Pte
Patrick Scullin
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1895 |
Geboorteplaats: Sydney, New South Wales, Australië |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Pirie street, Boulder, Western Australia, Australië |
Beroep: Smid |
Geloof: Rooms-katholiek |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 4958 |
Dienstneming datum: 10/02/1916 |
Dienstneming plaats: Blackboy Hill, Western Australia, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 51st Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 26/09/1917 |
Plaats van overlijden: Northwest of Polygon Wood, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 22 |
Begraafplaats
Buttes New British Cemetery, Polygon Wood Plot: XXV Rij: A Graf: 18 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Patrick Scullin diende in het 51st Battalion van de Australische Infanterie, dat deel uitmaakte van de 13th Australian Brigade van de 4th Australian Division. De divisie nam op 26 september 1917 met twee brigades deel aan de Slag bij Polygon Wood. De 4th Australian Brigade aan de rechterkant van het front van de divisie en de 13th Australian Brigade aan de linkerkant. De aanval van die laatste brigade werd door het 50th Australian Battalion gedragen; de 49th en 51st Battalions waren ter ondersteuning.
Het 51st Battalion nam posities in met het 49th Battalion op de rechterflank en het 2nd Battalion Suffolk Regiment, van de 3de Britse Divisie, op de linkerflank. Om 5u.50 opende de geallieerde artillerie een zwaar spervuur 150 meter voor het 50th Battalion. Het spervuur kroop na vijf minuten naar voren, met de aanvallende bataljons erachter. Zes minuten later werden ze gevolgd door de 49th en 51st Australian Battalions. De bataljons van de 13de Brigade rukten op langs ANZAC Ridge door de vallei van de Steenbeek, naar Tokio Spur aan de linkerflank van Polygon Wood. Het was moeilijk omdat het terrein drassig was. Het kleine stroompje van de Steenbeek, dat als vooroorlogs irrigatiekanaal diende, had de omringende grond in een moeras veranderd omdat de oevers ervan door de meedogenloze beschietingen waren vernield. Daardoor kon het regenwater niet weg en overstroomde het regelmatig de laagvlakte. De mannen worstelden en sommigen zakten kniediep weg in de modder. Het geweervuur richtte slechts kleine schade aan, maar de slachtoffers door de beschietingen waren zwaar.
Ondanks het drassige terrein en de hevige beschietingen trokken de mannen van het 49th en 51st Battalion door het 50th naar hun doel, de Red Line. En ze rukten op naar hun eigen doel, de Blue Line, die van D.28.a.2.3 naar D.28.b.7.5 liep. Ze ondervonden slechts lichte weerstand op hun weg en overwonnen de Blue Line tegen 8u15. De overlevende Duitsers trokken zich terug en het 51st Battalion begon met de consolidatie van de Blue Line. De mannen werden langs de linie opgesteld onder zwaar Duits granaat- en machinegeweervuur. Aan de rechterflank bereikte en consolideerde de 4th Brigade hun doelen. De hele 4th Australian Division bevond zich nu in de buurt van het gehucht Molenaarelsthoek, tegenover de zwaar versterkte Duitse verdedigingslinie Flandern I. De Britse 3rd Division op de linkerflank werd zo’n 180 meter kort voor de top van de Windmill Cabaret Ridge vastgehouden.
Strong Points en Lewis-geschutsopstellingen werden langs de linie opgesteld. Er werd een communicatieloopgraaf gegraven en twee mortieren en twee Vickers-machinegeweren werden achter de frontlinie opgesteld. Vanaf 9u 's morgens begonnen de Duitsers de positie van het bataljon te bestoken met machinegeweervuur. De Duitse artillerie begon ook de frontlinie te beschieten. Eerst aarzelend, maar al snel legden de Duitsers enkele zware spervuren op de frontlinie. Compagnie C op de linkerflank leed veel slachtoffers. Waaronder Patrick Scullin. Volgens een ooggetuigenverslag werd Patrick gewond naar een verbandplaats gebracht, waar hij aan zijn verwondingen stierf. Slechts enkele momenten voordat Patrick overleed, werd zijn broer, Daniel Scullin, die ook in het 51st Battalion van de Australische Infanterie diende, door een granaat getroffen en aan stukken geblazen.
Patrick Scullin werd bij de verbandplaats begraven, waar hij aan zijn verwondingen bezweek. Hij werd later herbegraven op Buttes New British Cemetery in Polygon Wood. De stoffelijke resten van zijn broer Daniel werden nooit teruggevonden. Hij wordt herdacht op de Menenpoort in Ieper.
