Pte
Andrew Joseph Coyne

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
07/03/1892
Geboorteplaats:
Ma Ma Creek, Queensland, Australië

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Ma Ma Creek, Queensland, Australië
Beroep:
Jockey, Paardenrenner
Geloof:
Rooms-katholiek

Informatie legerdienst

Land:
Australië
Strijdmacht:
Australian Imperial Force
Rang:
Private
Service nummer:
1686
Dienstneming datum:
20/07/1915
Dienstneming plaats:
Brisbane, Queensland, Australië
Eenheden:
 —  Australian Infantry, 47th Bn.  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
12/10/1917
Plaats van overlijden:
Defy Crossing, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
25

Begraafplaats

Tyne Cot Cemetery
Plot: III
Rij: A
Graf: 10

Onderscheidingen en medailles 2

British War Medal
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 2

#1 Dienstneming plaats
#2 Sterfteplaats

Mijn verhaal

Andrew Joseph Coyne werd op 7 maart 1892 geboren in als zoon van Patrick Coyne en Bridget Portley Coyne. Hij ging op 20 juli 1915 in dienst en kwam terecht bij het 31st Battalion. Hij verliet het Australische vasteland op 3 januari 1916. Hij werd overgeplaatst op 9 maart 1916 en voegde zich bij het 47th Bn. Australian Infantry, onderdeel van de 12th Australian Brigade, 4th Australian Division. Hospitalisaties volgden, hij werd behandeld voor laryngitis en later de bof. Op 20 mei 1917 kwam hij tenslotte terug bij zijn eenheid.

Op 12 oktober 1917 nam de 4e Australische Divisie deel aan de Eerste Slag bij Passendale, onderdeel van de Derde Slag bij Ieper die al sinds 31 juli 1917 aan de gang was. Het doel van de 4e Australische divisie was om via de heuvelrug van Broodseinde naar Keiberg Spur op te trekken, dit ter flankering van de 3e divisie die ten noorden van de spoorlijn oprukte richting Passendale. Het 47e bataljon kreeg de taak om de rode lijn te veroveren en te behouden. Deze liep ongeveer van de spoordijk tot Assyria. Vervolgens zou het 48th Battalion de aanval voortzetten.

De aanval had direct te maken met tegenslag. De soldaten waren vermoeid van het marcheren door de modder. Ook het hoofdkwartier van het bataljon, dat gelegen was in een bunker op de heuvelrug van Broodseinde werd geraakt. Bijna alle seiners en koeriers waren slachtoffers geworden, waardoor verdere communicatie lastiger werd. De Duitsers trokken zich terug, maar toen het 48ste bataljon eenmaal oprukte, kregen zij te maken met zwaar Duits vuur vanaf Vienna Cottage. Dit lag in de sector van de 3e divisie, maar door hevige tegenstand waren zij niet verder gekomen. De Duitse positie bij Vienna Cottage werd uitgeschakeld, maar ten slotte moesten 47th en 48th Battalion zich, bij gebrek aan ondersteuning, terugtrekken naar hun beginpositie. De beiden bataljons verloren in totaal bijna 1000 soldaten.

Andrew Joseph Coyne was één van de gesneuvelden. Hij werd na de oorlog opgegraven bij de spoordijk, tussen Defy Crossing en Dash Crossing. Andrew werd herbegraven en thans rust hij op Tyne Cot Cemetery. Hij werd 25 jaar oud.

Bronnen 4

A.J. Coyne, one of the soldiers photographed in The Queenslander Pictorial, supplement to The Queenslander, 1916. (2014). [Graphic]. John Oxley Library, State Library of Queensland.
http://trove.nla.gov.au
Gebruikte bronnen
Deayton Craig , Battle Scarred: the 47th Battalion in the First World War (Newport Big Sky publishing Ltd, 2011).156-188.
Gebruikte bronnen
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, Coyne, Andrew Joseph).
https://recordsearch.naa.gov.au/
Gebruikte bronnen
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 2018), 129-132.
Gebruikte bronnen