Maj.
Friedrich Wilhelm Albert Lincke

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
12/02/1874
Geboorteplaats:
Hannover, Hannover, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Hannover, Hannover, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk

Informatie legerdienst

Land:
Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk
Strijdmacht:
Deutsches Heer
Rang:
Major
Eenheden:
 —  II. Bataillon, Reserve-Infanterie Regiment Nr. 212  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
11/03/1954
Plaats van overlijden:
Detmold, Lippe, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk
Doodsoorzaak:
Overlijden na de oorlog (niet gerelateerd)
Leeftijd:
80

Begraafplaats of gedenkplaats

Er is geen begraafplaats of gedenkplaats bekend van deze militair.

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Krijgsgevangene
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Friedrich Wilhelm Albert Lincke, zoon van Friedrich en Constance Lincke, werd op 12 februari 1874 in Hannover geboren. Als commandant van II. Bataillon, Reserve-Infanterie Regiment No. 212, nam hij op 4 oktober 1917 deel aan Operatie Höhensturm. Deze tegenaanval bij Zonnebeke moest de geallieerden uit de ruïnes van het dorp verdrijven en de Flandern I-Stellung op de heuvelrug van Broodseinde ten oosten van Zonnebeke wat ademruimte geven. Op de heuvelrug van Broodseinde, boven Zonnebeke, lag de Flandern I-Stellung in het volle zicht van de geallieerden. Dit maakte de bevoorrading van troepen en materieel uiterst moeilijk. De Duitse legerleiding zag zich gedwongen drastische maatregelen te nemen: een op 4 oktober geplande grote tegenaanval bij Zonnebeke werd Unternehmung Höhensturm ('Höhensturm' betekent 'onweer op grote hoogte') gedoopt.

De geallieerden lanceerden een aanval op hetzelfde moment. Ze waren ervan overtuigd dat de verovering van de heuvelrug bij Broodseinde beslissend zou zijn voor hun Vlaamse offensief. De inname was aanvankelijk gepland voor 6 oktober. Maar met de herfst in aantocht en een grotere kans op slecht weer, werd de aanval twee dagen vervroegd, eveneens op 4 oktober. In de aanloop naar de aanval begaven de mannen van RIR 212 onder dekking van mist en nevel naar hun vertrekposities. Op 4 oktober 1917 zette de Duitse artillerie zoals gepland om 5.35 uur een krachtig spervuur in. Op sommige plaatsen schoot de artillerie tekort en trof de eigen linies. Het Duitse spervuur bleef onbeantwoord en verkenners meldden grote Britse troepenbewegingen. Majoor Lincke werd ongerust en vreesde terecht dat de voortzetting van het Britse offensief naderde. Hij stelde dat het beter was een defensieve positie in te nemen en de aanval van RIR 212 af te breken. Het regiment moest zich ten oosten van Zonnebeke achter de heuvelrug terugtrekken, waar het de geallieerde aanval kon afwachten. Zodra de Britten aanvielen, kon het regiment met volle kracht de tegenaanval inzetten. Met wat geluk kon daarbij wat terrein gewonnen worden. Maar majoor Lincke kon de aanval niet meer afslaan. Hij had onvoldoende telefoonverbindingen en kon niet meer overleggen met de andere commandanten. Enkele ogenblikken voor de aanval was het onmogelijk nog koeriers te sturen. Even overwoog hij zijn troepen terug te trekken uit het aanvalscentrum naar de Flandern I-Stellung. Maar hij moest dit idee laten varen, omdat de eenheden op zijn beide vleugels dan zeker een gemakkelijke prooi zouden zijn voor de tegenstander. Zich volledig bewust van wat er stond te gebeuren, had hij geen andere keuze dan zich bij de andere twee bataljons aan te sluiten in de aanval. RIR 212, lag langs de Foreststraat, tussen Zonnebeke en Molenaarelsthoek. I./RIR212 op de rechterflank, trok rond de kasteelvijver, in het midden gaat II./RIR212 langs Retaliation Farm, ten zuiden van II./RIR212 zou een deel van III./RIR212, oprukken naar Molenaarelsthoek. Terwijl RIR 212 door de linies van de 4. Garde-Division stroomde, werd de vrees van majoor Lincke bewaarheid, en geallieerd trommelvuur trof RIR 212 in het veld. Wilhelm raakte ernstig gewond aan zijn linker onderarm door een granaatinslag. Luitenant Bansee en Linckes ordonnans, Simon Weege, verbonden de arm en konden het bloeden stelpen. Ondertussen naderden de Australiërs met rasse schreden. De jonge Weege en majoor Lincke werden gevangen genomen bij de commandopost van II./RIR212, aand de Beselarestraat, even ten oosten van Romulus Wood. Leutnant Bansee werd neergeschoten toen hij de linies van RIR 212 probeerde te bereiken. Ordonnans Weege werd als brancarddrager ingezet en gescheiden van majoor Lincke, die naar Ieper en daarna naar Poperinge gebracht werd, waar hij verpleegd werd. Hij zou de rest van de oorlog in gevangenschap doorbrengen in Engeland. Majoor Lincke was behoorlijk onder de indruk van de geallieerde oorlogsmachine en begon te twijfelen of Duitsland deze oorlog lang kon volhouden tegen dit overwicht aan manschappen en materiaal:

"Wat ik achter het Engelse front zag, deed bij mij voor het eerst ernstige twijfels rijzen of wij in staat zouden zijn de oorlog tot een goed einde te brengen tegen deze enorme hoeveelheden mannen, materiaal en organisatie."

De Duitse tegenaanval was op een ramp uitgelopen. Duizenden Duitsers werden gedood, krijgsgevangen gemaakt of gewond afgevoerd. Toch betekende 4 oktober niet de gedroomde doorbraak voor de Geallieerden; de Duitse verdediging in Vlaanderen was niet ingestort, sterker nog, de Duitse weerstand werd heviger zodra de Geallieerden de heuvelkam bereikten, het Duitse spervuur en de versterkte stellingen hadden hun tol geëist. De Australische divisies leden een verwoestende 6.500 slachtoffers.

Bestanden 2

Bronnen 2

Bergeder F. Das Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 202 auf den Schlachtfeldern des Weltkrieges 1914-1918 (Oldenburg-Berlin, Gerhard Stalling, 1927).
Gebruikte bronnen
Prisoners of the First World War, the ICRC archives (International Committee of the Red Cross archives, Geneva (ICRC), ACICR, C G1).
https://grandeguerre.icrc.org
Gebruikte bronnen