L/Cpl
Albert Lister
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 30/08/1889 |
Geboorteplaats: Bentham, Yorkshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Beroep: Smid |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Lance Corporal |
Service nummer: 446367 |
Dienstneming datum: 29/04/1915 |
Dienstneming plaats: Calgary, Alberta, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 7th Bn. (1st British Columbia) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 03/06/1916 |
Plaats van overlijden: Fosse Wood, Zillebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 26 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: Panel 18 - 28 - 30. |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Albert werd in 1889 geboren als oudste van drie zonen van John en Elizabeth Lister. Bij de volkstelling van 1911 staat Albert geregistreerd als 21 jaar, wonend in Station Road, Low Bentham met zijn vader en moeder. Als volwassene werkte Albert als smid nadat hij in de leer was geweest bij John Howson in High Bentham. In zijn vrije tijd speelde Albert voetbal voor de Bentham Wanderers en de Cricket Club in Low Bentham.
Rond die periode vertrokken heel wat jonge mannen uit Bentham naar Canada. In februari 1912 had John Leeming Bentham net verlaten, evenals Maurice Bolton en zijn broers Herbert en Lawrence. Albert verliet Bentham in maart 1912 voor een nieuw leven in Canada.
Bij het uitbreken van de oorlog meldde Albert zich op 29 april 1915 aan in Calgary, Alberta. Hij werd uiteindelijk ingedeeld bij het 7de bataljon Canadese infanterie (1ste British Columbia). Na zijn eerste training was Albert medio juli in Engeland gestationeerd in Shorncliff Camp in Folkstone voor verdere training. In die tijd kreeg hij begin september verlof om zijn ouders en vrienden in Low Bentham te bezoeken. Op deze reis werd hij vergezeld door James Carter, ook uit Low Bentham, die ook naar Canada was geëmigreerd.
Albert en de Canadezen vertrokken eind 1915 naar Frankrijk. Eind mei 1916 bezet het Canadees Korps de hoogtes bij Zillebeke. Hun frontlinie loopt vanaf het gehucht Hooge over Hill 62 en Mount Sorrel tot aan de voet van Hill 60. De posities tussen Mount Sorrel en Hill 62 zijn de enige bij Ieper waar de geallieerden hoger gelegen gronden bezitten dan de Duitsers. Juist hier plannen laatstgenoemde een grootschalige aanval.
De Duitse aanval in de ochtend van 2 juni 1916 is het begin van de Slag bij Mount Sorrel. Na zware beschietingen laten de Duitsers ‘s middags bij Mount Sorrel vier mijnen springen. Vervolgens overspoelen Württembergse troepen de hoogtes.
In allerijl worden Canadese versterkingen, waaronder het 7de bataljon, naar het front gestuurd. Na een hele nacht marcheren wordt een haastig ineen geflanste tegenaanval uitgevoerd. Aan de startposities heerst verwarring. Aarzelend zetten de Canadese bataljons één voor één de aanval in, niet wetend of de mannen naast hen wel kunnen volgen. Het is intussen volop daglicht. Het vuur is moordend. Slechts kleine groepjes weten de Duitse linies te bereiken.
Het 7de bataljon leidde de aanval op rechts en rukte op door Fosse Wood en Armagh Wood naar Observatory Ridge. De aanval slaagde er niet in de heuvelrug Mount Sorrel-Tor Top te heroveren. De Canadezen kregen echter wel voet aan de grond op Observatory Ridge. Eenmaal in hun nieuwe posities werden de Canadezen zwaar beschoten. Van beschutting was er amper sprake. Het Duitse bombardement de vorige dag had de stellingen aan stukken geschoten. De volgende dag regende het Duitse artilleriegranaten en de mannen brachten de dag van 3 juni in de open lucht door, op zoek naar beschutting. Het 7de bataljon leed zware verliezen.
Albert werd op 3 juni 1916 in Fosse Wood gedood door een Duitse granaat. De 26-jarige werd begraven in Fosse Wood, maar zijn graf kon na de oorlog niet teruggevonden worden. Albert wordt herdacht op de Menenpoort. Een herdenkingsdienst voor Albert werd gehouden in St John's Low Bentham, waarbij Rev. Percy Coates voorging. Albert wordt herdacht op een plaquette in het stadhuis aan Station Road, en staat ook op de erelijst in St Margaret's Church en op de plaquette in de Methodist Church.
