Capt
Clement Robertson

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
15/11/1889
Geboorteplaats:
Pietermaritzburg, Natal, Zuid-Afrika

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Struan Hill, Delgany, County Wicklow, Ierland, Verenigd Koninkrijk
Beroep:
Burgerlijk ingenieur, Egyptische irrigatiedienst
Geloof:
Church of England

Informatie legerdienst

Land:
Ierland
Strijdmacht:
British Expeditionary Force
Rang:
Captain
Service nummer:
826
Dienstneming datum:
08/10/1914
Dienstneming plaats:
Epsom, Surrey, Engeland, Verenigd Koninkrijk
Eenheden:
 —  Tank Corps, 1st Bn.  (Attached)
 —  Queen's (Royal West Surrey Regiment), 3rd Bn. (Reserve)  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
04/10/1917
Plaats van overlijden:
Robertson's Bridge, Zonnebeke, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
27

Begraafplaats

Oxford Road Cemetery
Plot: III
Rij: F
Graf: 7

Onderscheidingen en medailles 3

British War Medal
Medaille
Victoria Cross
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 4

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Dienstneming plaats
#4 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Clement werd in november 1889 geboren in Pietermaritzburg, Natal, in Zuid-Afrika. Hij groeide op in een Iers militair gezin. Zijn vader, John Albert Robertson, was majoor bij de Royal Artillery en kwam uit Delgany, in county Wicklow. Zijn moeder, Frances Octavia Caroline Wynne, was de dochter van een legerkapitein uit Dublin.

Clement werd opgeleid aan het Trinity College in Dublin, waar hij een ingenieursdiploma behaalde. Na zijn studie werkte hij als burgerlijk ingenieur in Egypte aan een irrigatieproject voor de Nijl voor de Egyptische regering. Toen de oorlog uitbrak, ging Clement terug naar Engeland en vestigde zich in The Gables in Ewell, Surrey. Op 8 oktober 1914 sloot hij zich aan bij het 19e Bataljon (2e Openbare Scholen) van de Royal Fusiliers in Epsom, Surrey. Rond de jaarwisseling werd hij voorgedragen voor een positie als tweede luitenant. Hij werd ingedeeld bij het 3de Bataljon, Queen's (Royal West Surrey Regiment) in januari 1915 en diende vanaf mei 1915 in Frankrijk en Vlaanderen. In juni 1915 werd hij gehospitaliseerd in Le Havre, Normandië. In januari 1917 werd Clement benoemd tot waarnemend kapitein bij het Tank Corps.

Hij zag actie tijdens de Slag bij Mesen. Zijn tank ondersteunde de 140ste Brigade van de 41ste Divisie en rukte op langs het Kanaal Ieper-Komen van Arundel door de Duitse eerste verdedigingslinie naar de White Chateau Stables en verder naar Opal Reserve Trench, de Duitse tweede linie. Onderweg werd de tank van Clement geraakt door een Duitse granaat, waarbij zijn sergeant William Clegg gedood werd en twee bemanningsleden ernstig gewond raakten. Omdat hij niet verder kon, trok Clement zijn tank terug naar de verzamelplaats. Ze namen het stoffelijk overschot van de 32-jarige William mee, die begraven werd op de nieuwe militaire begraafplaats van Dikkebusch.

Een paar maanden later, op 4 oktober 1917, werd sectie 12 van het 1ste Bataljon van het Tank Corps toegewezen aan de 54ste Infanterie Brigade van de 21ste Divisie, voor de aanval op Juniper Wood en het gehucht Reutel, ten oosten van het beruchte Polygon Wood. Van 30 september tot 4 oktober had kapitein Clement Robertson zonder pauze gewerkt. Hij en zijn ordonnans, artillerist Cyril Sheldon Allen, markeerden de route af van Observatory Ridge naar Stirling Castle en dan naar Black Watch Corner, onder zwaar granaatvuur. Hij slaagde erin om zijn tanks onder zeer moeilijke omstandigheden naar de frontlinie te leiden.

Vier tanks van de 12de sectie vertrokken vanaf Black Watch Corner. Eén tank werd drie minuten na het vertrek uitgeschakeld door een Duitse granaat. De drie andere tanks volgden de weg langs Polygon Wood. Het beperkte zicht in combinatie met het gebrek aan oriëntatiepunten in het verwoeste landschap maakte het erg moeilijk voor de tanks om hun weg te vinden. Kapitein Robertson was zich terdege bewust van dit risico en leidde de tanks te voet in de richting van Cameron Covert en het Joist Farm gebied, , waar de infanterie werd opgehouden door Duits mitrailleurvuur. Ondanks het feit dat de tanks als magneten werkten voor het Duitse geschut, bleef Kapitein Robertson de logge pantsers gidsen. Dankzij kapitein Robertson bereikten alle drie de tanks hun doelen. Ze verleenden grote hulp aan de infanterie door onderweg versterkte Duitse stellingen uit te schakelen die de opmars tegenhielden. De tanks van de No. 12 Section waren van vitaal belang voor het succes van de aanval.

Kapitein Clement Robertson, slechts 26 jaar oud, werd gedood door machinegeweervuur bij de brug over de Reutel terwijl hij zijn tanks leidde met de eerste golf infanterie. De brug werd in 2017 omgedoopt tot Robertson's Bridge. Er staat een gedenkteken vlakbij. Na het oversteken van de beek konden de tanks hun weg vervolgen over de verharde weg richting Reutel. Clement werd postuum onderscheiden met het Victoriakruis, voor zeer opmerkelijke dapperheid bij het leiden van zijn tanks onder zwaar granaat-, machinegeweer- en geweervuur over terrein dat zwaar was omgeploegd door granaatvuur. Clement ligt vermoedelijk begraven op Oxford Road Cemetery, in het gehucht Wieltje.

Bestanden 3

Bronnen 5

4 Brigade Tank Corps: 1 Battalion Tank Corps (The National Archives, Kew (TNA), WO 95/109/4).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Captain Clement ROBERTSON. The Queen's (Royal West Surrey Regiment). (The National Archives, Kew (TNA), WO 339/30688).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Census Returns of England and Wales, 1901 (The National Archives, Kew (TNA), RG13).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG14).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Melville Henry Massue, de Ruvigny's Roll of Honour, 1914-1919: a Biographical Record of All Members of His Majesty's Naval and Military Forces Who Have Fallen in the War (Uckfield, Naval & Military Press, 2010), 3: 233.
Gebruikte bronnen

Meer informatie 3