Pte
William Henry Corrigan
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1897 |
Geboorteplaats: Shankill, Belfast, County Antrim, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 63, Canmorestreet, Woodvale, Belfast, Antrim, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Bobijner |
Geloof: Methodist |
Informatie legerdienst
Land: Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 26306 |
Dienstneming plaats: Belfast, Antrim, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Royal Inniskilling Fusiliers, 7th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 16/08/1917 |
Plaats van overlijden: Frezenberg, Zonnebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 70 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 2
#1 | Dienstneming plaats | ||
#2 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
William Henry Corrigan werd in 1897 geboren in Shankill, Belfast, Antrim in Northern Ireland. Hij groeide op in het gezin van zijn moeder Mary Ann en zijn stiefvader John Shane en hun kinderen.. Volgens de volkstelling van 1911 en voordat hij werd opgenomen in de lijst, werkte William als halftimer, wat betekent dat hij zijn tijd verdeelde tussen werken in de textielindustrie en het volgen van onderwijs
In het leger werd William ingedeeld bij de 49ste Brigade van de Royal Inniskilling Fusiliers, onderdeel van de 16de (Irisch) Divisie.
Na deelname aan de slag van Mesen bleef het Inniskilling Regiment in Vlaanderen om onder andere op 16 augustus 1917 deel te nemen aan de Slag van Langemark, een onderdeel van de Slag om Passchendaele. De 16de Divisie was op 30 juli aangekomen in Vlamertinge om van daar richting front door de modder en de gietende regen te trekken.
De 16de Divisie mocht de aanval inzetten vanaf Frezenberg Ridge waarbij de 49ste Brigade op links en de 48ste Brigade op rechts startte, juist ten noorden van de spoorlijn Ieper-Roeselare.
Bij de 49ste Brigade stonden het 7de en het 8ste Battalion in de frontlinie, maar wel onder hun sterkte. Het objectief was de Groene Lijn, dit was het gebied bij de weg van Langemark – Gheluveld.
Om 04:45 a.m. Zero Hour snelden de Battalions vooruit en de aanval ging zo vlug dat ze dat ze weg waren toen de Duitse barrage op hun oude stellingen neerkwam. Na een uur hadden ze al de Groene Lijn behaald en Beck house veroverd. Het 7de ging verder om Delva Farm in te nemen en het 8ste richtte zich tot Borry Farm maar kwam zwaar onder vuur te liggen. Het 7de kon Delva Farm veroveren maar kwam zwaar onder vuur vanachter de rug daar ze enkele Duitse “pillboxes” niet hadden “opgeruimd”.
Om 08:30 a.m. begonnen de Duitse troepen een tegenaanval waardoor de beide Battalions, nu langs de zijden blootgesteld, werden teruggedrongen tot aan hun oude frontlijn.
De verliezen van de Inniskillings in de Slag Van Langemark op 16 augustus 1917 waren zo erg, waardoor ze onmogelijk nog op sterkte konden werden gezet. Daarom werden de 2 Battalions tijdens de reis naar Miramout (Somme Area) op 23 augustus 1917 samengevoegd tot het 7/8 Battalion Royal Inniskilling Fusiliers.
De 19-jarige soldaat William Corrigan was één van de 368 slachtoffers van de Royal Inniskilling Fusiliers op 16 augustus 1917. Hij raakte vermist tijdens de gevechten, mogelijk terwijl zijn bataljon zich terugtrok van Delva Farm en de doden en zwaargewonden achterliet. Hoewel het 7/8 Battalion maar gevormd werd op 23 augustus staat hij steeds in de documenten vermeld onder deze groep. Bij welk Battalion hij juist hoorde op 16 augustus is moeilijk te achterhalen.
Daar zijn lichaam niet werd teruggevonden wordt zijn naam herinnerd op Tyne Cot Memorial, panel 70.
In het leger werd William ingedeeld bij de 49ste Brigade van de Royal Inniskilling Fusiliers, onderdeel van de 16de (Irisch) Divisie.
Na deelname aan de slag van Mesen bleef het Inniskilling Regiment in Vlaanderen om onder andere op 16 augustus 1917 deel te nemen aan de Slag van Langemark, een onderdeel van de Slag om Passchendaele. De 16de Divisie was op 30 juli aangekomen in Vlamertinge om van daar richting front door de modder en de gietende regen te trekken.
De 16de Divisie mocht de aanval inzetten vanaf Frezenberg Ridge waarbij de 49ste Brigade op links en de 48ste Brigade op rechts startte, juist ten noorden van de spoorlijn Ieper-Roeselare.
Bij de 49ste Brigade stonden het 7de en het 8ste Battalion in de frontlinie, maar wel onder hun sterkte. Het objectief was de Groene Lijn, dit was het gebied bij de weg van Langemark – Gheluveld.
Om 04:45 a.m. Zero Hour snelden de Battalions vooruit en de aanval ging zo vlug dat ze dat ze weg waren toen de Duitse barrage op hun oude stellingen neerkwam. Na een uur hadden ze al de Groene Lijn behaald en Beck house veroverd. Het 7de ging verder om Delva Farm in te nemen en het 8ste richtte zich tot Borry Farm maar kwam zwaar onder vuur te liggen. Het 7de kon Delva Farm veroveren maar kwam zwaar onder vuur vanachter de rug daar ze enkele Duitse “pillboxes” niet hadden “opgeruimd”.
Om 08:30 a.m. begonnen de Duitse troepen een tegenaanval waardoor de beide Battalions, nu langs de zijden blootgesteld, werden teruggedrongen tot aan hun oude frontlijn.
De verliezen van de Inniskillings in de Slag Van Langemark op 16 augustus 1917 waren zo erg, waardoor ze onmogelijk nog op sterkte konden werden gezet. Daarom werden de 2 Battalions tijdens de reis naar Miramout (Somme Area) op 23 augustus 1917 samengevoegd tot het 7/8 Battalion Royal Inniskilling Fusiliers.
De 19-jarige soldaat William Corrigan was één van de 368 slachtoffers van de Royal Inniskilling Fusiliers op 16 augustus 1917. Hij raakte vermist tijdens de gevechten, mogelijk terwijl zijn bataljon zich terugtrok van Delva Farm en de doden en zwaargewonden achterliet. Hoewel het 7/8 Battalion maar gevormd werd op 23 augustus staat hij steeds in de documenten vermeld onder deze groep. Bij welk Battalion hij juist hoorde op 16 augustus is moeilijk te achterhalen.
Daar zijn lichaam niet werd teruggevonden wordt zijn naam herinnerd op Tyne Cot Memorial, panel 70.
Bronnen 7
British Army World War I Medal Rolls Index Cards, 1914-1920 (The National Archives, Kew (TNA), WO 372). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
British Army World War I Service Medal and Awards Rolls, 1914-1920 (The National Archives, Kew (TNA), WO 329). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1901 (The National Archives, Kew (TNA), RG13). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG14). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Fox Frank, The Royal Inniskilling Fusiliers in the World War , ( London, Constable&Company Ltd., 1928), 101-102. Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: the Day-by-Day Account. (Londen: Unicorn Publishing Group, 2018), 52-53. Gebruikte bronnen |
Soldier' Effects Records (National Army Museum, Chelsea (NAM) 1901-60; NAM Accession Number: 1991-02-333). https://www.nam.ac.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/841412 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=e223ace3-8445-4998-9d7b-96f135fc944b |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/966999 |