Uffz.
Walter Flindt
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 31/01/1895 |
Geboorteplaats: Nusse, Lübeck, Vrije en Hanzestad Lübeck, Duitse Keizerrijk |
Informatie legerdienst
Land: Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk |
Strijdmacht: Deutsches Heer |
Rang: Unteroffizier |
Eenheden: — 2. Kompagnie, I. Bataillon, Garde-Grenadier-Regiment Nr. 5 (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 04/10/1917 |
Plaats van overlijden: Zonnebeke, België |
Leeftijd: 22 |
Points of interest 2
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Walter Flindt werd op 31 januari 1895 geboren in Nusse, bij Lübeck. Op 11 juni 1917 stuurde Walter een briefkaart naar Mariecken Flindt. Zij was vermoedelijk zijn zuster. De briefkaart toont 11 soldaten van het 5e Garde-Grenadier-Regiment. Opvallend is de jongen vooraan die als enige een bloem vasthoudt. Op de achterkant schreef hij een korte boodschap.
Voorafgaand aan de operatie behoorde Walter Flindt, onderofficier van het Garde-Grenadier-Regiment 5 (5. Garde-Infanterie-Brigade, 4. Garde-Division) tot de reservetroepen in het achterland. Op 27 september kwam daar verandering in en kreeg de 4e Garde Divisie orders om de 3e Reserve Divisie af te lossen tussen Molenaarelsthoek en Zonnebeke. Daarbij namen twee regimenten van de 5. Garde-Infanterie-Brigade, de frontpositie over: het Garde-Grenadier-Regiment 5 (GGR5) in het noorden en het Garde-Regiment zu Fuß 5 (GRzF5) in het zuiden. Op 28 september, om 4 uur 's ochtends, volgt de aflossing. 's avonds nam ook de GRzF5 zijn posities in. Hun indruk van het front bij Zonnebeke noteerden ze in de regimentsgeschiedenis:
"In de trechterstelling liggen talrijke lijken en allerlei afval tussen huispuin. Boomstronken geven aan dat hier ook ooit bos was. Zonnebeke is één grote steenhoop".
Bij de troepenwissel werd het 3e bataljon, III./GGR5 in de voorste linie geplaatst, terwijl II./GGR5 de tweede lijn overneemt en I./GGR5 in reserve lag. De noordelijke vleugel van hun front lag op slechts 200 meter van de kerk van Zonnebeke in noordwestelijke richting. Aan de andere kant van het front, dat vlak door de verwoeste dorpskern van Zonnebeke liep, lag de 7de Brigade van de 2de Australische Divisie.
De Geallieerden waren ervan overtuigd dat de verovering van de heuvelrug bij Broodseinde beslissend zou zijn voor hun Vlaams offensief. De inname was aanvankelijk gepland voor 6 oktober. Maar met de herfst in aantocht en een grotere kans op slecht weer, werd de aanval twee dagen vervroegd.
Aan de Duitse kant, op de heuvelrug van Broodseinde, boven Zonnebeke, lag de Flandern I-Stellung in het volle zicht van de geallieerden. Dit maakte de bevoorrading van troepen en materieel uiterst moeilijk. De Duitse legerleiding zag zich genoodzaakt drastische maatregelen te nemen: een eveneens op 4 oktober geplande grote tegenaanval bij Zonnebeke werd Unternehmung Höhensturm gedoopt. ('Höhensturm' betekent 'onweer op grote hoogte'.) De operatie liep uit op een ramp. Honderden Duitsers werden gedood en een groot aantal werd krijgsgevangen gemaakt of gewond afgevoerd.
Enkele momenten voor de Duitsers aanvielen, walste hun spervuur over de 2de Australische divisie, die op hun beurt klaar lag om Zonnebeke en de heuvelrug van Broodseinde ten oosten van Zonnebeke in te nemen. Om 6u00 opende de geallieerde artillerie hun eigen spervuur, die de Duitse troepen trof, terwijl die zich nog steeds verzamelden. Het effect van het spervuur op de Duitse troepen, die op het punt stonden aan te vallen, was verwoestend. De Duitsers waren totaal gedesoriënteerd door de zware beschietingen. Er was geen tijd om te hergroeperen. Toen de kanonnen zwegen, werden de Duitsers door de Australiërs opgejaagd. De Duitse aanval was volledig gebroken. De meeste Duitse troepen werden onder de voet gelopen of trokken zich terug als gevolg van het geallieerde spervuur, waarna de Australiërs de bunkers één voor één veroverden. Toch was de aanval geen triomf; de Duitse verdediging in Vlaanderen was niet ingestort zoals gedacht, de Duitse weerstand werd zelfs heviger, eens de geallieerden de heuvelkam bereikten, het Duitse spervuur en de versterkte stellingen hadden hun tol geëist. De Australische divisies leden een verwoestende 6.500 slachtoffers. Ook aan Duitse kant waren de gevolgen desastreus. Generaal Erich Ludendorff schreef op 4 oktober 1917 dat “we er slechts met enorme verliezen doorheen waren gekomen”. De Duitse troepen moesten zich terugtrekken en de frontlinie verschoof ongeveer 1000 meter.
Volgens de Deutsche Verlustlisten 1914 bis 1919, werd Walter Flindt, 22, op 4 oktober 1917 als vermist opgegeven. Hij werd voor het laatst gezien in de buurt van Zonnebeke. Vermoedelijk werd hij gedood tijdens de Slag om Broodseinde. Er is niets bekend over zijn begraafplaats of hoe hij stierf.
