Pte
John Stephen Bowran
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 28/10/1897 |
Geboorteplaats: Westville, Pictou County, Nova Scotia, Canada |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Stellarton, Pictou County, Nova Scotia, Canada |
Beroep: Mijnwerker |
Geloof: Presbyterian |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 222170 |
Dienstneming datum: 08/10/1915 |
Dienstneming plaats: Halifax, Nova Scotia, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 85th Bn. (Nova Scotia Highlanders) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 30/10/1917 |
Plaats van overlijden: Vienna Cottages - Stein Hof, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: XXXVI Rij: E Graf: 23 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
John Stephen Bowran werd op 28 oktober 1897 geboren in Pictou County, Nova Scotia, Canada. Op 8 oktober 1915 nam de jonge mijnwerker dienst in het Canadese Expeditieleger in Halifax. Hij werd uiteindelijk ingedeeld bij het 85e Bataljon, beter bekend als de Nova Scotia Highlanders, onderdeel van de 12e Canadese Brigade van de 4e Canadese Divisie.
Op 28 oktober — Johns 20ste verjaardag — verliet de 4e Canadese Divisie het kamp bij Ieper. Ze trokken naar Seine Corner, aan het front, waar ze het 44e Bataljon aflosten bij Keerselaarhoek, tussen Tyne Cot en Passendale. De 29e oktober brachten de mannen door in granaattrechters en smalle loopgraven, ter voorbereiding op de aanval van de volgende dag.
Op 30 oktober 1917 hervatten de Canadezen de aanval op Passendale. Het 85e Bataljon (Nova Scotia Highlanders) volgde de spoorlijn Ieper–Roeselare richting Vienna Cottages — voor de oorlog een verzameling huisjes, genesteld tegen de spoorweg. Het gehucht was herleid tot een aaneenschakeling van granaattrechters. De Nova Scotia Highlanders kregen het zwaar te verduren: de kanonnen die de aanval moesten dekken, zakten weg in de modder en konden nauwelijks ondersteuning bieden. Zodra de Highlanders zich uit het slijk losmaakten, kwamen ze meteen onder hevig vuur te liggen. Maar onstuitbaar was de storm voorwaarts. In ruil voor de stinkende putten bij Vienna Cottages werd de helft van de Highlanders gedood, vermist of gewond. Nog voor hun terugkeer naar Canada plaatste het 85e Bataljon een gedenkzuil op wat ongeveer hun vertrekpositie was geweest.
John, amper 20 jaar oud, sneuvelde op 30 oktober 1917 in de nabijheid van de spoorweg en Vienna Cottages, waar hij een veldgraf kreeg. Volgens zijn steekkaart in de Canada, War Graves Registers (Circumstances of Casualty) werd hij in het hoofd getroffen door een kogel van een machinegeweer, terwijl hij aan de slag was als brancardier. Na de oorlog werd hij herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XXXVI, rij E, graf 23.
Op 28 oktober — Johns 20ste verjaardag — verliet de 4e Canadese Divisie het kamp bij Ieper. Ze trokken naar Seine Corner, aan het front, waar ze het 44e Bataljon aflosten bij Keerselaarhoek, tussen Tyne Cot en Passendale. De 29e oktober brachten de mannen door in granaattrechters en smalle loopgraven, ter voorbereiding op de aanval van de volgende dag.
Op 30 oktober 1917 hervatten de Canadezen de aanval op Passendale. Het 85e Bataljon (Nova Scotia Highlanders) volgde de spoorlijn Ieper–Roeselare richting Vienna Cottages — voor de oorlog een verzameling huisjes, genesteld tegen de spoorweg. Het gehucht was herleid tot een aaneenschakeling van granaattrechters. De Nova Scotia Highlanders kregen het zwaar te verduren: de kanonnen die de aanval moesten dekken, zakten weg in de modder en konden nauwelijks ondersteuning bieden. Zodra de Highlanders zich uit het slijk losmaakten, kwamen ze meteen onder hevig vuur te liggen. Maar onstuitbaar was de storm voorwaarts. In ruil voor de stinkende putten bij Vienna Cottages werd de helft van de Highlanders gedood, vermist of gewond. Nog voor hun terugkeer naar Canada plaatste het 85e Bataljon een gedenkzuil op wat ongeveer hun vertrekpositie was geweest.
John, amper 20 jaar oud, sneuvelde op 30 oktober 1917 in de nabijheid van de spoorweg en Vienna Cottages, waar hij een veldgraf kreeg. Volgens zijn steekkaart in de Canada, War Graves Registers (Circumstances of Casualty) werd hij in het hoofd getroffen door een kogel van een machinegeweer, terwijl hij aan de slag was als brancardier. Na de oorlog werd hij herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XXXVI, rij E, graf 23.
Bronnen 5
Hayes J., The Eighty-Fifth in France and Flanders, (Halifax, Royal Print & Litho Limited, 1922), 90-96. Gebruikte bronnen |
McCarthy Chris., Passchendaele. The Day-by-Day Account (London, Unicorn Publishing Group, 2018) 153. Gebruikte bronnen |
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, Accession 1992-93/166, Box 964 - 28). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries: 85st Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4944, Microfilm reel number: T-10751--T-10752, File number: 454). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 156). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/462011 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=972aba94-bea1-4fc5-a183-d3d291b488cc |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/462011 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/5592201 |