Pte
Bertie Cowgill
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1889 |
Geboorteplaats: Earby, Lancashire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 7 Stoopes Hill, Earby, Lancashire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Wever |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 29010 |
Dienstneming plaats: Halifax, Yorkshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Northumberland Fusiliers, 8th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 16/08/1917 |
Plaats van overlijden: Maison du Hibou, Sint-Juliaan, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 28 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 20 |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Bertie Cowgill werd in januari 1889 geboren. Hij was de zoon van Elizabeth Speak en Brian Cowgill. Het gezin woonde in Earby, Yorkshire, Engeland. Zijn zus Lilian werd in 1895 geboren. Volgens de volkstelling van 1911 woonde het hele gezin op 7 Stoopes Hill in Earby en werkten ze in de katoenfabriek van de familie. Bertie trouwde in juli 1915 met Jane Taylor in Skipton, Yorkshire, toen hij 26 jaar oud was. Jayne woonde ook in Earby aan de Skipton Road. Haar vader was ook een wever. Tegen die tijd was Bertie's vader Brian met pensioen, hij hoefde niet langer te werken om in zijn levensonderhoud te voorzien. Jayne en Bertie's zoon Kenneth Taylor Cowgill werd op 11 november 1915 in Earby geboren.
Tijdens de oorlog werd Bertie opgenomen in de gelederen van het 8ste Bataljon van de Northumberland Fusiliers, onderdeel van de 34ste Brigade van de 11de (Noordelijke) Divisie. Op 16 augustus 1917, tijdens de Slag bij Passendale, viel de 11de Divisie met de 34ste Brigade aan tussen de ruïnes van Langemark en Sint-Juliaan vanaf de oevers van de Steenbeekbeek. Bertie's Bataljon de 8th Northumberlands rukte om 4u.45 als eerste op. De oostelijke horizon werd opgelicht door het zware artillerievuur. Terwijl de vuurwals in de richting van de Duitse linies begon te kruipen, verlieten de Northumberlands hun posities op de oevers van de Steenbeek en volgden de muur van vuur, rook en staal. Vijf minuten na de aanval stopte het spervuur, dat hen tegen de Duitse machinegeweren moest beschermen. Plotseling blootgesteld in het open veld, opende een Duits bolwerk het vuur op de Northumberlands, met zware verliezen tot gevolg. De dun bemande Duitse frontlinie, niet veel meer dan drie rijen granaattrechters langs wat nu de Cayennestraat is, bood weerstand maar werd uiteindelijk onder de dekking van geweergranaten en Lewis geweervuur overrompeld. Hoewel sommige Duitse troepen zich probeerden over te geven, werden er geen gevangenen genomen. De aanval verliep echter niet zoals gepland en liep al snel vast. Tijdens de hele aanval werd de rechterflank van het bataljon blootgesteld aan mitrailleurvuur vanuit Triangle Farm en Maison du Hibou, omdat de troepen rechts van hen, die door Sint-Juliaan moesten oprukken, werden opgehouden. Verschillende aanvallen op Maison du Hibou leverden niets op. Er werd wel enige vooruitgang geboekt aan de linkerkant, waar de begraafplaats aan de Zonnebekestraat bereikt werd. De ruïnes van Langemark nog verder naar links werden door de 20ste Divisie ingenomen, maar het hoofddoel van de aanval, een doorbraak tussen Zonnebeke en Langemark, werd niet bereikt. De slag op 16 augustus staat bekend als de Slag bij Langemark omdat de Britten daar het meeste resultaat wisten te behalen.
Het 8ste Northumberlands betaalde een zware prijs voor de poging. 43 mannen werden gedood, 2 stierven aan hun verwondingen, nog eens 39 mannen werden vermist en 231 mannen raakten gewond. Bertie, een jonge vader van 28 jaar, sneuvelde op 16 augustus 1917. Tot op de dag van vandaag is er geen graf van hem bekend en hij wordt herdacht op het Tyne Cot Memorial.
