Informatie over geboorte

Geboortedatum:
15/01/1898

Informatie legerdienst

Land:
Duitse Keizerrijk
Strijdmacht:
Deutsches Heer

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
14/03/1980
Leeftijd:
82

Begraafplaats of gedenkplaats

Er is geen begraafplaats of gedenkplaats bekend van deze militair.

Mijn verhaal

Toen Wilhelm Segin op 15 januari 1898 in Wewelsburg, Noordrijn-Westfalen werd geboren, was zijn vader Caspar 39 en zijn moeder Theresia 23 jaar oud. Zijn vader baatte een herberg uit. Een briefkaart uit de jaarwisseling van 1915 - 1916 onthult de perfide manier waarop men de jeugd trachtte te overhalen om ten strijde te trekken: "Moge je wens spoedig in vervulling gaan, zodat je het vaderland nog goede diensten kunt bewijzen en dan na een glorieuze overwinning als een jonge held getooid met een ijzeren kruis en vele onderscheidingen naar huis kunt terugkeren." Casper Segin trok de toestemming die hij zijn zoon gaf om in het leger te gaan echter in. Wilhelm moest eerst nog een jaar school lopen aan het Gymnasium Theodorianum in het nabijgelegen Paderborn.

Op 4 december 1916 werd Wilhelm opgeroepen voor het Duitse leger. Hij was toen 18 jaar oud. Wilhelm werd bij de derde compagnie van Infanterieregiment 457 (IR 457). ondergebracht. Hij had sinds het voorjaar van 1917 gevochten, eerst in Frankrijk om uiteindelijk ook deel te nemen aan de Derde Slag om Ieper. Op 26 september 1917 bereikten ze als reservetroepen de ruïnes van het vooroorlogse gehucht Molenaarelsthoek. Al snel werden ze noordwaarts gedwongen vanwege het zware Britse verzet dat ze ontmoetten. Het verslag dat Wilhelm, Musketier, optekende van 25 en 26 september 1917, de dag dat hij gewond raakte, zegt: "Onder elke stalen helm staart een ernstig gezicht de wereld in, verloren in dromen maar vastberaden... Een pauze... Voorwaarts... Eindelijk 'Stop!'”.

Vervolgens werd een beschrijving gegeven van de verschrikkingen die de jonge mannen onder massaal granaatvuur bij het front in Molenaarelsthoek meemaakten: "De oren horen al niet meer elke klap, maar alleen een enorme, ononderbroken donder en crash: de ogen doen pijn en kunnen de trillende, zwavelkleurige flitsen nauwelijks meer zien. […] De longen werken hard en hebben niet genoeg luchttoevoer. […] Men voelt slechts hoe machteloos een arm mensje staat tegenover de hagel van ijzer en heeft slechts één wens: weg, weg, zo snel mogelijk!"

De laatste zinnen die Wilhelm neerpende in zijn verslag alluderen op wat hemzelf overkwam: “Da, waren das Schreie? Das Donnerkrachen verschlingt jedes Geräusch. Nur weiter! weiter!... Da wird es heller. Durch! Gott sei Dank!... Da tauchen auch Kameraden auf. Irgendwo vor uns muss Molenaarelsthoek liegen. Hier warten! Jeder verschwindet im Boden. Noch ein paar Kameraden reißt die Granate aus der Reihe. Die anderen erwarten den Befehl zum Vorrücken. Doch der kommt nicht mehr.” ("Daar, was dat geschreeuw? De donderslag slokt elk geluid op. Ga door! Ga door!... Daar wordt het helderder. Door! Godzijdank. Er verschijnen kameraden. Ergens verderop moet Molenaarelsthoek zijn. Wacht hier! Iedereen verdwijnt in de grond. Nog een paar kameraden worden door de granaat uit de rij gerukt. De anderen wachten op het bevel om op te rukken. Maar het komt niet meer.")

Wilhelm raakte ernstig gewond tijdens de gevechten van 26 september 1917 nabij het Polygonebos. Hij werd aan zijn rug getroffen door verschillende granaatsplinters. Het is zeer waarschijnlijk dat hij gewond raakte tijdens de eigenlijke tegenaanval, zoals die vermeld werd in een voetnoot in “Das Buch der 236. I.D.”. Wilhelm werd overgebracht naar veldhospitaal 112 te Izegem. Hier onderging hij verschillende operaties. Desondanks werd hij later als “70 procent beschadigd door de oorlog” bestempeld. Vervolgens was hij tot mei 1918 in Buch bij Potsdam. Vanaf mei onderging hij verdere operaties in Paderborn en later in Münster.

Door zijn gezondheidsproblemen werd hij slechts "voorwaardelijk geschikt" geacht om theologie te studeren. In 1933, bijna 16 jaar na zijn verwonding, lag hij nog enkele maanden in het ziekenhuis met de aanslepende wonde aan zijn rug. Ondanks zijn hobbelig parcours zal Wilhelm lesgeven. Een schoolrapport voor aankomende leraren uit 1929 vermeldt: "Helaas heeft ernstige oorlogsschade zijn gezondheid aangetast. Dapper vecht hij echter tegen opkomende vlagen van lichamelijke zwakte." Tien jaar later trouwde hij met Hildehard Meschede. Hun eerstgeboren dochter, die in de oorlogswinter van 1941 werd geboren, heet – niet toevallig – Irene. Ze werd vernoemd naar de Griekse godin van de vrede, Eirene. Later gaf Wilhelm Duits en geschiedenis aan het Theodorianum in Paderborn. Wilhelm Segin overleed op 14 maart 1980 op 82-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het Westfriedhof te Paderborn, een begraafplaats ten westen van de stad waar hij lesgaf en woonde.

Bestanden 3