2nd Lt
Arthur George Amies
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1894 |
Geboorteplaats: Dewsbury, Yorkshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Informatie legerdienst
Land: Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Second Lieutenant |
Eenheden: — York and Lancaster Regiment, 1st/5th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 09/10/1917 |
Plaats van overlijden: Marsh Bottom, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 23 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: XX Rij: B Graf: 8 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 2
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Arthur George Amies werd geboren in 1894 in Dewsbury, Yorkshire, Engeland. Hij was de zoon van Thomas James Amies en Alice Georgina Amies. Daarnaast had hij een vrouw, Annis Amies. Hij diende in het 1st/5th Battalion York and Lancashire Regiment (148th Brigade, 49th (West Riding) Division).
Dinsdag 9 oktober 1917, de dag dat Arthur overleed, vond de Slag bij Poelkappelle plaats. Het bataljon rukte op 8 oktober al om 6 pm op via Abraham Heights en Gravenstafel Cross-Roads naar de verzamelplaats. Deze opmars was extreem moeilijk en uitputtend vanwege de staat van de grond en de modder van grote diepte. Vanwege de slechte staat van de grond vielen vijf mannen van het bataljon onderweg uit. Het zorgde er ook voor dat 1st/5th Battalion King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment de brigade niet kon bijhouden, waardoor het niet deelnam aan de actie. Het bataljon arriveerde echter op 9 oktober om 2.40 am op de verzamelplaats. De compagnieën werden tegen 3.30 am opgesteld op een lijn die ten westen van de Ravebeek Stream was aangelegd.
De 49th (West Riding) Division viel aan met twee brigades: de 148th Brigade aan de rechterkant en de 146th Brigade aan de linkerkant. De 148th Brigade viel aan met het 1st/4th en 1st/5th Battalions York and Lancashire Regiment en het 1st/5th King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment dat voorging om het tweede doel aan de linkerkant in te nemen. Het 1st/4th Battalion King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment was in Brigade Reserve. Het 1st/5th Battalion rukte om 5.20 am op naar de aanval, heel dicht bij het spervuur. Duitse pillboxes werden gevonden en veroverd nabij Fleet Cottage. Het bataljon kwam toen de Ravebeek tegen, waardoor ze genoodzaakt waren de Meetcheele-'s Gravenstafel weg af te sluiten. Daar kwam de linkerkant onder vuur te liggen van mitrailleurvuur en geweervuur. De rechterkant werd opgehouden in het moeras. Daarna kwam de hele brigade in één linie, maar werd opnieuw blootgesteld aan kruisvuur van machinegeweren in Wolf Copse aan de linkerkant en Snipe Hall aan de rechterkant. De verliezen dwongen de troepen om zich in te graven langs de helling. Desondanks slaagden ze erin het doel te bereiken. Het eerste doel was tegen 6 am langs de hele linie veroverd, waarna de linie geconsolideerd werd. Om 10 am werd een aanval georganiseerd op de pillboxes bij Polygon Wood, maar de aanval mislukte. Om 7 pm werd er nog een poging gedaan om twee pillboxes op de heuvelrug in te nemen, maar die waren zo zwaar beveiligd dat de aanval opgegeven moest worden. Door het gebrek aan ondersteuning en de zwakte van het bataljon werd het onmogelijk geacht om verdere actie tegen de pillendozen te ondernemen.
De Slag bij Poelkappelle veroorzaakte 368 slachtoffers: 250 militairen raakten gewond, 4 raakten gewond en vermist, 46 militairen werden vermist,1 militair bleef vermist maar waarvan men dacht dat hij overleden was en 64 militairen stierven, waaronder de 23-jarige Arthur George Amies. Hij ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (perceel XX, rij B, graf 8).
Dinsdag 9 oktober 1917, de dag dat Arthur overleed, vond de Slag bij Poelkappelle plaats. Het bataljon rukte op 8 oktober al om 6 pm op via Abraham Heights en Gravenstafel Cross-Roads naar de verzamelplaats. Deze opmars was extreem moeilijk en uitputtend vanwege de staat van de grond en de modder van grote diepte. Vanwege de slechte staat van de grond vielen vijf mannen van het bataljon onderweg uit. Het zorgde er ook voor dat 1st/5th Battalion King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment de brigade niet kon bijhouden, waardoor het niet deelnam aan de actie. Het bataljon arriveerde echter op 9 oktober om 2.40 am op de verzamelplaats. De compagnieën werden tegen 3.30 am opgesteld op een lijn die ten westen van de Ravebeek Stream was aangelegd.
De 49th (West Riding) Division viel aan met twee brigades: de 148th Brigade aan de rechterkant en de 146th Brigade aan de linkerkant. De 148th Brigade viel aan met het 1st/4th en 1st/5th Battalions York and Lancashire Regiment en het 1st/5th King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment dat voorging om het tweede doel aan de linkerkant in te nemen. Het 1st/4th Battalion King's Own Yorkshire Light Infantry Regiment was in Brigade Reserve. Het 1st/5th Battalion rukte om 5.20 am op naar de aanval, heel dicht bij het spervuur. Duitse pillboxes werden gevonden en veroverd nabij Fleet Cottage. Het bataljon kwam toen de Ravebeek tegen, waardoor ze genoodzaakt waren de Meetcheele-'s Gravenstafel weg af te sluiten. Daar kwam de linkerkant onder vuur te liggen van mitrailleurvuur en geweervuur. De rechterkant werd opgehouden in het moeras. Daarna kwam de hele brigade in één linie, maar werd opnieuw blootgesteld aan kruisvuur van machinegeweren in Wolf Copse aan de linkerkant en Snipe Hall aan de rechterkant. De verliezen dwongen de troepen om zich in te graven langs de helling. Desondanks slaagden ze erin het doel te bereiken. Het eerste doel was tegen 6 am langs de hele linie veroverd, waarna de linie geconsolideerd werd. Om 10 am werd een aanval georganiseerd op de pillboxes bij Polygon Wood, maar de aanval mislukte. Om 7 pm werd er nog een poging gedaan om twee pillboxes op de heuvelrug in te nemen, maar die waren zo zwaar beveiligd dat de aanval opgegeven moest worden. Door het gebrek aan ondersteuning en de zwakte van het bataljon werd het onmogelijk geacht om verdere actie tegen de pillendozen te ondernemen.
De Slag bij Poelkappelle veroorzaakte 368 slachtoffers: 250 militairen raakten gewond, 4 raakten gewond en vermist, 46 militairen werden vermist,1 militair bleef vermist maar waarvan men dacht dat hij overleden was en 64 militairen stierven, waaronder de 23-jarige Arthur George Amies. Hij ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (perceel XX, rij B, graf 8).
Bronnen 4
1/5 Battalion York and Lancashire Regiment war diary (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/2805/2). http://nationalarchives.gov.uk Gebruikte bronnen |
British Army World War I Medal Rolls Index Cards, 1914-1920 (The National Archives, Kew (TNA), WO372). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), p.122-123. Gebruikte bronnen |
Soldiers' Effects Records (National Army Museum, Chelsea (NAM) 1901-60; NAM Accession Number: 1991-02-333). https://www.nam.ac.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461739 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=f4ad8d1a-9115-4df3-a958-04c0014927be |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/42387 |