Pte
Donald Burton Mullen
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 27/05/1897 |
Geboorteplaats: Weymouth, Nova Scotia, Canada |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Brass Hill, Nova Scotia, Canada |
Beroep: Klerk - Bediende |
Geloof: Baptist |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 282754 |
Dienstneming datum: 09/03/1916 |
Dienstneming plaats: Barrington Passage, Nova Scotia, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 85th Bn. (Nova Scotia Highlanders) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 30/10/1917 |
Plaats van overlijden: Tiber, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 20 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: XXXVI Rij: G Graf: 18 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Donald Burton Mullen werd geboren in mei 1897 in Weymouth, Nova Scotia. Hij werkte als klerk en trouwde in 1916 met Evelyn Christie in Shelburne, Nova Scotia, waar het jonge gezin zich vestigde. Kort daarna nam Donald dienst in het Canadese Expeditieleger in het nabijgelegen Barrington Passage. Hij werd ingedeeld bij het 85e Bataljon, beter bekend als de Nova Scotia Highlanders, onderdeel van de 12e Canadese Brigade binnen de 4e Canadese Divisie.
Op 28 oktober 1917 trok de 4e Canadese Divisie van hun kamp bij Ieper naar het front, waar ze het 44e Bataljon aflosten bij Keerselaarhoek, tussen Decline Copse langs de spoorlijn en de Passendalestraat. De volgende dag, op 29 oktober, bereidden de soldaten zich voor op de aanval door te schuilen in granaattrechters en nauwe loopgraven.
Op 30 oktober 1917 hervatten de Canadezen hun aanval op Passendale. Het 85e Bataljon volgde de spoorlijn Ieper–Roeselare richting Vienna Cottages — een gehucht dat voor de oorlog bestond uit enkele huisjes tegen de spoorlijn, inmiddels herleid tot een landschap van modder en kraters. De Highlanders kregen het zwaar te verduren: de artillerie die hen moest ondersteunen, verzonk in de modder en kon nauwelijks vuursteun geven. Zodra de mannen zich uit het slijk losmaakten, kwamen ze meteen onder hevig vuur te liggen. Maar onstuitbaar was de storm voorwaarts. In ruil voor de stinkende putten bij Vienna Cottages werd de helft van de Highlanders gedood, vermist of gewond. Nog voor hun terugkeer naar Canada plaatste het 85e Bataljon een gedenkzuil nabij hun vertrekpositie.
Donald werd op 30 oktober 1917 aanvankelijk als gewond en vermist opgegeven. Zijn lichaam werd later teruggevonden en begraven nabij Tiber, Passendale. Na de oorlog werd hij herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XXXVI, rij G, graf 18.
Op 28 oktober 1917 trok de 4e Canadese Divisie van hun kamp bij Ieper naar het front, waar ze het 44e Bataljon aflosten bij Keerselaarhoek, tussen Decline Copse langs de spoorlijn en de Passendalestraat. De volgende dag, op 29 oktober, bereidden de soldaten zich voor op de aanval door te schuilen in granaattrechters en nauwe loopgraven.
Op 30 oktober 1917 hervatten de Canadezen hun aanval op Passendale. Het 85e Bataljon volgde de spoorlijn Ieper–Roeselare richting Vienna Cottages — een gehucht dat voor de oorlog bestond uit enkele huisjes tegen de spoorlijn, inmiddels herleid tot een landschap van modder en kraters. De Highlanders kregen het zwaar te verduren: de artillerie die hen moest ondersteunen, verzonk in de modder en kon nauwelijks vuursteun geven. Zodra de mannen zich uit het slijk losmaakten, kwamen ze meteen onder hevig vuur te liggen. Maar onstuitbaar was de storm voorwaarts. In ruil voor de stinkende putten bij Vienna Cottages werd de helft van de Highlanders gedood, vermist of gewond. Nog voor hun terugkeer naar Canada plaatste het 85e Bataljon een gedenkzuil nabij hun vertrekpositie.
Donald werd op 30 oktober 1917 aanvankelijk als gewond en vermist opgegeven. Zijn lichaam werd later teruggevonden en begraven nabij Tiber, Passendale. Na de oorlog werd hij herbegraven op Tyne Cot Cemetery, perceel XXXVI, rij G, graf 18.
Bronnen 5
Hayes J., The Eighty-Fifth in France and Flanders, (Halifax, Royal Print & Litho Limited, 1922), 90-96. Gebruikte bronnen |
McCarthy Chris., Passchendaele. The Day-by-Day Account (London, Unicorn Publishing Group, 2018) 153. Gebruikte bronnen |
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, Accession 1992-93/166, Box 6470 - 5). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries: 85th Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4944, Microfilm reel number: T-10751--T-10752, File number: 454). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 216). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/464037 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=ec0489c0-1729-40ae-98ed-d5ce948415f4 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/464037 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/5682749 |