OLt - SLt
Antoine Marie Joseph Hubert Corneille Leytens
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 07/01/1896 |
Geboorteplaats: Antwerpen, Provincie Antwerpen, België |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Schaarbeek, Brussel, België |
Geloof: Rooms-katholiek |
Informatie legerdienst
Land: België |
Strijdmacht: Belgisch leger |
Rang: Onderluitenant |
Service nummer: O/8089 |
Eenheden: — 3/I/4de regiment karabiniers - 3/I/4ème régiment de carabiniers (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 28/09/1918 |
Plaats van overlijden: Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 22 |
Onderscheidingen en medailles 3
IJzermedaille - Médaille de l'Yser Medaille |
Leopoldsorde - Ordre de Léopold Medaille |
Oorlogskruis - Croix de guerre (BE) Medaille |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Antoine Leytens, een Onderluitenant bij het 1ste bataljon, 4de Regiment Karabiniers, komt op 28 september 1918, de eerste dag van het Eindoffensief, om het leven. Hij is dan pas 22 jaar. Ondanks zijn jonge leeftijd is Antoine al vier jaar onder de wapenen.
Tijdens de Slag aan de IJzer, bij de tegenaanval op Tervate, in oktober 1914, raakt hij een eerste maal gewond. Na zijn herstel wordt hij bevordert tot onderofficier. In juli 1918 wordt Antoine geprezen in de dagorders. Nadat diens bevelvoerende officier gewond raakt tijdens een raid bij Sint-Joris, neemt Antoine het bevel van de patrouille op zich. Zijn actie gaat niet onopgemerkt voorbij. En op 22 september 1918, aan de vooravond van het Eindoffensief wordt Antoine tot Onderluitenant bevorderd.
Midden in de nacht van 27 op 28 september licht de horizon op tussen Ieper en Diksmuide. Duizenden stukken geschut open het vuur op de Duitse stellingen. Het lawaai is beklemmend. Het wachten ondragelijk. Om 5:30 uur klinkt het sein tot de aanval. Onder een striemende regen verlaten de aanvallers hun stellingen en maken de verdedigers zich op voor de confrontatie.
De 4de Karabiniers, samen met de 1ste en 2de Grenadiers opereren op de zuidelijke flank van het Belgische Leger. Hun doel; de geduchte hoogtes bij Passendale. Voor hen liggen de jongens van de 12. Königlich Bayerische Division. De eerste drie Duitse linies vallen snel. De stellingen zijn weinig versterkt, dun bemand en waren zwaar op de korrel genomen door de artillerie.
Tegen de middag bevindt de Belgische infanterie zich aan de heuvelrug. Hier wordt een adempauze ingelast. De onderbreking moet de artillerie de kans geven om vooruitgeschoven posities in te nemen. De infanterie kan even op adem komen. Maar ook de Duitsers maken gebruik van de adempauze om zich te herorganiseren. Wanneer de aanval wordt hervat, ondervinden de Belgen hevige weerstand.
Toch kunnen de 4de Karabiniers en 2de Grenadiers tot Passendale. Een scherpe tegenaanval stopt de opmars van de Grenadiers net ten westen van Passendale. Tegen de avond hebben de Belgen de zuid-, west- en noordflank van Passendale bereikt, maar de Duitsers behouden de controle over het dorp.
Pas rond 18.30 uur slagen de 4de Karabiniers erin om de puinen van Passendale binnen te trekken. Ze gaan met handgranaten en bajonetten van kelder naar kelder tot aan de ruïne die ooit de kerk van Passendale was. Toch blijven Westrozebeke en een deel van Passendale nog in Duitse handen. Pas op de volgende dag trekken de Duitsers zich terug en wordt de gehele heuvelrug ingenomen. De opmars richting Roeselare kan worden voortgezet.
Antoine zal de doorbraak niet meer meemaken. Hij sneuvelt voor Passendale. De jongeling uit Schaarbeek, heef geen gekend graf. Enkele dagen voor zijn dood, schrijft hij zijn ouders een laatste maal, met een beklemd hart:
"Als ik niet terugkom, is het omdat ik gevallen ben, zonder veel trots misschien (vandaag telt moed nog voor weinig), maar plichtsbewust. […] "Indien jullie deze brief ontvangen, is het omdat het geschreven stond dat ik jullie nooit meer zal zien. Ik smeek jullie om me te gedenken zonder al te veel verdriet.”
