registry: Commonwealth War Graves (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC): RG150, 1992-1993/314, Box 39-244; Box: 113).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen