L/Cpl
Henry Greer Mills
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1890 |
Geboorteplaats: Holywood, County Down, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Culloden Cottage, Marino, Holywood, County Down, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Tuinman |
Geloof: Church of Ireland |
Informatie legerdienst
Land: Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Lance Corporal |
Service nummer: 18479 |
Dienstneming plaats: Holywood, County Down, Ierland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Royal Irish Rifles, 13th Bn. (1st County Down) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 16/08/1917 |
Plaats van overlijden: Somme - Wiesengut, Sint-Juliaan, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 27 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: III Rij: D Graf: 3 |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 5
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Plaats van tewerkstelling | ||
#4 | Dienstneming plaats | ||
#5 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Henry Greer Mills werd omstreeks 1890 geboren in Holywood, County Down. De familie Mills woonde in Marino, net ten noorden van Holywood, waar Henry samen met zijn vader werkte als tuinier op het Culloden Estate, toen eigendom van de Church of Ireland en de residentie van de Lord Bishop of Down, Connor and Dromore. Henry woonde in een cottage op het landgoed.
De jonge tuinier meldde zich in Holywood bij de British Expeditionary Force. Hij diende aan het Westfront bij het 13th Battalion (1st County Down) van de Royal Irish Rifles, onderdeel van de 108th Brigade binnen de 36th (Ulster) Division.
Op 16 augustus 1917 nam de 36th (Ulster) Division stelling net ten zuiden van het dorp Sint-Juliaan. De divisie rukte op met twee brigades: de 109th Brigade op de linkerflank en de 108th Brigade op de rechterflank van het divisiefront. Rechts van hen bevond zich de 16th (Irish) Division. De bataljons van de 108th Brigade die aan de aanval deelnamen, waren het 9th Royal Irish Fusiliers en het 13th Royal Irish Rifles; het 12th Royal Irish Rifles stond in ondersteuning en het 11th Royal Irish Rifles bevond zich in reserve.
Om 4.45 uur begon de aanval. Het 13th Royal Irish Rifles rukte op achter een rollend artilleriebombardement, maar kon het tempo niet bijhouden door het moerassige terrein. Het slagveld was bezaaid met ondergelopen granaattrechters en overstroomde loopgraven. Bovenop die moeilijke omstandigheden kwamen de voorste linies onder zwaar mitrailleur- en geweervuur vanuit bunkers bij Somme Farm. De manschappen slaagden erin Somme te passeren, maar konden het niet innemen, waardoor de compagnieën zich genoodzaakt zagen zich in de buurt in te graven.
Ondersteuning en reserves werden naar voren gestuurd om de aanval te versterken, maar hun opmars werd zwaar gehinderd door mitrailleurvuur vanuit Gallipoli, Hindu Cottage en Aisne Farm aan de rechterzijde, en vanuit Pond Farm en opnieuw Hindu Cottage aan de linkerzijde. Een uur na het begin van de aanval trok het bataljon zich terug naar de oorspronkelijke stellingen. Daar werden de overlevenden verzameld, en met versterking van manschappen van het bataljonshoofdkwartier werd nog een poging ondernomen om Somme in te nemen — tevergeefs. De aanval werd snel uiteengeslagen door intens Duits kruisvuur, waarna de troepen zich opnieuw terugtrokken. De bataljons van de 108th Brigade raakten verspreid en vermengd langs hun oorspronkelijke linie. Officieren reorganiseerden de manschappen en begonnen de linie te versterken. De volgende dag werd de 108th Brigade afgelost door de 107th Brigade.
De aanval was een regelrechte ramp. De twee Ierse divisies boekten nauwelijks merkbare vooruitgang. Er werden geen verdere aanvallen uitgevoerd door de 36th (Ulster) Division.
Lance Corporal Henry Greer Mills, 27 jaar oud, sneuvelde op 16 augustus 1917. Hij werd aanvankelijk begraven bij Somme. Na de oorlog kreeg hij zijn definitieve rustplaats op Tyne Cot Cemetery, Plot III, Rij D, Graf 3.
De jonge tuinier meldde zich in Holywood bij de British Expeditionary Force. Hij diende aan het Westfront bij het 13th Battalion (1st County Down) van de Royal Irish Rifles, onderdeel van de 108th Brigade binnen de 36th (Ulster) Division.
Op 16 augustus 1917 nam de 36th (Ulster) Division stelling net ten zuiden van het dorp Sint-Juliaan. De divisie rukte op met twee brigades: de 109th Brigade op de linkerflank en de 108th Brigade op de rechterflank van het divisiefront. Rechts van hen bevond zich de 16th (Irish) Division. De bataljons van de 108th Brigade die aan de aanval deelnamen, waren het 9th Royal Irish Fusiliers en het 13th Royal Irish Rifles; het 12th Royal Irish Rifles stond in ondersteuning en het 11th Royal Irish Rifles bevond zich in reserve.
Om 4.45 uur begon de aanval. Het 13th Royal Irish Rifles rukte op achter een rollend artilleriebombardement, maar kon het tempo niet bijhouden door het moerassige terrein. Het slagveld was bezaaid met ondergelopen granaattrechters en overstroomde loopgraven. Bovenop die moeilijke omstandigheden kwamen de voorste linies onder zwaar mitrailleur- en geweervuur vanuit bunkers bij Somme Farm. De manschappen slaagden erin Somme te passeren, maar konden het niet innemen, waardoor de compagnieën zich genoodzaakt zagen zich in de buurt in te graven.
Ondersteuning en reserves werden naar voren gestuurd om de aanval te versterken, maar hun opmars werd zwaar gehinderd door mitrailleurvuur vanuit Gallipoli, Hindu Cottage en Aisne Farm aan de rechterzijde, en vanuit Pond Farm en opnieuw Hindu Cottage aan de linkerzijde. Een uur na het begin van de aanval trok het bataljon zich terug naar de oorspronkelijke stellingen. Daar werden de overlevenden verzameld, en met versterking van manschappen van het bataljonshoofdkwartier werd nog een poging ondernomen om Somme in te nemen — tevergeefs. De aanval werd snel uiteengeslagen door intens Duits kruisvuur, waarna de troepen zich opnieuw terugtrokken. De bataljons van de 108th Brigade raakten verspreid en vermengd langs hun oorspronkelijke linie. Officieren reorganiseerden de manschappen en begonnen de linie te versterken. De volgende dag werd de 108th Brigade afgelost door de 107th Brigade.
De aanval was een regelrechte ramp. De twee Ierse divisies boekten nauwelijks merkbare vooruitgang. Er werden geen verdere aanvallen uitgevoerd door de 36th (Ulster) Division.
Lance Corporal Henry Greer Mills, 27 jaar oud, sneuvelde op 16 augustus 1917. Hij werd aanvankelijk begraven bij Somme. Na de oorlog kreeg hij zijn definitieve rustplaats op Tyne Cot Cemetery, Plot III, Rij D, Graf 3.
Bronnen 4
13 Battalion Royal Irish Rifles (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/2506/3). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
British Army World War I Medal Rolls Index Cards, 1914-1920 (The National Archives, Kew (TNA), WO372). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census of Ireland 1901/1911 (The National Archives of Ireland, Dublin (NAI)). https://www.nationalarchives.ie/ Gebruikte bronnen |
McCarthy Chris., Passchendaele. The Day-by-Day Account (London, Unicorn Publishing Group, 2018) 52-55. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/463968 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=efbfd1d4-c870-4db6-a17c-78a2b80f200d |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/3049832 |