Pte
Frederick Ernest Carter

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
29/01/1871
Geboorteplaats:
Little Bentley, Essex, Engeland, Verenigd Koninkrijk

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Kamloops, British Columbia, Canada
Beroep:
Prospecteur
Geloof:
Church of England

Informatie legerdienst

Land:
Canada
Strijdmacht:
Canadian Expeditionary Force
Rang:
Private
Service nummer:
442044
Dienstneming datum:
14/07/1915
Dienstneming plaats:
Camp Vernon, British Columbia, Canada
Eenheden:
 —  Canadian Infantry, 7th Bn. (1st British Columbia)  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
14/04/1916
Plaats van overlijden:
Transport Farm, Zillebeke, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
45

Gedenkplaats

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Frederick haalde het lokale nieuws in 1906. Als lid van de Rocky Mountain Rangers militie, hielp hij bij de vangst van de Bill Miner bende. Op 12 mei 1906 overviel Bill Miner, een beruchte Amerikaanse treinrover, samen met "Shorty" Dunn en Lewis Colquhoun een passagierstrein van de Canadian Pacific Railway net ten oosten van Kamloops. Frederick kreeg 500 dollar voor zijn hulp bij de arrestatie van de bende. In 1915 nam Frederick dienst in het leger. Hij werd aangenomen door het 7de Bataljon (1e British Columbia).

Bij Sint-Elooi, ten zuiden van Ieper, lag The Mound, een afvalhoop van een steenbakkerij. Het heuveltje was in Duitse handen en een doorn in het oog van de Britse legerleiding. Op 27 maart 1916 reduceerden zes dieptemijnen The Mound tot enkele kraters.

Na een week van bloedige gevechten waren de kraters in Britse handen. Begin april losten Canadese troepen de Britten af. Hun posities waren amper uitgebouwd. Loopgraven waren ondiep en stonden vol water. Overal lagen lijken en gewonden. Het was te gevaarlijk om ze te evacueren. Het diepe slijk verhinderde iedere verplaatsing. Wie in een krater viel, verdween in het stinkende slijm. Sluipschutters en artilleriespotters straften iedere beweging af.

Op 6 april lanceerden de Duitsers een tegenaanval. Een uren durend bombardement veegden de Canadezen weg uit de kraters. Het gewonnen terrein werd terug verloren. In de dagen na de Slag routeerde het 7de bataljon in en uit de frontlinie, waar ze voortdurend door de Duitse artillerie beschoten werden.

Frederick werd op 14 april 1916 gedood. De 45-jarige zou begraven liggen op Transport Farm, bij Zillebeke. Na de oorlog werden Frederick graf niet geïdentificeerd en hij wordt herdacht op de Menenpoort.

Bronnen 7

"The Chase, Capture and the Commital” (Kamloops, The Kamloops Standard, 19/05/1906).
Gebruikte bronnen
Census Returns of England and Wales, 1881 (The National Archives, Kew (TNA), RG11).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Jaimie Fedorak, Archivist Kamloops Museum & Archives, persoonlijke communicatie, 11 januari 2023.
Gebruikte bronnen
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC) RG 150, Accession 1992-93/166, Box 4930 - 35).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen
War diaries: 7th Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4917, Microfilm reel number: T-10709, File number: 365).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 162).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen
War Graves Registry: Commonwealth War Graves (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC): RG150, 1992-1993/314, Box 39-244; Box: 54).
https://library-archives.canada.ca/
Gebruikte bronnen