Voorafgaand aan de operatie behoorde Walter Flindt, onderofficier van het Garde-Grenadier-Regiment 5 (5. Garde-Infanterie-Brigade, 4. Garde-Division) tot de reservetroepen in het achterland. Op 27 september kwam daar verandering in en kreeg de 4e Garde Divisie orders om de 3e Reserve Divisie af te lossen tussen Molenaarelsthoek en Zonnebeke. Daarbij namen twee regimenten van de 5. Garde-Infanterie-Brigade, de frontpositie over: het Garde-Grenadier-Regiment 5 (GGR5) in het noorden en het Garde-Regiment zu Fuß 5 (GRzF5) in het zuiden. Op 28 september, om 4 uur 's ochtends, volgt de aflossing. 's avonds nam ook de GRzF5 zijn posities in. Hun indruk van het front bij Zonnebeke noteerden ze in de regimentsgeschiedenis:
"In de trechterstelling liggen talrijke lijken en allerlei afval tussen huispuin. Boomstronken geven aan dat hier ook ooit bos was. Zonnebeke is één grote steenhoop".
Bij de troepenwissel werd het 3e bataljon, III./GGR5 in de voorste linie geplaatst, terwijl II./GGR5 de tweede lijn overneemt en I./GGR5 in reserve lag. De noordelijke vleugel van hun front lag op slechts 200 meter van de kerk van Zonnebeke in noordwestelijke richting. Aan de andere kant van het front, dat vlak door de verwoeste dorpskern van Zonnebeke liep, lag de 7de Brigade van de 2de Australische Divisie.
De Geallieerden waren ervan overtuigd dat de verovering van de heuvelrug bij Broodseinde beslissend zou zijn voor hun Vlaams offensief. De inname was aanvankelijk gepland voor 6 oktober. Maar met de herfst in aantocht en een grotere kans op slecht weer, werd de aanval twee dagen vervroegd.
Aan de Duitse kant, op de heuvelrug van Broodseinde, boven Zonnebeke, lag de Flandern I-Stellung in het volle zicht van de geallieerden. Dit maakte de bevoorrading van troepen en materieel uiterst moeilijk. De Duitse legerleiding zag zich genoodzaakt drastische maatregelen te nemen: een eveneens op 4 oktober geplande grote tegenaanval bij Zonnebeke werd Unternehmung Höhensturm gedoopt. ('Höhensturm' betekent 'onweer op grote hoogte'.) De operatie liep uit op een ramp. Honderden Duitsers werden gedood en een groot aantal werd krijgsgevangen gemaakt of gewond afgevoerd.
Enkele momenten voor de Duitsers aanvielen, walste hun spervuur over de 2de Australische divisie, die op hun beurt klaar lag om Zonnebeke en de heuvelrug van Broodseinde ten oosten van Zonnebeke in te nemen. Om 6u00 opende de geallieerde artillerie hun eigen spervuur, die de Duitse troepen trof, terwijl die zich nog steeds verzamelden. Het effect van het spervuur op de Duitse troepen, die op het punt stonden aan te vallen, was verwoestend. De Duitsers waren totaal gedesoriënteerd door de zware beschietingen. Er was geen tijd om te hergroeperen. Toen de kanonnen zwegen, werden de Duitsers door de Australiërs opgejaagd. De Duitse aanval was volledig gebroken. De meeste Duitse troepen werden onder de voet gelopen of trokken zich terug als gevolg van het geallieerde spervuur, waarna de Australiërs de bunkers één voor één veroverden. Toch was de aanval geen triomf; de Duitse verdediging in Vlaanderen was niet ingestort zoals gedacht, de Duitse weerstand werd zelfs heviger, eens de geallieerden de heuvelkam bereikten, het Duitse spervuur en de versterkte stellingen hadden hun tol geëist. De Australische divisies leden een verwoestende 6.500 slachtoffers. Ook aan Duitse kant waren de gevolgen desastreus. Generaal Erich Ludendorff schreef op 4 oktober 1917 dat “we er slechts met enorme verliezen doorheen waren gekomen”. De Duitse troepen moesten zich terugtrekken en de frontlinie verschoof ongeveer 1000 meter.
Volgens de Deutsche Verlustlisten 1914 bis 1919, werd Walter Flindt, 22, op 4 oktober 1917 als vermist opgegeven. Hij werd voor het laatst gezien in de buurt van Zonnebeke. Vermoedelijk werd hij gedood tijdens de Slag om Broodseinde. Er is niets bekend over zijn begraafplaats of hoe hij stierf.
Bronnen 3
Deutsche Verlustlisten 1914 bis 1919. Berlin, Deutschland: Deutsche Dienststelle (WASt) (Bundesarchiv, Berlin (BArch)). https://www.bundesarchiv.de/ Gebruikte bronnen |
Prisoners of the First World War, the ICRC archives (International Committee of the Red Cross archives, Geneva (ICRC), ACICR, C G1). https://grandeguerre.icrc.org/ Gebruikte bronnen |
von Stosch A. Das Garde-Grenadier-Regiment Nr. 5 1897-1918 : Nach amtlichen Kriegstagebüchern und Mitteilungen von Mitkämpfern bearbeitet (Oldenburg-Berlin, Gerhard Stalling, 1925). Gebruikte bronnen |