In augustus 1928, tijdens de Great Pilgrimage, maakten Bertie's weduwe en zijn toen 12-jarige zoon Kenneth de zware tocht naar Passendale. Een foto van de groep uit Yorkshire werd genomen voor hun hostel in Ieper. Kenneth is de jongen op de foto. Jayne is gekleed in een witte blouse en staat achter het jonge meisje in het wit.
Tijdens de oorlog werd Bertie opgenomen in de gelederen van het 8ste Bataljon van de Northumberland Fusiliers, onderdeel van de 34ste Brigade van de 11de (Noordelijke) Divisie. Op 16 augustus 1917, tijdens de Slag bij Passendale, viel de 11de Divisie met de 34ste Brigade aan tussen de ruïnes van Langemark en Sint-Juliaan vanaf de oevers van de Steenbeekbeek. Bertie's Bataljon de 8th Northumberlands rukte om 4u.45 als eerste op. De oostelijke horizon werd opgelicht door het zware artillerievuur. Terwijl de vuurwals in de richting van de Duitse linies begon te kruipen, verlieten de Northumberlands hun posities op de oevers van de Steenbeek en volgden de muur van vuur, rook en staal. Vijf minuten na de aanval stopte het spervuur, dat hen tegen de Duitse machinegeweren moest beschermen. Plotseling blootgesteld in het open veld, opende een Duits bolwerk het vuur op de Northumberlands, met zware verliezen tot gevolg. De dun bemande Duitse frontlinie, niet veel meer dan drie rijen granaattrechters langs wat nu de Cayennestraat is, bood weerstand maar werd uiteindelijk onder de dekking van geweergranaten en Lewis geweervuur overrompeld. Hoewel sommige Duitse troepen zich probeerden over te geven, werden er geen gevangenen genomen. De aanval verliep echter niet zoals gepland en liep al snel vast. Tijdens de hele aanval werd de rechterflank van het bataljon blootgesteld aan mitrailleurvuur vanuit Triangle Farm en Maison du Hibou, omdat de troepen rechts van hen, die door Sint-Juliaan moesten oprukken, werden opgehouden. Verschillende aanvallen op Maison du Hibou leverden niets op. Er werd wel enige vooruitgang geboekt aan de linkerkant, waar de begraafplaats aan de Zonnebekestraat bereikt werd. De ruïnes van Langemark nog verder naar links werden door de 20ste Divisie ingenomen, maar het hoofddoel van de aanval, een doorbraak tussen Zonnebeke en Langemark, werd niet bereikt. De slag op 16 augustus staat bekend als de Slag bij Langemark omdat de Britten daar het meeste resultaat wisten te behalen.
Het 8ste Northumberlands betaalde een zware prijs voor de poging. 43 mannen werden gedood, 2 stierven aan hun verwondingen, nog eens 39 mannen werden vermist en 231 mannen raakten gewond. Bertie, een jonge vader van 28 jaar, sneuvelde op 16 augustus 1917. Tot op de dag van vandaag is er geen graf van hem bekend en hij wordt herdacht op het Tyne Cot Memorial.
In augustus 1928, tijdens de Great Pilgrimage, maakten Bertie's weduwe en zijn toen 12-jarige zoon Kenneth de zware tocht naar Passendale. Een foto van de groep uit Yorkshire werd genomen voor hun hostel in Ieper. Kenneth is de jongen op de foto. Jayne is gekleed in een witte blouse en staat achter het jonge meisje in het wit.
Bronnen 3
8 Battalion Northumberland Fusiliers (The National Archives, KEW (TNA), WO/95/1821/2). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG14). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
McCarthy Chris, Passchendaele: The Day-By-Day Account (Londen, Arms & Armour, 2018), p 54-55. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/841549/ |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=f1615d52-de34-4948-b9a5-147688302100 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/983921 |