Pte
Alexander Wuttunee Decoteau
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 19/11/1887 |
Geboorteplaats: Red Pheasant Cree Nation, Canada |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Edmonton, Alberta, Canada |
Beroep: Police sergeant |
Geloof: Church of England |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 231462 |
Dienstneming datum: 24/04/1916 |
Dienstneming plaats: Edmonton, Alberta, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 49th Bn. (Edmonton) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 30/10/1917 |
Plaats van overlijden: Fürst Farm, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 29 |
Begraafplaats
Passchendaele New British Cemetery Plot: XI Rij: A Graf: 28 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Alexander Wuttunee Decoteau werd op 19 november 1887 geboren op het Cree Red Pheasant Indian Reserve in de buurt van Battleford, Saskatchewan. Zijn vader Peter behoorde tot de Métis inheemse bevolkingsgroep (ontstaan door de historische en culturele samensmelting van inheemse Amerikaanse volken en Europese, voornamelijk Franse kolonisten), zijn moeder Dora behoorde tot de Cree, Canada's grootste oorspronkelijke bevolkingsgroep. Alex' vader was actief betrokken bij het verzet van de Cree en Métis tegen de overheersing van hun grondgebied door Britse en Europese kolonisten. Na zijn moord in 1891 werden de vierjarige Alex en twee broers op verzoek van hun moeder naar de Battleford Industrial School gestuurd, een residentiële school voor inheemse kinderen die door de Canadese overheid werd geleid met als doel hen te assimileren in de samenleving van kolonisten en immigranten. Alex behaalde er goede resultaten en ontwikkelde zijn talenten als jonge sportman. Na het verlaten van de school werkte Alex tijdelijk als landarbeider en verhuisde daarna naar Edmonton om zijn zwager te helpen in de smederij. Na vele omzwervingen ging hij uiteindelijk bij de politie van Edmonton werken, waar hij in 1911 de eerste inheemse politieagent in Canada werd. Ondertussen wijdde Alex zich ook aan lange- en middellangeafstandslopen, met succes. Hij won verschillende belangrijke wedstrijden voor Edmonton en Alberta voordat hij werd geselecteerd voor de Olympische Spelen van Stockholm in 1912 op de 5000 meter. In de finale eindigde hij als zesde, geplaagd door beenkrampen. Bij zijn terugkeer werd hij verwelkomd als een held met een parade in het centrum van Edmonton.
In april 1916 melde Alex zich in Edmonton bij het 202nd Overseas Infantry Battalion, ook bekend als het "Edmonton Sportsmen Battalion". Na zijn training in het militaire trainingskamp Sarcee bij Calgary maakte hij in november 1916 de oversteek aan boord van de S.S. Mauretania van Halifax naar Engeland. Tijdens zijn verblijf daar nam hij regelmatig deel aan atletiekwedstrijden onder militairen en ontving hij een gouden zakhorloge van Koning George V na het winnen van een 5-mijlsrace. In mei 1917 werd Alex ingedeeld bij het 49ste Bataljon (Edmonton) voor actieve dienst in Frankrijk; hij werd ingezet als koerier omwille van zijn looptalent.
In oktober 1917 werden alle vier Canadese divisies naar Vlaanderen gezonden; ze werden uitgekozen om de hoogten van Passendale te bestormen. Een eerste Canadese aanval vond plaats op 26 oktober en een tweede volgde op 30 oktober. Om 10 voor 6 gingen de 3de en 4de divisie opnieuw in de aanval. De gehavende bataljons die op de eerste dag in de slagen hadden gedeeld, waren teruggetrokken. De 3de divisie viel aan met de 8ste brigade links en de 7de brigade rechts. Vanuit Bellevue trokken ze een uitloper van de heuvelrug van Passendale op. Naar Goudberg en Meetcheele, ten noordwesten van Passendale. Bellevue's 7de Brigade rukte op naar Meetcheele. Twee bataljons leidden de aanval: de Patricia's rechts en het 49ste Bataljon links. De toestand van het terrein speelde de Canadezen parten. Het 49ste trok naar Fürst Farm. Voor de aanval begon, werd het bataljon geraakt door eigen vuur. Duitse artillerie beschoot het bataljon ook op hun startposities. Fürst Farm werd ingenomen, maar verdere opmars over open en modderig terrein was bijna onmogelijk. Eén voor één vielen de mannen ten prooi aan Duitse sluipschutters. Het 49ste leed zware verliezen. 567 en 21 officieren vertrokken naar het front. Na de operatie op 30 oktober 1917 werden 118 soldaten en acht officieren gedood, 280 mannen en acht officieren raakten gewond en 29 mannen werden die dag als vermist opgegeven. Dit aantal zou gedurende de rest van de oorlog toenemen.
Alexander werd gedood door de kogel van een Duitse sluipschutter terwijl hij berichten afleverde op de ochtend van 30 oktober tijdens de Tweede Slag om Passendale. Hij werd begraven nabij Fürst Farm. Alex is niet de enige Canadese Olympische atleet uit Stockholm 1912 die sneuvelt in de Westhoek. Een paar kilometer verderop vond James Duffy - 5e op de marathon, winnaar van de Boston Marathon in 1914 - ook zijn laatste rustplaats, in Vlamertinge.
Alex' prestaties en verwezenlijkingen inspireerden verschillende publicaties, een biografie en een toneelstuk over zijn (te korte) leven, en hij wordt eervol vermeld in verschillende "Halls of Fame" in heel Canada. In Edmonton werd in 2014 een gloednieuw park en woonwijk naar hem vernoemd. Hij wordt gewaardeerd als bruggenbouwer tussen de inheemse bevolking en andere gemeenschappen in Canada.
