L/Cpl
John Bone
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1890 |
Geboorteplaats: Nhill, Victoria, Australië |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Woorak West, Nhill, Victoria, Australië |
Beroep: Landbouwer |
Geloof: Presbyterian |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Lance Corporal |
Service nummer: 2125 |
Dienstneming datum: 19/07/1915 |
Dienstneming plaats: Melbourne, Victoria, Australië |
Eenheden: — Australian Machine Gun Corps, 6th Coy. (Laatst gekende eenheid) — Australian Infantry, 21st Bn. (Victoria) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 09/10/1917 |
Plaats van overlijden: Daisy Wood, Zonnebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 27 |
Begraafplaats
Passchendaele New British Cemetery Plot: XIII Rij: A Graf: 17 |
Onderscheidingen en medailles 3
1914-15 Star Medaille |
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
John Bone werd geboren in Nhill, Victoria in 1890. Hij was het 4de kind van Helen en Peter Bone. Toen hij zich in juli 1915 als vrijwilliger meldde, werkte John als landbouwer en woonde hij met zijn gezin in Woorak West bij Nhill. Twee dagen voor zijn vertrek trouwde John met zijn liefje, Effie Bone uit Lake Hindmarsh. John scheepte in september 1915 in. Op 7 januari 1916 werd hij opgenomen door het 21ste Bataljon, dat deel uitmaakte van de 6de Australische Brigade van de 2de Australische Divisie. In augustus van dat jaar werd hij overgeplaatst naar de 6de Machine Gun Company, die ook deel uitmaakte van de 6de Australische Brigade. Op 8 november 1916 liep John aan de Somme een schotwond in zijn nek op. Hij werd in een ziekenhuis in Engeland opgenomen. Na zijn herstel voegde John zich in mei 1917 weer bij zijn eenheid.
Toen John in oktober 1917 bevorderd werd tot Lance Corporal, waren hij en zijn eenheid actief in Vlaanderen in wat later de Slag om Passendale genoemd werd. Op 4 oktober 1917 hadden de Geallieerden de heuvelrug van Broodseinde, die naar de hoogten Passendale leidde, ingenomen. De 2de Australische Divisie veroverde het gehucht Broodseinde zelf. Een nieuwe opmars naar Poelkapelle en Passendale was gepland voor 9 oktober. Zestien machinegeweren van de 6de Compagnie werden naar het kruispunt bij Broodseinde gebracht om de aanval van de 6de Australische Brigade naar Dairy en Daisy Wood te ondersteunen. Batterij "A", bestaande uit zes mitrailleurs, werd bij de Duitse begraafplaats bij Broodseinde opgesteld. Ze moesten de infanterie met een kruipend spervuur ondersteunen. In een kleine boomgaard, aan de overkant van de Roeselarestraat, werden "B" en "C" Batterijen met elk twee mitrailleurs opgesteld. Ze zouden samen met de Infanteriebataljons van de 6de Brigade voorwaarts trekken. Nog eens twee mitrailleurs van Batterij "D" werden aan de oostkant van de heuvelrug opgesteld om de aanval op Daisy Wood te ondersteunen. Tenslotte stonden er vier mitrailleurs van "E" en "F" Batterijen in reserve; twee bij Knoet Farm en twee in Hannebeek Wood. Om 5u20, het uur nul, rukten de "B" en "D" Batterijen op met de infanterie. De aanval werd snel afgeslagen door machinegeweervuur vanuit Dairy en Daisy Wood. Op twee na werden alle mannen van "B" Batterij gedood of gewond toen ze oprukten naar Dairy Wood. Aan de rechterkant werden beide “D” mitrailleurs uitgeschakeld in de eerste stormloop op Daisy Wood. De rest van de mannen moesten tot het donker in granaattrechters blijven vanwege zwaar machinegeweervuur en sluipschutters. De twee mitrailleurs van "C" Batterij bleven in de frontlinie en dekten de infanterieaanval op Daisy Wood. Twee uur in de aanval waren vijf mannen van "C" Batterij gedood. In de middag werden twee mitrailleurs vanuit de reserve naar de heuvelrug gestuurd om de linie te versterken.
De aanval op 9 oktober liep vast op Dairy en Daisy Wood en leverde niets op. De de 6de Machine Gun Company verloor 15 mannen, waaronder John Bone, nog eens 11 mannen raakten gewond. John werd begraven voor Daisy Wood. In 1920 werd zijn lichaam bijgezet op Passchendaele New British Cemetery, perceel XIII. Rij A. Graf 17.
Toen John in oktober 1917 bevorderd werd tot Lance Corporal, waren hij en zijn eenheid actief in Vlaanderen in wat later de Slag om Passendale genoemd werd. Op 4 oktober 1917 hadden de Geallieerden de heuvelrug van Broodseinde, die naar de hoogten Passendale leidde, ingenomen. De 2de Australische Divisie veroverde het gehucht Broodseinde zelf. Een nieuwe opmars naar Poelkapelle en Passendale was gepland voor 9 oktober. Zestien machinegeweren van de 6de Compagnie werden naar het kruispunt bij Broodseinde gebracht om de aanval van de 6de Australische Brigade naar Dairy en Daisy Wood te ondersteunen. Batterij "A", bestaande uit zes mitrailleurs, werd bij de Duitse begraafplaats bij Broodseinde opgesteld. Ze moesten de infanterie met een kruipend spervuur ondersteunen. In een kleine boomgaard, aan de overkant van de Roeselarestraat, werden "B" en "C" Batterijen met elk twee mitrailleurs opgesteld. Ze zouden samen met de Infanteriebataljons van de 6de Brigade voorwaarts trekken. Nog eens twee mitrailleurs van Batterij "D" werden aan de oostkant van de heuvelrug opgesteld om de aanval op Daisy Wood te ondersteunen. Tenslotte stonden er vier mitrailleurs van "E" en "F" Batterijen in reserve; twee bij Knoet Farm en twee in Hannebeek Wood. Om 5u20, het uur nul, rukten de "B" en "D" Batterijen op met de infanterie. De aanval werd snel afgeslagen door machinegeweervuur vanuit Dairy en Daisy Wood. Op twee na werden alle mannen van "B" Batterij gedood of gewond toen ze oprukten naar Dairy Wood. Aan de rechterkant werden beide “D” mitrailleurs uitgeschakeld in de eerste stormloop op Daisy Wood. De rest van de mannen moesten tot het donker in granaattrechters blijven vanwege zwaar machinegeweervuur en sluipschutters. De twee mitrailleurs van "C" Batterij bleven in de frontlinie en dekten de infanterieaanval op Daisy Wood. Twee uur in de aanval waren vijf mannen van "C" Batterij gedood. In de middag werden twee mitrailleurs vanuit de reserve naar de heuvelrug gestuurd om de linie te versterken.
De aanval op 9 oktober liep vast op Dairy en Daisy Wood en leverde niets op. De de 6de Machine Gun Company verloor 15 mannen, waaronder John Bone, nog eens 11 mannen raakten gewond. John werd begraven voor Daisy Wood. In 1920 werd zijn lichaam bijgezet op Passchendaele New British Cemetery, perceel XIII. Rij A. Graf 17.
Bronnen 3
6th Australian Machine Gun Company (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 24/11/20). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, BONE J). https://www.naa.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Unit embarkation nominal rolls, 1914-18 War (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM8). https://www.awm.gov.au/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461151 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=a0bfda60-bde6-4c80-881f-c83ba0b0b85d |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=26629 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7363795 |