Lt
Benno Carl Lehmann

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
06/12/1879
Geboorteplaats:
Maitland, South Australia, Australië

Algemene Informatie

Beroep:
Maritiem Ingenieur

Informatie legerdienst

Land:
Australië
Strijdmacht:
Australian Imperial Force
Rang:
Luitenant
Service nummer:
/
Dienstneming datum:
16/09/1915
Dienstneming plaats:
Fremantle, Western Australia, Australië
Eenheden:
 —  Australian Machine Gun Corps, 3rd Coy.  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
21/09/1917
Plaats van overlijden:
Clapham Junction, Zonnebeke, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
37

Gedenkplaats

Onderscheidingen en medailles 3

British War Medal
Medaille
Military Cross
Medaille — 17/08/1917
Victory Medal
Medaille

Points of interest 3

#1 Geboorteplaats
#2 Dienstneming plaats
#3 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

In december 1879 ziet Benno Carl Lehmann het levenslicht in Maitland, South Australia. Zijn vader, Emilius Heinrich Friedrich Lehmann, was een zakenman van Duitse afkomst. Zijn moeder, Auguste Henriette Hoff, was de dochter van immigranten uit Hannover, Duitsland.
Benno werkt als marine Ingenieur in East Fremantle, Western Australia en is getrouwd met Eliza-Jane Mc Ilwaine. Hij gaat in dienst van het Australian Imperial Force in september 1915. Op dat moment heeft hij er reeds zes jaar in de 11th Garrison Artillery, gestationeerd in Fremantle, opzitten. Dit verklaart waarom Benno als luitenant deel uit maakt van de 3rd Company of the Australian Machine Gun Corps. De compagnie behoort tot de 3rd Australian Brigade, 1st Australian Division.
Op 20 september 1917, op de eerste dag van de Slag bij de Meenseweg, een deelslag van de Slag bij Passendale, valt de 1st Australian Division om 5u40 aan met twee brigades, de 2nd en 3rd Australian Brigade. Benno’s compagnie zouden de aanval van de 3rd Australian Brigade ondersteunen en zou ook optreden bij een Duitse tegenaanval.
Kort voor de aanval installeert de 3rd Machine Gun Company zich op de flanken van de 12th Battalion A.I.F., die de achterhoede vormen voor het innemen van het eerste en tweede objectief. Wanneer de Duitse artillerie de verzamelende troepen onder vuur beginnen te nemen, trekt de 3rd Machine Gun Coy. naar voor en installeren zich in granaattrechters en een loopgraaf aan de westkant van Glencorse Wood. Ze blijven op deze locatie tot ook hun artilleriebarrage in werking treedt om 5u45. Dan stormt de compagnie voorwaarts en al gauw raken vermengd met andere infanterie eenheden.
Wanneer ze de Red Line, het eerste objectief, bereiken net ten oosten van Glencorse Wood, plaatst de 3rd Machine Gun Coy. in positie om de flanken van de 12th Aus. Bn. te beschermen. Luitenant Lehmann rapporteert dat één positie ten westen van de Nonnebossen niet bereikt kan worden omdat het door water omgeven is. Luitenant Lehmann heeft op dat moment twee machinegeweren in de buurt van J.8.D.9.7. en J.8.D.9.2. net ten oosten van de Nonnebossen. Het compagniehoofdkwartier wordt gevestigd bij J.9.C.1.4. in een veroverde bunker.
Alle objectieven worden tijdens de aanval bereikt en ook machinegeweren worden naar voren geschoven, zowel op het tweede objectief, the blue line, en het derde objectief, the green line. Op 21 september 1917 om 17u loopt het rapport binnen bij de commanding officer van de 3rd Coy. Australian Machine Gun Corps dat section officer Luitenant Benno Carl Lehmann gesneuveld is. De machinegeweren van Luitenant Lehmann worden teruggebracht naar de Red Line, het eerste objectief, en worden in reserve gehouden bij het compagniehoofdkwartier.
Het consolideren van de machinegeweerposten bleek een moeilijke zaak. De compagnie had problemen om hun posten zo op te stellen dat ze veilig zaten voor Duitse artillerie. Vooral de posities op de linkerflank van de Red Line werden herhaaldelijk onder vuur genomen. Volgens Private Last, de ordonnans van Lehmann, was hij lichtgewond door schrapnel. Terwijl ze richting het Advanced Dressing Station trekken, slaat een Duitse granaat vlak bij hen in, Lehmann wordt onmiddellijk gedood en Pte. Last raakt gewond. De zwaargewonde Last verklaart dat het niet mogelijk was Lehmann te begraven.
Volgens een andere getuige, Pte. J.A. Madden, vertelt een gelijkaardig verhaal, maar zegt dat Lt. Lehmann op de terugweg gedood werd en begraven zou zijn bij Glencourse Wood. Hij voegt er ook aan toe dat, alhoewel Benno van afkomst Duits is en een zus in Duitsland heeft, hij heel graag gezien was in zijn compagnie. Ook Lt. A. Baker Finch, adjutant van de 1st Australian MG Coy. Verklaart dat Lehmann op de terugweg naar zijn machinegeweerposten gedood zou zijn. Hij zou begraven zijn door Lt. Hawkes, Lt. Martin en Lt. A. J. Wood van de 1st Australian MG Coy. bij Clapham Junction. Zijn graf werd gekenmerkt met een kruis.
Een maand voor zijn dood kreeg Lt. Lehmann het Military Cross. Tijdens een Duitse tegenaanval in Frankrijk bracht hij zijn machinegeweer naar voor met gevaar voor eigen lijf en leden. Wanneer hij zag dat het team in gevaar raakte, leidde hij een raid, en ondanks dat hij zelf tot twee maal toe gewond raakte, bleef hij tot de Duitsers teruggedreven werden.

Bronnen 3

3rd Australian Machine Gun Company, (Australian War Memorial, Campbell (AWM), AWM4 24/8/19).
https://www.awm.gov.au/collection/C1338583
Gebruikte bronnen
First Australian Imperial Force Personnel Dossiers, 1914-1920 (National Archives of Australia, Canberra (NAA), B2455, LEHMANN B C).
https://recordsearch.naa.gov.au/SearchNRetrieve/Interface/SearchScreens/NameSearch.aspx.
Gebruikte bronnen
McCarthy C., The Third Ypres Passchendaele. The Day-by-Day Account, (London, Arms & Armour Press, 1995), pg. 72-75.
Gebruikte bronnen

Meer informatie 4