Er zijn ook enkele brieven van hem bewaard gebleven, gericht aan zijn zus Emily. Een ervan getuigt van wat de oorlog deed met de fysieke gezondheid van deze eens zo ongenaakbare atleet. De brief luidt als volgt:
"Toen werd ik ziek met loopgravenkoorts en kwam tien dagen mijn bed niet uit. Ik ben er nu overheen, hoewel mijn benen soms nog pijn doen, vooral bij nat weer. Het is net reuma en ik moest veel slapeloze nachten doorstaan."
Alex ligt nu begraven op Passchendaele New British Cemetery in Passendale. In 1985 keerde Alex' geest terug naar huis na een speciale Cree-ceremonie in Edmonton.
In april 1916 melde Alex zich in Edmonton bij het 202nd Overseas Infantry Battalion, ook bekend als het "Edmonton Sportsmen Battalion". Na zijn training in het militaire trainingskamp Sarcee bij Calgary maakte hij in november 1916 de oversteek aan boord van de S.S. Mauretania van Halifax naar Engeland. Tijdens zijn verblijf daar nam hij regelmatig deel aan atletiekwedstrijden onder militairen en ontving hij een gouden zakhorloge van Koning George V na het winnen van een 5-mijlsrace. In mei 1917 werd Alex ingedeeld bij het 49ste Bataljon (Edmonton) voor actieve dienst in Frankrijk; hij werd ingezet als koerier omwille van zijn looptalent.
In oktober 1917 werden alle vier Canadese divisies naar Vlaanderen gezonden; ze werden uitgekozen om de hoogten van Passendale te bestormen. Een eerste Canadese aanval vond plaats op 26 oktober en een tweede volgde op 30 oktober. Om 10 voor 6 gingen de 3de en 4de divisie opnieuw in de aanval. De gehavende bataljons die op de eerste dag in de slagen hadden gedeeld, waren teruggetrokken. De 3de divisie viel aan met de 8ste brigade links en de 7de brigade rechts. Vanuit Bellevue trokken ze een uitloper van de heuvelrug van Passendale op. Naar Goudberg en Meetcheele, ten noordwesten van Passendale. Bellevue's 7de Brigade rukte op naar Meetcheele. Twee bataljons leidden de aanval: de Patricia's rechts en het 49ste Bataljon links. De toestand van het terrein speelde de Canadezen parten. Het 49ste trok naar Fürst Farm. Voor de aanval begon, werd het bataljon geraakt door eigen vuur. Duitse artillerie beschoot het bataljon ook op hun startposities. Fürst Farm werd ingenomen, maar verdere opmars over open en modderig terrein was bijna onmogelijk. Eén voor één vielen de mannen ten prooi aan Duitse sluipschutters. Het 49ste leed zware verliezen. 567 en 21 officieren vertrokken naar het front. Na de operatie op 30 oktober 1917 werden 118 soldaten en acht officieren gedood, 280 mannen en acht officieren raakten gewond en 29 mannen werden die dag als vermist opgegeven. Dit aantal zou gedurende de rest van de oorlog toenemen.
Alexander werd gedood door de kogel van een Duitse sluipschutter terwijl hij berichten afleverde op de ochtend van 30 oktober tijdens de Tweede Slag om Passendale. Hij werd begraven nabij Fürst Farm. Alex is niet de enige Canadese Olympische atleet uit Stockholm 1912 die sneuvelt in de Westhoek. Een paar kilometer verderop vond James Duffy - 5e op de marathon, winnaar van de Boston Marathon in 1914 - ook zijn laatste rustplaats, in Vlamertinge.
Alex' prestaties en verwezenlijkingen inspireerden verschillende publicaties, een biografie en een toneelstuk over zijn (te korte) leven, en hij wordt eervol vermeld in verschillende "Halls of Fame" in heel Canada. In Edmonton werd in 2014 een gloednieuw park en woonwijk naar hem vernoemd. Hij wordt gewaardeerd als bruggenbouwer tussen de inheemse bevolking en andere gemeenschappen in Canada.
Er zijn ook enkele brieven van hem bewaard gebleven, gericht aan zijn zus Emily. Een ervan getuigt van wat de oorlog deed met de fysieke gezondheid van deze eens zo ongenaakbare atleet. De brief luidt als volgt:
"Toen werd ik ziek met loopgravenkoorts en kwam tien dagen mijn bed niet uit. Ik ben er nu overheen, hoewel mijn benen soms nog pijn doen, vooral bij nat weer. Het is net reuma en ik moest veel slapeloze nachten doorstaan."
Alex ligt nu begraven op Passchendaele New British Cemetery in Passendale. In 1985 keerde Alex' geest terug naar huis na een speciale Cree-ceremonie in Edmonton.
Bronnen 5
Boileau J., "Alex DeCoteau" In: The Canadian Encyclopedia (Toronto, Historica Canada, 2023). https://www.thecanadianencyclopedia.ca/ Gebruikte bronnen |
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC) RG 150, Accession 1992-93/166, Box 2464 - 4). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries - 49th Canadian Infantry Battalion (Edmonton Regiment) (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume 4940, Microfilm T-10747, File 440). https://library-archives.canada.ca Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 171). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registry: Commonwealth War Graves (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC): RG150, 1992-1993/314, Box 39-244; Box: 62). https://library-archives.canada.ca Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461212 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/461212 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/5810129 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=7773610e-1403-43c7-8963-96883bc1e55e |