Pte
James Barclay
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 28/12/1885 |
Geboorteplaats: Edinburgh, Midlothian, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 7 Caledonian Crescent, Edinburgh, Midlothian, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Schilder/ Behanger |
Informatie legerdienst
Land: Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 30493 |
Eenheden: — Highland Light Infantry, 18th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 07/11/1917 |
Plaats van overlijden: No. 2 Australian General Hospital, Wimereux, Pas-de-Calais, Frankrijk |
Doodsoorzaak: Died of wounds (D.O.W.) |
Leeftijd: 31 |
Begraafplaats
Wimereux Communal Cemetery Plot: VI Rij: F Graf: 11 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Plaats van verwonding | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
James Barclay werd geboren in Edinburgh, Schotland, eind 1885. Hij werkte als huisschilder en was getrouwd met Ann. Ze kregen vijf kinderen en woonden in Caledonian Crescent 7 in Edinburgh.
James werd opgeroepen voor het leger en werd opgenomen in het 18de Bataljon Highland Light Infantry. Midden oktober 1917 trok James' bataljon naar de frontlinie voor het Houthulst Forrest. De omstandigheden waren angstaanjagend. Het weer was nat en koud. Het terrein was modderig en bezaaid met door water aangetaste granaattrechters. Er was geen loopgraaf en de linie werd georganiseerd door granaattrechters met elkaar te verbinden. Het bataljon had helemaal geen spijt dat het dat akelige veld een paar dagen later verliet.
Op 24 oktober 1917, na een paar dagen rust, loste de 18th Higland Light Infantry de 15th Cheshires af in de frontlinie tussen Renard Farm en Colombo House. De Duitse artillerie was zeer actief tijdens de aflossing. Gedurende de volgende dagen bleef de Duitse artillerie de posities van het bataljon onder vuur nemen, terwijl Duitse vliegtuigen zeer actief waren in het gebied. Op de 26ste lanceerden Canadese troepen een aanval op de heuvels van Passendale. De Duitse artillerie liet de aanval niet onbeantwoord en nam de frontlijn op de korrel.
James werd op 26 oktober 1917 in zijn been geraakt. Hij werd geëvacueerd naar No. 2 Australian General Hospital in Wimereux, Frankrijk. James' been werd geamputeerd, maar het mocht niet baten. Op 7 november 1917 bloedde zijn been opnieuw en James overleed op de operatietafel. Zuster Ethel Gray van het No. 2 Australian General Hospital, die getuige was van de operatie, schreef een brief aan James' vrouw Ann. Ze schreef dat James' zus hem in het ziekenhuis had kunnen bezoeken. Zijn broer arriveerde op de ochtend van zijn overlijden. James werd diezelfde dag begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Wimereux. Zijn begrafenis werd bijgewoond door zijn zus en broer.
James werd opgeroepen voor het leger en werd opgenomen in het 18de Bataljon Highland Light Infantry. Midden oktober 1917 trok James' bataljon naar de frontlinie voor het Houthulst Forrest. De omstandigheden waren angstaanjagend. Het weer was nat en koud. Het terrein was modderig en bezaaid met door water aangetaste granaattrechters. Er was geen loopgraaf en de linie werd georganiseerd door granaattrechters met elkaar te verbinden. Het bataljon had helemaal geen spijt dat het dat akelige veld een paar dagen later verliet.
Op 24 oktober 1917, na een paar dagen rust, loste de 18th Higland Light Infantry de 15th Cheshires af in de frontlinie tussen Renard Farm en Colombo House. De Duitse artillerie was zeer actief tijdens de aflossing. Gedurende de volgende dagen bleef de Duitse artillerie de posities van het bataljon onder vuur nemen, terwijl Duitse vliegtuigen zeer actief waren in het gebied. Op de 26ste lanceerden Canadese troepen een aanval op de heuvels van Passendale. De Duitse artillerie liet de aanval niet onbeantwoord en nam de frontlijn op de korrel.
James werd op 26 oktober 1917 in zijn been geraakt. Hij werd geëvacueerd naar No. 2 Australian General Hospital in Wimereux, Frankrijk. James' been werd geamputeerd, maar het mocht niet baten. Op 7 november 1917 bloedde zijn been opnieuw en James overleed op de operatietafel. Zuster Ethel Gray van het No. 2 Australian General Hospital, die getuige was van de operatie, schreef een brief aan James' vrouw Ann. Ze schreef dat James' zus hem in het ziekenhuis had kunnen bezoeken. Zijn broer arriveerde op de ochtend van zijn overlijden. James werd diezelfde dag begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Wimereux. Zijn begrafenis werd bijgewoond door zijn zus en broer.
Bronnen 4
18 Battalion Highland Light Infantry (The National Archives, Kew (TNA), WO 95/2490/2_2). https://discovery.nationalarchives.gov.uk/details/r/C14303 Gebruikte bronnen |
1901 Scotland Census (National Records of Scotland, Edinburgh (NRS), Reels 1-446). https://www.nrscotland.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Ethel Gray aan Ann Barclay, 07.11.1917, (Onuitgegeven niet genummerde bundel brieven 1919). Gebruikte bronnen |
War Office: Soldiers’ Documents from Pension Claims, First World War (The National Archives, Kew (TNA), WO 364). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/507610 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=96d7e37e-3909-47e2-bae3-2195cde5bcd0 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/176649 |