Het 51st Battalion nam posities in met het 49th Battalion op de rechterflank en het 2nd Battalion Suffolk Regiment, van de 3de Britse Divisie, op de linkerflank. Om 5u.50 opende de geallieerde artillerie een zwaar spervuur 150 meter voor het 50th Battalion. Het spervuur kroop na vijf minuten naar voren, met de aanvallende bataljons erachter. Zes minuten later werden ze gevolgd door de 49th en 51st Australian Battalions. De bataljons van de 13de Brigade rukten op langs ANZAC Ridge door de vallei van de Steenbeek, naar Tokio Spur aan de linkerflank van Polygon Wood. Het was moeilijk omdat het terrein drassig was. Het kleine stroompje van de Steenbeek, dat als vooroorlogs irrigatiekanaal diende, had de omringende grond in een moeras veranderd omdat de oevers ervan door de meedogenloze beschietingen waren vernield. Daardoor kon het regenwater niet weg en overstroomde het regelmatig de laagvlakte. De mannen worstelden en sommigen zakten kniediep weg in de modder. Het geweervuur richtte slechts kleine schade aan, maar de slachtoffers door de beschietingen waren zwaar.
Ondanks het drassige terrein en de hevige beschietingen trokken de mannen van het 49th en 51st Battalion door het 50th naar hun doel, de Red Line. En ze rukten op naar hun eigen doel, de Blue Line, die van D.28.a.2.3 naar D.28.b.7.5 liep. Ze ondervonden slechts lichte weerstand op hun weg en overwonnen de Blue Line tegen 8u15. De overlevende Duitsers trokken zich terug en het 51st Battalion begon met de consolidatie van de Blue Line. De mannen werden langs de linie opgesteld onder zwaar Duits granaat- en machinegeweervuur. Aan de rechterflank bereikte en consolideerde de 4th Brigade hun doelen. De hele 4th Australian Division bevond zich nu in de buurt van het gehucht Molenaarelsthoek, tegenover de zwaar versterkte Duitse verdedigingslinie Flandern I. De Britse 3rd Division op de linkerflank werd zo’n 180 meter kort voor de top van de Windmill Cabaret Ridge vastgehouden.
Strong Points en Lewis-geschutsopstellingen werden langs de linie opgesteld. Er werd een communicatieloopgraaf gegraven en twee mortieren en twee Vickers-machinegeweren werden achter de frontlinie opgesteld. Vanaf 9u 's morgens begonnen de Duitsers de positie van het bataljon te bestoken met machinegeweervuur. De Duitse artillerie begon ook de frontlinie te beschieten. Eerst aarzelend, maar al snel legden de Duitsers enkele zware spervuren op de frontlinie. Compagnie C op de linkerflank leed veel slachtoffers. Waaronder Patrick Scullin. Volgens een ooggetuigenverslag werd Patrick gewond naar een verbandplaats gebracht, waar hij aan zijn verwondingen stierf. Slechts enkele momenten voordat Patrick overleed, werd zijn broer, Daniel Scullin, die ook in het 51st Battalion van de Australische Infanterie diende, door een granaat getroffen en aan stukken geblazen.
Patrick Scullin werd bij de verbandplaats begraven, waar hij aan zijn verwondingen bezweek. Hij werd later herbegraven op Buttes New British Cemetery in Polygon Wood. De stoffelijke resten van zijn broer Daniel werden nooit teruggevonden. Hij wordt herdacht op de Menenpoort in Ieper.
Connectie's met andere militairen 1
Daniel Scullin
Brother |
Bronnen 8
"Australians at the Front" (Western Australia, Kalgoorlie Miner, 16 november 1917), 5. Gebruikte bronnen |
13th Brigade Australian Infantry (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/3/20). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
51st Australian Infantry Battalion, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 23/68/19). https://www.awm.gov.au/collection/C1338583 Gebruikte bronnen |
Australian Red Cross Wounded and missing Enquiry Bureau (Australian War Memorial, Campbell (AWM), RCDIG1050914). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Browning N. For King and Cobbers: 51st Battalion A.I.F. (Bassendean, Advance Press, 2007), 161-168. Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920, (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, SCULLIN P). https://recordsearch.naa.gov.au/SearchNRetrieve/Interface/SearchScreens/NameSearch.aspx. Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), 87-89. Gebruikte bronnen |
Unit embarkation nominal rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/480446 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=f17a9be4-aaa6-4d94-98d8-7029f21d4695 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7644669 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=269586 |