Pte
Daniel Scullin
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1892 |
Geboorteplaats: Rozelle, Sydney, New South Wales, Australië |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Boulder, Western Australia, Australië |
Beroep: Battery Hand |
Geloof: Rooms-katholiek |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 1996 |
Dienstneming datum: 22/02/1916 |
Dienstneming plaats: Blackboy Hill, Western Australia, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 51st Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 26/09/1917 |
Plaats van overlijden: Anzac, Zonnebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 25 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: 29 H |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Daniel Scullin diende in het 51ste Bataljon van de Australische Infanterie, dat deel uitmaakte van de Australian Brigade van de 4th Australian Division. De divisie nam op 26 september 1917 met twee Brigades deel aan de Slag bij Polygon Wood. De 4th Australian Brigade aan de rechterkant van het front van de divisie en de13th aan de linkerkant. De aanval van de13th Australian Brigade werd door het 50th Australian Battalion gedragen; de 49th en 51st Battalion waren ter ondersteuning.
Het 51st nam posities in met het 49th Battalion op de rechterflank en het 2nd Battalion Suffolk Regiment, van de 3de Britse Divisie, op de linkerflank. Om 5u.50 opende de geallieerde artillerie een zwaar spervuur 150 meter voor het 50th Battalion. Het spervuur kroop na vijf minuten naar voren, met de aanvallende bataljons erachter. Zes minuten later werden ze gevolgd door de 49th en 51st Australian Battalions. De bataljons van de13rd Brigade rukten op langs ANZAC Ridge door de vallei van de Steenbeek, naar Tokio Spur aan de linkerflank van Polygon Wood. Het was moeilijk omdat het terrein drassig was. Het kleine stroompje van de Steenbeek, dat als vooroorlogs irrigatiekanaal diende, had de omringende grond in een moeras veranderd omdat de oevers ervan door de meedogenloze beschietingen waren vernield. Daardoor kon het regenwater niet weg en overstroomde het regelmatig de laagvlakte. De mannen worstelden en sommigen zakten kniediep weg in de modder. Het geweervuur richtte slechts beperkte schade aan, maar de slachtoffers door de beschietingen waren zwaar.
Ondanks het drassige terrein en de hevige beschietingen trokken de mannen van het 49th en 51st Battalion door het 50th naar hun doel, de Red Line. En ze rukten op naar hun eigen doel, de Blue Line, die van D.28.a.2.3 naar D.28.d.7.5 liep. Ze ondervonden slechts lichte weerstand op hun weg en overwonnen de Blue Line tegen 8u15. De overlevende Duitsers trokken zich terug en het 51st Battalion begon met de consolidatie van de Blue Line. De mannen werden langs de linie opgesteld onder zwaar Duits granaat- en machinegeweervuur. Op de rechterflank bereikte en consolideerde de4de Brigade hun doelen. De hele 4th Australian Division bevond zich nu in de buurt van het gehucht Molenaarelsthoek, tegenover de zwaar versterkte Duitse verdedigingslinie Flandern I. De Britse 3de Divisie op de linkerflank werd zo’n 180 meter kort voor de top van de Windmill Cabaret Ridge vastgehouden.
Sterke punten en Lewis-geschutsopstellingen werden langs de linie opgesteld. Er werd een communicatieloopgraaf gegraven en twee mortieren en twee Vickers-machinegeweren werden achter de frontlinie opgesteld. De Duitsers begonnen de positie van het bataljon vanaf 9 uur 's morgens met machinegeweervuur te bestoken. De Duitse artillerie begon ook de frontlinie te beschieten. Eerst aarzelend, maar al snel legden de Duitsers enkele zware spervuren op de frontlinie. Compagnie C op de linkerflank leed veel slachtoffers. Waaronder Daniel Scullin.
Volgens een ooggetuigenverslag werd Daniel Scullin door een granaat getroffen en in stukken geblazen. Zijn broer Patrick, die ook in het 51st Battalion van de Australische Infanterie diende, raakte even later gewond en werd naar een verbandplaats geëvacueerd, waar hij aan zijn verwondingen stierf.
Het stoffelijk overschot van Daniel Scullin werd nooit gevonden. Hij wordt herdacht op de Menenpoort in Ieper. Zijn broer Patrick Scullin werd aanvankelijk bij de verbandplaats begraven. Hij werd later herbegraven op Buttes New British Cemetery in Polygon Wood.