Albert was de achtste man uit Bentham die stierf tijdens de oorlog, 26 jaar oud.
Rond die periode vertrokken heel wat jonge mannen uit Bentham naar Canada. In februari 1912 had John Leeming Bentham net verlaten, evenals Maurice Bolton en zijn broers Herbert en Lawrence. Albert verliet Bentham in maart 1912 voor een nieuw leven in Canada.
Bij het uitbreken van de oorlog meldde Albert zich op 29 april 1915 aan in Calgary, Alberta. Hij werd uiteindelijk ingedeeld bij het 7de bataljon Canadese infanterie (1ste British Columbia). Na zijn eerste training was Albert medio juli in Engeland gestationeerd in Shorncliff Camp in Folkstone voor verdere training. In die tijd kreeg hij begin september verlof om zijn ouders en vrienden in Low Bentham te bezoeken. Op deze reis werd hij vergezeld door James Carter, ook uit Low Bentham, die ook naar Canada was geëmigreerd.
Albert en de Canadezen vertrokken eind 1915 naar Frankrijk. Eind mei 1916 bezet het Canadees Korps de hoogtes bij Zillebeke. Hun frontlinie loopt vanaf het gehucht Hooge over Hill 62 en Mount Sorrel tot aan de voet van Hill 60. De posities tussen Mount Sorrel en Hill 62 zijn de enige bij Ieper waar de geallieerden hoger gelegen gronden bezitten dan de Duitsers. Juist hier plannen laatstgenoemde een grootschalige aanval.
De Duitse aanval in de ochtend van 2 juni 1916 is het begin van de Slag bij Mount Sorrel. Na zware beschietingen laten de Duitsers ‘s middags bij Mount Sorrel vier mijnen springen. Vervolgens overspoelen Württembergse troepen de hoogtes.
In allerijl worden Canadese versterkingen, waaronder het 7de bataljon, naar het front gestuurd. Na een hele nacht marcheren wordt een haastig ineen geflanste tegenaanval uitgevoerd. Aan de startposities heerst verwarring. Aarzelend zetten de Canadese bataljons één voor één de aanval in, niet wetend of de mannen naast hen wel kunnen volgen. Het is intussen volop daglicht. Het vuur is moordend. Slechts kleine groepjes weten de Duitse linies te bereiken.
Het 7de bataljon leidde de aanval op rechts en rukte op door Fosse Wood en Armagh Wood naar Observatory Ridge. De aanval slaagde er niet in de heuvelrug Mount Sorrel-Tor Top te heroveren. De Canadezen kregen echter wel voet aan de grond op Observatory Ridge. Eenmaal in hun nieuwe posities werden de Canadezen zwaar beschoten. Van beschutting was er amper sprake. Het Duitse bombardement de vorige dag had de stellingen aan stukken geschoten. De volgende dag regende het Duitse artilleriegranaten en de mannen brachten de dag van 3 juni in de open lucht door, op zoek naar beschutting. Het 7de bataljon leed zware verliezen.
Albert werd op 3 juni 1916 in Fosse Wood gedood door een Duitse granaat. De 26-jarige werd begraven in Fosse Wood, maar zijn graf kon na de oorlog niet teruggevonden worden. Albert wordt herdacht op de Menenpoort. Een herdenkingsdienst voor Albert werd gehouden in St John's Low Bentham, waarbij Rev. Percy Coates voorging. Albert wordt herdacht op een plaquette in het stadhuis aan Station Road, en staat ook op de erelijst in St Margaret's Church en op de plaquette in de Methodist Church.
Albert was de achtste man uit Bentham die stierf tijdens de oorlog, 26 jaar oud.
Bronnen 4
Hartley Allan & Hartley Marilyn, Bentham’s Part in the Great War 1914-18 (High Bentham: s.n., 2019). Gebruikte bronnen |
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC) RG 150, Accession 1992-93/166, Box 5670 - 16). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 206). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registry: Commonwealth War Graves (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC): RG150, 1992-1993/314, Box 39-244; Box: 90). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1593866 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=6c03cfd2-ccbf-446f-bbcc-e5486dd58994 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/1593866 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/6010613 |