Pte
James Edward McGill
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1899 |
Geboorteplaats: Sydney, New South Wales, Australië |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Ashfield, New South Wales, Australië |
Beroep: Klerk - Bediende |
Geloof: Congregationalist |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 2934 |
Dienstneming datum: 04/09/1916 |
Dienstneming plaats: Sydney, New South Wales, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 58th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 25/09/1917 |
Plaats van overlijden: Lijssenthoek, Remy Siding, No. 3 Canadian Casualty Clearing Station, België |
Doodsoorzaak: Died of wounds (D.O.W.) |
Leeftijd: 18 |
Begraafplaats
Lijssenthoek Military Cemetery Plot: XXIII Rij: C Graf: 18 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 5
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van verwonding | ||
#5 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
James Edward McGill was de zoon van Arthur en Margaret McGill. Hij werd geboren omstreeks 1899 in Sydney, New South Wales. James woonde in Ashfield en werkte als klerk. Op 4 september 1916 nam hij op 18-jarige leeftijd dienst in het Australische leger. James behoorde tot het 58th Battalion (7th Brigade, 2nd Division). Zijn oudere broers, Alfred Eager en Herbert John namen beiden in mei 1916 reeds dienst en behoorden tot het 18th Battalion (15th Brigade, 5th Division).
James raakte op 25 september 1917 gewond, één dag voor de Slag bij het Polygoonbos, onderdeel van de Slag bij Passendale. De 15th Brigade, waar het 58th Battalion deel van uitmaakte, bevond zich op dat moment tussen de Nonnebossen, Glencorse Wood en het Polygoonbos. Om 5u15 verhevigde plots het Duitse artillerievuur op de rechterflank van de 15th Brigade en in het gebied van de Britse 33rd Division, die tot aan de Meenseweg lagen. In het zog van het spervuur volgde de Duitse infanterie. In het gebied van de 15th Brigade kon de Duitse bestorming afgewend worden, maar het 33rd Division leed wel terreinverlies. Het Middlesex Regiment (98th Brigade), dat zich tussen Black Watch Corner en Carlisle Farm bevond werd zo’n 450m teruggedreven. Dat had als gevolg dat de rechterflank van de 15th Brigade kwetsbaar werd. Het 58th Battalion werd uitgestuurd om de 33rd Division te versterken. Later kreeg het 58th Battalion ook ondersteuning van het 60th Battalion om de posities op die flank veilig te stellen. In de namiddag werden de Duitse troepen teruggedreven richting Cameron House (langs de huidige Oude Kortrijkstraat). De rest van de dag bleven de Duitse sluipschutters actief en ook het artillerievuur werd met tussenpozen verdergezet. Het 58th Battalion leed zeer zware verliezen en werd teruggetrokken. Het 60th Battalion bleef ter plekke en werd na de aflossing van het 58th Battalion door het 57th Battalion ondersteund.
Wanneer en hoe James tijdens die aanval gewond raakte, is onduidelijk. Op 20 september werd hij door het 6th Australian Field Ambulance geëvacueerd met snijwonden aan zijn hoofd, gezicht, rechteroor en linkervoet. Hij werd overgebracht naar het Canadian Casualty Clearing Station No. 3, langs de huidige Frans-Vlaanderenweg gelegen. Ook zijn broer Alfred bevond zich op dat moment in het nabijgelegen Casualty Clearing Station No. 10 met een schotwond aan zijn borst die hij op 20 september opgelopen had. James’ hospitalisatieperiode was kort. Hij overleed diezelfde dag, 25 september, aan zijn verwondingen. Zijn broer Alfred stierf de volgende dag, op 26 september, ook aan zijn verwondingen. Beide broers werden begraven op de nabijgelegen begraafplaats, Lijssenthoek Military Cemetery. Alfred’s graf is de 16de steen in plot XXIII, rij A. James ligt in graf 18 van hetzelfde plot, rij C. Hun andere broer Herbert John overleefde de oorlog en verliet de slagvelden in december 1918.
James raakte op 25 september 1917 gewond, één dag voor de Slag bij het Polygoonbos, onderdeel van de Slag bij Passendale. De 15th Brigade, waar het 58th Battalion deel van uitmaakte, bevond zich op dat moment tussen de Nonnebossen, Glencorse Wood en het Polygoonbos. Om 5u15 verhevigde plots het Duitse artillerievuur op de rechterflank van de 15th Brigade en in het gebied van de Britse 33rd Division, die tot aan de Meenseweg lagen. In het zog van het spervuur volgde de Duitse infanterie. In het gebied van de 15th Brigade kon de Duitse bestorming afgewend worden, maar het 33rd Division leed wel terreinverlies. Het Middlesex Regiment (98th Brigade), dat zich tussen Black Watch Corner en Carlisle Farm bevond werd zo’n 450m teruggedreven. Dat had als gevolg dat de rechterflank van de 15th Brigade kwetsbaar werd. Het 58th Battalion werd uitgestuurd om de 33rd Division te versterken. Later kreeg het 58th Battalion ook ondersteuning van het 60th Battalion om de posities op die flank veilig te stellen. In de namiddag werden de Duitse troepen teruggedreven richting Cameron House (langs de huidige Oude Kortrijkstraat). De rest van de dag bleven de Duitse sluipschutters actief en ook het artillerievuur werd met tussenpozen verdergezet. Het 58th Battalion leed zeer zware verliezen en werd teruggetrokken. Het 60th Battalion bleef ter plekke en werd na de aflossing van het 58th Battalion door het 57th Battalion ondersteund.
Wanneer en hoe James tijdens die aanval gewond raakte, is onduidelijk. Op 20 september werd hij door het 6th Australian Field Ambulance geëvacueerd met snijwonden aan zijn hoofd, gezicht, rechteroor en linkervoet. Hij werd overgebracht naar het Canadian Casualty Clearing Station No. 3, langs de huidige Frans-Vlaanderenweg gelegen. Ook zijn broer Alfred bevond zich op dat moment in het nabijgelegen Casualty Clearing Station No. 10 met een schotwond aan zijn borst die hij op 20 september opgelopen had. James’ hospitalisatieperiode was kort. Hij overleed diezelfde dag, 25 september, aan zijn verwondingen. Zijn broer Alfred stierf de volgende dag, op 26 september, ook aan zijn verwondingen. Beide broers werden begraven op de nabijgelegen begraafplaats, Lijssenthoek Military Cemetery. Alfred’s graf is de 16de steen in plot XXIII, rij A. James ligt in graf 18 van hetzelfde plot, rij C. Hun andere broer Herbert John overleefde de oorlog en verliet de slagvelden in december 1918.
Connectie's met andere militairen 1
Alfred Eager McGill
Brother |
Bronnen 7
15th Brigade Australian Infantry, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/15/19). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
58th Australian Infantry Battalion, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/75/20). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Capt. Ellis, A.D. The Story of the Fifth Australian Division (Londen: Hodder and Stoughton Ltd), 240-241. Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, MCGILL J E). https://recordsearch.naa.gov.au/SearchNRetrieve/Interface/ViewImage.aspx?B=1944138 Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), 90. Gebruikte bronnen |
Roll Of Honour (Austarlian War Memorial, Campbell (AWM), RCDIG1068880). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Unit embarkation nominal rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/431466 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=d28081b0-be4f-449a-890d-75360283bb3a |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7308259 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=197824 |