Tijdens de Slag aan de IJzer, bij de tegenaanval op Tervate, in oktober 1914, raakt hij een eerste maal gewond. Na zijn herstel wordt hij bevordert tot onderofficier. In juli 1918 wordt Antoine geprezen in de dagorders. Nadat diens bevelvoerende officier gewond raakt tijdens een raid bij Sint-Joris, neemt Antoine het bevel van de patrouille op zich. Zijn actie gaat niet onopgemerkt voorbij. En op 22 september 1918, aan de vooravond van het Eindoffensief wordt Antoine tot Onderluitenant bevorderd.
Midden in de nacht van 27 op 28 september licht de horizon op tussen Ieper en Diksmuide. Duizenden stukken geschut open het vuur op de Duitse stellingen. Het lawaai is beklemmend. Het wachten ondragelijk. Om 5:30 uur klinkt het sein tot de aanval. Onder een striemende regen verlaten de aanvallers hun stellingen en maken de verdedigers zich op voor de confrontatie.
De 4de Karabiniers, samen met de 1ste en 2de Grenadiers opereren op de zuidelijke flank van het Belgische Leger. Hun doel; de geduchte hoogtes bij Passendale. Voor hen liggen de jongens van de 12. Königlich Bayerische Division. De eerste drie Duitse linies vallen snel. De stellingen zijn weinig versterkt, dun bemand en waren zwaar op de korrel genomen door de artillerie.
Tegen de middag bevindt de Belgische infanterie zich aan de heuvelrug. Hier wordt een adempauze ingelast. De onderbreking moet de artillerie de kans geven om vooruitgeschoven posities in te nemen. De infanterie kan even op adem komen. Maar ook de Duitsers maken gebruik van de adempauze om zich te herorganiseren. Wanneer de aanval wordt hervat, ondervinden de Belgen hevige weerstand.
Toch kunnen de 4de Karabiniers en 2de Grenadiers tot Passendale. Een scherpe tegenaanval stopt de opmars van de Grenadiers net ten westen van Passendale. Tegen de avond hebben de Belgen de zuid-, west- en noordflank van Passendale bereikt, maar de Duitsers behouden de controle over het dorp.
Pas rond 18.30 uur slagen de 4de Karabiniers erin om de puinen van Passendale binnen te trekken. Ze gaan met handgranaten en bajonetten van kelder naar kelder tot aan de ruïne die ooit de kerk van Passendale was. Toch blijven Westrozebeke en een deel van Passendale nog in Duitse handen. Pas op de volgende dag trekken de Duitsers zich terug en wordt de gehele heuvelrug ingenomen. De opmars richting Roeselare kan worden voortgezet.
Antoine zal de doorbraak niet meer meemaken. Hij sneuvelt voor Passendale. De jongeling uit Schaarbeek, heef geen gekend graf. Enkele dagen voor zijn dood, schrijft hij zijn ouders een laatste maal, met een beklemd hart:
"Als ik niet terugkom, is het omdat ik gevallen ben, zonder veel trots misschien (vandaag telt moed nog voor weinig), maar plichtsbewust. […] "Indien jullie deze brief ontvangen, is het omdat het geschreven stond dat ik jullie nooit meer zal zien. Ik smeek jullie om me te gedenken zonder al te veel verdriet.”
Bronnen 4
J. Verspreet (red.), Kroniek van de Belgische Regimenten Karabiniers 1830-1992: Deel 2 De Karabiniers tijdens de Grote Oorlog 1914-1918 (Evere, Printing House of Defence, 2003), 155-156. Gebruikte bronnen |
Marcel Weemaes, Van de IJzer tot Brussel: Het Bevrijdingsoffensief van het Belgische Leger 28 september 1918 (Marcinelle, Maison d'Edition, 1972), 80-83. Gebruikte bronnen |
René Lyr, Nos héros morts pour la patrie : l'épopée Belge de 1914 à 1918 (Brussel, Van der Elst, 1920), 90 -93. Gebruikte bronnen |
Tom Simoens, “Het Bevrijdingsoffensief: Het Belgische leger bewijst zijn gevechtswaarde (September-November 1918)” In: Luc De Vos (ed.), 14-18 Oorlog in België. (Leuven, Davidsfonds, 2014), 470. Gebruikte bronnen |
Meer informatie 2
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=603EB767-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030 |
Belgian War Dead Register https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=27281 |