2nd Lt
John Low
Informatie over geboorte
|
Geboortedatum: 01/11/1894 |
|
Geboorteplaats: Balquhindachy, Turriff, Aberdeenshire, Schotland, Verenigd Koninkrijk |
Informatie legerdienst
|
Land: Schotland, Verenigd Koninkrijk |
|
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
|
Rang: Second Lieutenant |
|
Dienstneming datum: 19/10/1914 |
|
Eenheden: — King's Royal Rifle Corps, 13th Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
|
Datum van overlijden: 10/01/1918 |
|
Plaats van overlijden: Circus Point, Zandvoorde, België |
|
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
|
Leeftijd: 23 |
Gedenkplaats
|
Tyne Cot Memorial Paneel: 115 |
Onderscheidingen en medailles 4
|
1914-15 Star Medaille |
|
British War Medal Medaille |
|
Mentioned in Despatches Honourable mentioning — 24/05/1918 |
|
Victory Medal Medaille |
Points of interest 2
| #1 | Geboorteplaats | ||
| #2 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
John Low werd op 1 november 1894 geboren in Balquhindachy, Turriff, Aberdeenshire, Schotland. Hij was de zoon van landbouwer William en Jane Gammie. Op 19 oktober 1914 sloot John zich aan bij het 4e Bataljon Gordon Highlanders. Hij diende bij het Britse Expeditieleger in Frankrijk en Vlaanderen van februari 1915 tot zijn terugkeer in januari 1917. John trainde in Aldershot tot 30 augustus 1917, toen hij werd bevorderd tot second luitenant. Hij diende als second luitenant bij het 13de Bataljon King's Royal Rifle Corps, dat deel uitmaakte van de 111de Brigade, van de 37ste Divisie.
Op 5 januari 1918 loste het 13de Bataljon King's Royal Rifle Corps de troepen aan het front ten westen van Zandvoorde af. Ze bezetten de frontlijn vanaf een punt ten zuiden van Zandvoordebos tot een punt ten zuiden van Potsdam Farm. Het bataljon werd in drie groepen gesplitst met de Desperado's (een overvaller) in reserve op Hill 60. Hierdoor konden de manschappen in de frontlinie elke 24 uur worden gerouleerd. De linkergroep (een deel van "B" en "D" Company) hadden hun hoofdkwartier in de frontlinie bij Top House, de middengroep (een deel van "A", "B" en "D" Company) bij Wood Farm en de rechtergroep ("A" Company) bij Chateau Dugouts. Het 13de Bataljon voltooide hun aflossing om 7.45 uur op 5 januari.
In de nacht van 6 op 7 januari werden drie patrouilles uitgevoerd. De eerste werd geleid door 2/Lt Low en 2/Lt Campbell. Zij verkenden Circus Point, ten oosten van May Farm. Een tweede patrouille onder leiding van 2/Lt Marshall en de laatste patrouille onder leiding van 2/Lt Meikle verkenden Moat Farm voor een komende inval. De volgende nacht werden nog twee patrouilles uitgevoerd. Een patrouille onder leiding van 2/Lt Marshall keerde terug naar Moat Farm en een andere onder leiding van 2/Lt Low en 2/Lt Campbell verkenden de prikkeldraadversperring ten oosten van Circus Point. Op 8 januari werden geen patrouilles uitgevoerd.
In de nacht van 9 op 10 januari 1918 werden aanvallen uitgevoerd op Moat Farm en een bunker bij Circus Point, maar het is onduidelijk wat er gebeurde. In het oorlogsdagboek staat "Zie verslagen, schetsen enz." maar helaas zijn deze documenten verloren gegaan. Het bataljon werd in de avond van 11 januari afgelost en die was voltooid om 23.00 uur.
