Gfr
Paul Aberl
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 20/06/1883 |
Geboorteplaats: Allershausen, Oberbayern, Koninkrijk Beieren, Duitse Keizerrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Kranzberg, Oberbayern, Koninkrijk Beieren, Duitse Keizerrijk |
Beroep: Dagloner |
Geloof: Rooms-katholiek |
Informatie legerdienst
Land: Duitse Keizerrijk |
Strijdmacht: Deutsches Heer |
Rang: Gefreiter |
Dienstneming datum: 05/08/1914 |
Eenheden: — 8. Kompagnie, II. Bataillon, Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2 (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 26/10/1917 |
Plaats van overlijden: Kruiseke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 34 |
Begraafplaats
Deutscher Soldatenfriedhof Langemark (Kameradengrab) Plot: Onbekend Rij: Onbekend Graf: Onbekend |
Onderscheidingen en medailles 2
Bayer. Militair-Verdienstkreuz III. Klasse mit der Krone und mit Schwertern Medaille — 16/09/1915 |
Eiserne Kreuz II. Klasse Medaille — 05/07/1917 |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Paul Aberl, een voormalig dagloner, werd geboren op 20 februari 1893 in Allershausen, Oberbayern, Koninkrijk Beieren. Hij was de zoon van Peter en Genofeva Maier. Paul, zijn vrouw Minna Grassl en hun twee kinderen (volgens sommige bronnen drie) woonden in Kranzberg, Oberbayern. Hij had zijn militaire dienstplicht vervuld tussen 1905-1907 en werd opgeroepen op 5 augustus 1914. In 1917 diende hij als gefreiter in de 8. Kompagnie, II. Bataillon, Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2, onderdeel van het 1. Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Brigade, van het 1. Kgl. Bayer. Reserve-Division.
Op 8 oktober 1917 loste het Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2 Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 98 af aan het front ten westen van Zandvoorde. Zij hadden het Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 1 aan hun linkerzijde en Infanterie-Regiment 139 aan hun rechterzijde. De belangrijkste verdedigingslinie was het lagergelegen terrein van de Bassevillebeek, maar het regiment had ook twee vooruitgeschoven bolwerken genaamd "Drossel-West" en "Fink". Deze sector van het front was relatief rustig omdat de belangrijkste geallieerde aanval meer naar het noorden bij Geluveld lag. De meeste slachtoffers vielen door artillerie toen compagnieën elkaar aflosten tussen het front bij Zandvoorde, ondersteuningsgebied bij Kruiseik en rustgebied bij Geluwe. Deze posities werden behouden tot het regiment op 12 februari 1918 werden afgelost.
Op 26 oktober 1917 werd het regiment in groot alarm geplaatst vanwege het begin van een hernieuwde geallieerde aanval, die later bekend zou staan als de Tweede Slag om Passendale. Op dezelfde dag werd het II. Bataillon - dat tot dan toe in Geluwe rustte - naar Kruiseke verplaatst, waar het door beschietingen aanzienlijke verliezen leed.
Paul Aberl, 34 jaar oud, sneuvelde op 26 oktober 1917. De kriegsstammrolle vermeldt dat Paul stierf nadat hij door granaatscherven in het hoofd was geraakt en werd begraven op Hill 45 ongeveer 600 meter ten zuiden van Kruiseke (Hill 45 ligt net ten westen van Kruiseke). Gefreiter Aberl heeft geen bekend graf en wordt herdacht op de Kameradengraf op het Deutscher Soldatenfriedhof Langemark.
Op 8 oktober 1917 loste het Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2 Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 98 af aan het front ten westen van Zandvoorde. Zij hadden het Kgl. Bayer. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 1 aan hun linkerzijde en Infanterie-Regiment 139 aan hun rechterzijde. De belangrijkste verdedigingslinie was het lagergelegen terrein van de Bassevillebeek, maar het regiment had ook twee vooruitgeschoven bolwerken genaamd "Drossel-West" en "Fink". Deze sector van het front was relatief rustig omdat de belangrijkste geallieerde aanval meer naar het noorden bij Geluveld lag. De meeste slachtoffers vielen door artillerie toen compagnieën elkaar aflosten tussen het front bij Zandvoorde, ondersteuningsgebied bij Kruiseik en rustgebied bij Geluwe. Deze posities werden behouden tot het regiment op 12 februari 1918 werden afgelost.
Op 26 oktober 1917 werd het regiment in groot alarm geplaatst vanwege het begin van een hernieuwde geallieerde aanval, die later bekend zou staan als de Tweede Slag om Passendale. Op dezelfde dag werd het II. Bataillon - dat tot dan toe in Geluwe rustte - naar Kruiseke verplaatst, waar het door beschietingen aanzienlijke verliezen leed.
Paul Aberl, 34 jaar oud, sneuvelde op 26 oktober 1917. De kriegsstammrolle vermeldt dat Paul stierf nadat hij door granaatscherven in het hoofd was geraakt en werd begraven op Hill 45 ongeveer 600 meter ten zuiden van Kruiseke (Hill 45 ligt net ten westen van Kruiseke). Gefreiter Aberl heeft geen bekend graf en wordt herdacht op de Kameradengraf op het Deutscher Soldatenfriedhof Langemark.
Bronnen 2
Helbing, Max, Ernst Ritter von Brunner, en Martin Ritter von Dittelberger. Das K.B. Reserve-Infanterie-Regiment Nr. 2. (München: Verlag Bayerisches Kriegsarchiv, 1926), 114-117. https://digital.wlb-stuttgart.de/index.php?id=6&tx_dlf%5Bid%5D=8367&tx_dlf%5Bpage%5D=1 Gebruikte bronnen |
Kriegsstammrollen, 1914-1918. (Bayerisches Staatsarchiv, München (HStA), Abteilung IV, Kriegsarchiv). https://www.gda.bayern.de/die-staatlichen-archive-bayerns/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 2
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=d39007a2-3466-49b4-ac30-b36e7ed17abf |
Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge https://www.volksbund.de/erinnern-gedenken/graebersuche-online/detail/8c2e81a9af88498dad77e5e879224d16 |