Het 51st nam posities in met het 49th Battalion op de rechterflank en het 2nd Battalion Suffolk Regiment, van de 3de Britse Divisie, op de linkerflank. Om 5u.50 opende de geallieerde artillerie een zwaar spervuur 150 meter voor het 50th Battalion. Het spervuur kroop na vijf minuten naar voren, met de aanvallende bataljons erachter. Zes minuten later werden ze gevolgd door de 49th en 51st Australian Battalions. De bataljons van de13rd Brigade rukten op langs ANZAC Ridge door de vallei van de Steenbeek, naar Tokio Spur aan de linkerflank van Polygon Wood. Het was moeilijk omdat het terrein drassig was. Het kleine stroompje van de Steenbeek, dat als vooroorlogs irrigatiekanaal diende, had de omringende grond in een moeras veranderd omdat de oevers ervan door de meedogenloze beschietingen waren vernield. Daardoor kon het regenwater niet weg en overstroomde het regelmatig de laagvlakte. De mannen worstelden en sommigen zakten kniediep weg in de modder. Het geweervuur richtte slechts beperkte schade aan, maar de slachtoffers door de beschietingen waren zwaar.
Ondanks het drassige terrein en de hevige beschietingen trokken de mannen van het 49th en 51st Battalion door het 50th naar hun doel, de Red Line. En ze rukten op naar hun eigen doel, de Blue Line, die van D.28.a.2.3 naar D.28.d.7.5 liep. Ze ondervonden slechts lichte weerstand op hun weg en overwonnen de Blue Line tegen 8u15. De overlevende Duitsers trokken zich terug en het 51st Battalion begon met de consolidatie van de Blue Line. De mannen werden langs de linie opgesteld onder zwaar Duits granaat- en machinegeweervuur. Op de rechterflank bereikte en consolideerde de4de Brigade hun doelen. De hele 4th Australian Division bevond zich nu in de buurt van het gehucht Molenaarelsthoek, tegenover de zwaar versterkte Duitse verdedigingslinie Flandern I. De Britse 3de Divisie op de linkerflank werd zo’n 180 meter kort voor de top van de Windmill Cabaret Ridge vastgehouden.
Sterke punten en Lewis-geschutsopstellingen werden langs de linie opgesteld. Er werd een communicatieloopgraaf gegraven en twee mortieren en twee Vickers-machinegeweren werden achter de frontlinie opgesteld. De Duitsers begonnen de positie van het bataljon vanaf 9 uur 's morgens met machinegeweervuur te bestoken. De Duitse artillerie begon ook de frontlinie te beschieten. Eerst aarzelend, maar al snel legden de Duitsers enkele zware spervuren op de frontlinie. Compagnie C op de linkerflank leed veel slachtoffers. Waaronder Daniel Scullin.
Volgens een ooggetuigenverslag werd Daniel Scullin door een granaat getroffen en in stukken geblazen. Zijn broer Patrick, die ook in het 51st Battalion van de Australische Infanterie diende, raakte even later gewond en werd naar een verbandplaats geëvacueerd, waar hij aan zijn verwondingen stierf.
Het stoffelijk overschot van Daniel Scullin werd nooit gevonden. Hij wordt herdacht op de Menenpoort in Ieper. Zijn broer Patrick Scullin werd aanvankelijk bij de verbandplaats begraven. Hij werd later herbegraven op Buttes New British Cemetery in Polygon Wood.
Connectie's met andere militairen 1
Patrick Scullin
Brother |
Bronnen 4
51st Australian Infantry Battalion, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/68/19). https://www.awm.gov.au/collection/C1338583 Gebruikte bronnen |
Browning N., For King and Cobbers 51st Battalion A.I.F., (Bassendean, Advance Press, 2007), pg. 161-168. Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920, (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, SCULLIN D). https://recordsearch.naa.gov.au/SearchNRetrieve/Interface/SearchScreens/NameSearch.aspx. Gebruikte bronnen |
McCarthy C., The Third Ypres Passchendaele. The Day-by-Day Account, (London, Arms & Armour Press, 1995), pg. 87-89. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1600979 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=65e3be85-16a0-43c7-87cc-c11f4d16bbb8 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7644668 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=269580 |