Pte
John Oliphant
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1895 |
Geboorteplaats: Aberdalgie, Perthshire, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Cumbernauld House, Cumbernauld, Dunbartonshire, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Onder-jachtopzichter |
Informatie legerdienst
Land: Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: S/40662 |
Dienstneming plaats: Dumbarton, Dunbartonshire, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Princess Louise’s (Argyll & Sutherland Highlanders), 1/8th Bn. (The Argyllshire) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 20/09/1917 |
Plaats van overlijden: Pheasant Farm - Jungburg, Langemark, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 22 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 143 A |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
John werd geboren in Aberdalgie, een klein dorpje in de buurt van Perth, Schotland, als zoon van John en Grace Oliphant. Hij woonde en werkte als onder-jachtopzichter op het landgoed, Cumbernauld House in Dunbartonshire, dat eigendom was van brigadegeneraal Allan Burns.
John nam in november 1914 dienst bij de Argyll and Sutherland Highlanders. In april 1917, tijdens de Slag om Arras, ten oosten van Roclincourt, kreeg John een kogel in zijn rechterbeen. Na Arras vertrok John's bataljon, het 1/8ste Argyll and Sutherland naar Ieper, waar ze zouden deelnemen aan het opkomende offensief in Vlaanderen. Op 20 september werd het bataljon toegevoegd aan de 154ste Brigade, die langs de Lekkerboterbeek moest oprukken, ten zuidoosten van Langemark. Nadat ze Pheasant Trench hadden ingenomen, trokken eenheden van de 145ste Brigade richting het tweede doel. Na meer dan 4,5 uur in de aanval werd "A" Company van de 1/8ste, John’s Company, opgeroepen om de 4de Gordon Highlanders te versterken, op de linkerflank bij Pheasant Farm. Om 13.30 uur werd "B" Company opgeroepen om de 7de Argyll and Sutherland te versterken bij Bülow Farm op de rechterflank. Om 18.00 uur bestookte een zwaar bombardement de lijn van de brigade. Het spervuur werd gevolgd door een Duitse tegenaanval. "C" en "D" Companies, de twee overgebleven compagnieën van het 1/8ste, werden ook naar voor gestuurd om de 4de Gordon Highlanders te versterken. Tijdens hun opmars moesten de compagnieën door het Duitse spervuur oprukken. Samen met de restanten van "A" compagnie, die sinds de ochtend in de vuurlinie lagen, namen ze posities in rond Pheasant Farm. Ze hielden deze posities tot de volgende dag.
John Oliphant sneuvelde in de strijd op 20 september 1917. John heeft geen gekend graf en wordt herdacht op het Tyne Cot Memorial.
John nam in november 1914 dienst bij de Argyll and Sutherland Highlanders. In april 1917, tijdens de Slag om Arras, ten oosten van Roclincourt, kreeg John een kogel in zijn rechterbeen. Na Arras vertrok John's bataljon, het 1/8ste Argyll and Sutherland naar Ieper, waar ze zouden deelnemen aan het opkomende offensief in Vlaanderen. Op 20 september werd het bataljon toegevoegd aan de 154ste Brigade, die langs de Lekkerboterbeek moest oprukken, ten zuidoosten van Langemark. Nadat ze Pheasant Trench hadden ingenomen, trokken eenheden van de 145ste Brigade richting het tweede doel. Na meer dan 4,5 uur in de aanval werd "A" Company van de 1/8ste, John’s Company, opgeroepen om de 4de Gordon Highlanders te versterken, op de linkerflank bij Pheasant Farm. Om 13.30 uur werd "B" Company opgeroepen om de 7de Argyll and Sutherland te versterken bij Bülow Farm op de rechterflank. Om 18.00 uur bestookte een zwaar bombardement de lijn van de brigade. Het spervuur werd gevolgd door een Duitse tegenaanval. "C" en "D" Companies, de twee overgebleven compagnieën van het 1/8ste, werden ook naar voor gestuurd om de 4de Gordon Highlanders te versterken. Tijdens hun opmars moesten de compagnieën door het Duitse spervuur oprukken. Samen met de restanten van "A" compagnie, die sinds de ochtend in de vuurlinie lagen, namen ze posities in rond Pheasant Farm. Ze hielden deze posities tot de volgende dag.
John Oliphant sneuvelde in de strijd op 20 september 1917. John heeft geen gekend graf en wordt herdacht op het Tyne Cot Memorial.
Bronnen 3
1901 Scotland Census (National Records of Scotland, Edinburgh (NRS), Reels 1-446). https://www.nrscotland.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
8 Battalion Argyll and Sutherland Highlanders (The National Archives, Kew (TNA), WO 95/2865/2). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: the Day-by-Day Account (Londen: Unicorn Publishing Group, 2018), 84-87. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/832639 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=073a12ee-ee33-4a0c-a551-0e0af5767bc5 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/3327140 |