John Low, 23 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 10 januari 1918. Hij sneuvelde toen hij het bevel voerde over de overval op de bunker bij Circus Point. Een brief van zijn commandant aan zijn moeder geeft meer details over zijn dood: "Toen hij zijn instructies opvolgde om gevangenen te nemen, stortte hij zich in de bunker. Dit ondanks het feit dat hij nog steeds niet de verzekering had dat [de Duitse militairen] bereid waren zich over te geven. De meesten waren bereid zich over te geven, maar de leider, die zich verraderlijk verborg achter een man die zijn hand omhoog had, leidde door een list zijn aandacht af; deze man riep in uitstekend Engels: "Kijk uit, meneer, er is er nog één achter u!" Uw zoon draaide zich om en hij schoot hem neer. Ik geloof, door de nek. Hij viel en degenen in de bunker bij hem waren zeiden dat hij dood was." Second Luitenant Low heeft geen bekend graf en wordt herdacht op paneel 115 van het Tyne Cot Memorial.
Op 5 januari 1918 loste het 13de Bataljon King's Royal Rifle Corps de troepen aan het front ten westen van Zandvoorde af. Ze bezetten de frontlijn vanaf een punt ten zuiden van Zandvoordebos tot een punt ten zuiden van Potsdam Farm. Het bataljon werd in drie groepen gesplitst met de Desperado's (een overvaller) in reserve op Hill 60. Hierdoor konden de manschappen in de frontlinie elke 24 uur worden gerouleerd. De linkergroep (een deel van "B" en "D" Company) hadden hun hoofdkwartier in de frontlinie bij Top House, de middengroep (een deel van "A", "B" en "D" Company) bij Wood Farm en de rechtergroep ("A" Company) bij Chateau Dugouts. Het 13de Bataljon voltooide hun aflossing om 7.45 uur op 5 januari.
In de nacht van 6 op 7 januari werden drie patrouilles uitgevoerd. De eerste werd geleid door 2/Lt Low en 2/Lt Campbell. Zij verkenden Circus Point, ten oosten van May Farm. Een tweede patrouille onder leiding van 2/Lt Marshall en de laatste patrouille onder leiding van 2/Lt Meikle verkenden Moat Farm voor een komende inval. De volgende nacht werden nog twee patrouilles uitgevoerd. Een patrouille onder leiding van 2/Lt Marshall keerde terug naar Moat Farm en een andere onder leiding van 2/Lt Low en 2/Lt Campbell verkenden de prikkeldraadversperring ten oosten van Circus Point. Op 8 januari werden geen patrouilles uitgevoerd.
In de nacht van 9 op 10 januari 1918 werden aanvallen uitgevoerd op Moat Farm en een bunker bij Circus Point, maar het is onduidelijk wat er gebeurde. In het oorlogsdagboek staat "Zie verslagen, schetsen enz." maar helaas zijn deze documenten verloren gegaan. Het bataljon werd in de avond van 11 januari afgelost en die was voltooid om 23.00 uur.
John Low, 23 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 10 januari 1918. Hij sneuvelde toen hij het bevel voerde over de overval op de bunker bij Circus Point. Een brief van zijn commandant aan zijn moeder geeft meer details over zijn dood: "Toen hij zijn instructies opvolgde om gevangenen te nemen, stortte hij zich in de bunker. Dit ondanks het feit dat hij nog steeds niet de verzekering had dat [de Duitse militairen] bereid waren zich over te geven. De meesten waren bereid zich over te geven, maar de leider, die zich verraderlijk verborg achter een man die zijn hand omhoog had, leidde door een list zijn aandacht af; deze man riep in uitstekend Engels: "Kijk uit, meneer, er is er nog één achter u!" Uw zoon draaide zich om en hij schoot hem neer. Ik geloof, door de nek. Hij viel en degenen in de bunker bij hem waren zeiden dat hij dood was." Second Luitenant Low heeft geen bekend graf en wordt herdacht op paneel 115 van het Tyne Cot Memorial.
Bronnen 2
|
13 Battalion King's Royal Rifle Corps (The National Archives, Kew (TNA), British Army war diaries 1914-1922, WO 95/2533/3). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
|
De Ruvigny's roll of honour 1914-18 : a biographical record of members of His Majesty's naval and military forces who fell in the Great War 1914-1918 (Uckfield: Naval & Military Press, 2010), 114. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
|
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/833241 |
|
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=ab7ad2bf-4ba0-4e9d-9522-a7bf11213403 |
|
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/2710960 |