Pte
Chester Fitzell
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 20/05/1896 |
Geboorteplaats: Holyrood, Newfoundland, Newfoundland and Labrador |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: Radisson, Saskatchewan, Canada |
Beroep: Landbouwer |
Geloof: Presbyterian |
Informatie legerdienst
Land: Canada |
Strijdmacht: Canadian Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 887915 |
Dienstneming datum: 03/05/1915 |
Dienstneming plaats: Radisson, Saskatchewan, Canada |
Eenheden: — Canadian Infantry, 5th Bn. (Western Cavalry) (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 10/11/1917 |
Plaats van overlijden: Bellevue, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 21 |
Gedenkplaats
Ypres (Menin Gate) Memorial Paneel: Panel 18 - 26 - 28. |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Chester Fitzell werd in mei 1896 geboren in Holyrood, Newfoundland, als zoon van Aaron en Katherine Fitzell, die boerden in Whitkow, Saskatchewan, een door Oekraïense immigranten gesticht stadje dat nu grotendeels een spookstad is. Chester nam in mei 1916 dienst in Radisson, waar hij woonde, en vertrok zes maanden later naar Engeland. Daar werd hij ingedeeld bij het 5th Canadian Infantry Battalion (Western Cavalry), onderdeel van de 2nd Canadian Brigade van de 1st Canadian Division. In de zomer van 1917 werd Chester bevangen door gas. Hij werd opgenomen in No. 18 General Hospital in Camiers, Frankrijk. Hij verbleef daar vanaf 29 juli en werd op 6 augustus ontslagen.
Eind 1917 was het 5de Bataljon betrokken bij de Slag bij Passendale. Aan het eind van deze slag, op 10 november 1917, voerden de Canadezen hun laatste grootschalige aanval van het offensief uit. De 1ste divisie rukte met de 2e brigade op naar het noorden van Passendale. Het doel was om het noorden van de Passendale heuvelrug in te nemen, het gebied bij Hill 52, Vocation Farm, Venture Farm en Vindictive Crossroads. Hill 52, een halve mijl ten noorden van Passendale, was een uitstekend observatiepunt en zou de Geallieerden op de top van de heuvelrug plaatsen. De 7de (1ste British Columbia) en 8ste (90ste Winnipeg Rifles) bataljons werden ondersteund door het 5de bataljon (Western Cavalry) en het 20ste bataljon (Central Ontario). Het 5de bataljon lag ter ondersteuning bij het gehucht Meetcheele; zij moesten het 7de en 8ste Bataljon versterken indien nodig. Onmiddellijk na het begin van de aanval spotte een Duits vliegtuig de posities van het 5de bataljon. Even later begon de Duitse artillerie het gebied te beschieten en vernietigde de loopgraven die het bataljon de vorige dag had gegraven. Het bataljon leed zware verliezen door de voortdurende beschietingen en werd meerdere malen gedwongen te verhuizen. Aan het eind van de dag schatte het 5de bataljon zijn verliezen op 320.
Een uur na het begin van de aanval waren Venture Farm en Vindictive Crossroads in handen van het 7de en 8ste bataljon. De Britse 1ste divisie aan hun linkerzijde was echter teruggedrongen, waardoor de linkerflank van de Canadezen blootgesteld werd. Ook de rechterflank kwam steeds meer onder druk te staan. Een verdere opmars naar Hill 52 werd bijna onmogelijk en de 5th (Western Cavalry) werd naar voren gestuurd om de 7th en 8th langs de frontlinie te ondersteunen. Gedurende de hele dag leek de lente van de Duitse infanteristen gebroken. De handen gingen massaal omhoog. Ongeveer 1.150 Duitsers gaven zich over en werden in gevangenschap afgevoerd. De Duitse artillerie bleef echter vuren. Het ene spervuur na het andere rolde over de heuvelrug, waarbij veel slachtoffers vielen. De Canadezen leden ongeveer 1.000 slachtoffers op 10 november 1917.
Chester, 21 jaar, sneuvelde op 10 november 1917. Hij werd aanvankelijk begraven in Bellevue, bij Meetcheele. Vandaag heeft Chester geen gekend graf en wordt herdacht op de Menenpoort.
Eind 1917 was het 5de Bataljon betrokken bij de Slag bij Passendale. Aan het eind van deze slag, op 10 november 1917, voerden de Canadezen hun laatste grootschalige aanval van het offensief uit. De 1ste divisie rukte met de 2e brigade op naar het noorden van Passendale. Het doel was om het noorden van de Passendale heuvelrug in te nemen, het gebied bij Hill 52, Vocation Farm, Venture Farm en Vindictive Crossroads. Hill 52, een halve mijl ten noorden van Passendale, was een uitstekend observatiepunt en zou de Geallieerden op de top van de heuvelrug plaatsen. De 7de (1ste British Columbia) en 8ste (90ste Winnipeg Rifles) bataljons werden ondersteund door het 5de bataljon (Western Cavalry) en het 20ste bataljon (Central Ontario). Het 5de bataljon lag ter ondersteuning bij het gehucht Meetcheele; zij moesten het 7de en 8ste Bataljon versterken indien nodig. Onmiddellijk na het begin van de aanval spotte een Duits vliegtuig de posities van het 5de bataljon. Even later begon de Duitse artillerie het gebied te beschieten en vernietigde de loopgraven die het bataljon de vorige dag had gegraven. Het bataljon leed zware verliezen door de voortdurende beschietingen en werd meerdere malen gedwongen te verhuizen. Aan het eind van de dag schatte het 5de bataljon zijn verliezen op 320.
Een uur na het begin van de aanval waren Venture Farm en Vindictive Crossroads in handen van het 7de en 8ste bataljon. De Britse 1ste divisie aan hun linkerzijde was echter teruggedrongen, waardoor de linkerflank van de Canadezen blootgesteld werd. Ook de rechterflank kwam steeds meer onder druk te staan. Een verdere opmars naar Hill 52 werd bijna onmogelijk en de 5th (Western Cavalry) werd naar voren gestuurd om de 7th en 8th langs de frontlinie te ondersteunen. Gedurende de hele dag leek de lente van de Duitse infanteristen gebroken. De handen gingen massaal omhoog. Ongeveer 1.150 Duitsers gaven zich over en werden in gevangenschap afgevoerd. De Duitse artillerie bleef echter vuren. Het ene spervuur na het andere rolde over de heuvelrug, waarbij veel slachtoffers vielen. De Canadezen leden ongeveer 1.000 slachtoffers op 10 november 1917.
Chester, 21 jaar, sneuvelde op 10 november 1917. Hij werd aanvankelijk begraven in Bellevue, bij Meetcheele. Vandaag heeft Chester geen gekend graf en wordt herdacht op de Menenpoort.
Bronnen 3
Personnel Records of the First World War (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150; Volume: Box 3116 - 15). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War diaries: 5th Canadian Infantry Battalion (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG9-III-D-3, Volume number: 4886, Microfilm reel number: T-10682, File number: 253). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
War Graves Registers: Circumstances of Death (Library and Archives Canada, Ottawa (LAC), RG 150, 1992-93/314; Volume Number: 178). https://library-archives.canada.ca/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1592171 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=9cb8f587-dd7d-4456-8d06-2d5786c8ecb6 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/5867958 |
The Canadian Virtual War Memorial https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/1592171 |