Pte
Oliver George Pearce
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 29/06/1896 |
Geboorteplaats: Wyacca, South Australia, Australië |
Algemene Informatie
Beroep: Landbouwer |
Geloof: Methodist |
Informatie legerdienst
Land: Australië |
Strijdmacht: Australian Imperial Force |
Rang: Private |
Service nummer: 1428 |
Dienstneming datum: 16/05/1916 |
Dienstneming plaats: Cootamundra, New South Wales, Australië |
Eenheden: — Australian Infantry, 33rd Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 13/10/1917 |
Plaats van overlijden: Zonnebeke Station, Zonnebeke, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 21 |
Gedenkplaats
Tyne Cot Memorial Paneel: 23L |
Onderscheidingen en medailles 2
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 4
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Dienstneming plaats | ||
#3 | Plaats van verwonding | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Oliver George Pearce, een voormalig landbouwer, geboren op 29 juni 1896 in Wyacca, Zuid-Australië. Hij was de zoon van Charles Frederick en Mary Anna Hanschke. Voor de oorlog werkte Oliver op de Pine Vale Farm, Narrandera, New South Wales. Op 16 mei 1916 meldde hij zich in Cootamundra, New South Wales. Oliver diende als soldaat in een Light Trench Mortar Battery en ging op 25 oktober 1916 aan boord naar Frankrijk. Op 5 mei 1917 werd hij overgeplaatst naar compagnie "B" van het 33ste Bataljon Australische Infanterie, dat deel uitmaakte van de 9de Australische Brigade van de 3de Australische Divisie.
Op 12 oktober 1917 nam de 9de Australische Brigade deel aan de Eerste Slag om Passendale. Ze waren van plan om met de 10de Australische Brigade aan hun linkerzijde en de 12de Australische Brigade aan de rechterzijde aan te vallen. De 9de Australische Brigade had drie hoofddoelen en wees deze doelen aan verschillende bataljons onder hun bevel toe. De startlinie bevond zich ten noordoosten van Tyne Cot Cemetery en de aanval volgde de spoorweg Ieper-Roeliers aan hun rechterzijde in noordoostelijke richting. Als de aanval slaagde, zouden ze het dorp Passendale aan hun linkerzijde passeren. Het eerste doel lag ongeveer 900 meter voor de startlijn en was toegewezen aan het 34ste Bataljon. Het tweede doel, ongeveer 500 meter voor het eerste, werd toegewezen aan het 35ste Bataljon. Het 36ste Bataljon werd belast met de verovering van het laatste doelwit, een lijn die liep tussen de Kraaiveldstraat en de spoorweg Ieper-Roeselare, ten oosten van Passendale. Het 33ste Bataljon Australische Infanterie werd in reserve gehouden.
Om 5u.20 op 12 oktober 1917 beschoten de Duitsers de verzamelplaats van de 9de Australische Brigade, waarbij naar schatting 150 slachtoffers vielen. Vijf minuten later viel de brigade aan en kon om 6u.37 het eerste doelwit innemen. Er was echter enige verwarring, want het oorlogsdagboek van het 33ste Bataljon meldde dat "D" Compagnie en twee pelotons van "B" Compagnie het kruipend spervuur met de anderen gevolgd waren in plaats van in reserve te wachten. Om 9.50 uur werd het tweede doel veroverd, maar men lag nu vast in het open veld. De brigades links en rechts hadden gefaald om op te rukken, waardoor de 9de Australische Brigade blootgesteld werd aan beschietingen van beide kanten. Om 10u22 kreeg het 33ste bataljon orders om naar een stelling ten oosten van Heine House te gaan, achter het tweede doelwit. Deze positie werd tegen 13.49 uur bereikt en twee compagnieën werden vooruit gestuurd om de mannen die het tweede doel in handen hadden, te versterken.
Om 15.00 uur bleken de posities bij het tweede doel onhoudbaar en kregen het 34ste, 35ste en 36ste Bataljon het bevel zich terug te trekken. Zij waren van plan zich terug te trekken naar de positie van het 33ste Bataljon. Door verwarring trokken de mannen zich echter terug naar de oorspronkelijke liniesprong, achter het 33ste bataljon. Als gevolg daarvan trok het 33ste Bataljon zich ook terug naar deze nieuwe linie, die liep van een punt 50 yards ten zuidoosten van Augustus Wood tot Defy Crossing. Om 19.00 uur kreeg het 33ste Bataljon het bevel zich van het front terug te trekken en een nieuwe stelling in reserve in te nemen, hoewel ze deze manoeuvre pas in de morgen van 13 oktober 1917 konden uitvoeren. Op die dag bezette het 33ste Bataljon een positie van Hamburg in het noorden naar het zuiden, langs de Tynecotstraat tot aan de Vijfwegestraat. Deze posities werden ingenomen tot de nacht van 13 op 14 oktober, toen het 33ste bataljon werd afgelost door het 43ste bataljon.
Oliver George Pearce, 21 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 13 oktober 1917. Zijn persoonsdossier bevat een verslag van de begrafenisofficier van de 50ste Divisie, gedateerd 20 februari 1918, dat vermeldt dat hij aanvankelijk begraven werd in de buurt van het station van Zonnebeke (28.D.21.d.5.6). Dit bevestigt het verhaal van de familieleden van Private Pearce dat hij tijdens de slag een hoofd- en borstwonde opliep en op de terugweg was naar een hulppost van het regiment toen hij door een granaat werd gedood. Het is waarschijnlijk dat zijn oorspronkelijke graf tijdens de oorlog werd vernield. Soldaat Pearce wordt herdacht op het Menin Gate Memorial, paneel 23L.
Op 12 oktober 1917 nam de 9de Australische Brigade deel aan de Eerste Slag om Passendale. Ze waren van plan om met de 10de Australische Brigade aan hun linkerzijde en de 12de Australische Brigade aan de rechterzijde aan te vallen. De 9de Australische Brigade had drie hoofddoelen en wees deze doelen aan verschillende bataljons onder hun bevel toe. De startlinie bevond zich ten noordoosten van Tyne Cot Cemetery en de aanval volgde de spoorweg Ieper-Roeliers aan hun rechterzijde in noordoostelijke richting. Als de aanval slaagde, zouden ze het dorp Passendale aan hun linkerzijde passeren. Het eerste doel lag ongeveer 900 meter voor de startlijn en was toegewezen aan het 34ste Bataljon. Het tweede doel, ongeveer 500 meter voor het eerste, werd toegewezen aan het 35ste Bataljon. Het 36ste Bataljon werd belast met de verovering van het laatste doelwit, een lijn die liep tussen de Kraaiveldstraat en de spoorweg Ieper-Roeselare, ten oosten van Passendale. Het 33ste Bataljon Australische Infanterie werd in reserve gehouden.
Om 5u.20 op 12 oktober 1917 beschoten de Duitsers de verzamelplaats van de 9de Australische Brigade, waarbij naar schatting 150 slachtoffers vielen. Vijf minuten later viel de brigade aan en kon om 6u.37 het eerste doelwit innemen. Er was echter enige verwarring, want het oorlogsdagboek van het 33ste Bataljon meldde dat "D" Compagnie en twee pelotons van "B" Compagnie het kruipend spervuur met de anderen gevolgd waren in plaats van in reserve te wachten. Om 9.50 uur werd het tweede doel veroverd, maar men lag nu vast in het open veld. De brigades links en rechts hadden gefaald om op te rukken, waardoor de 9de Australische Brigade blootgesteld werd aan beschietingen van beide kanten. Om 10u22 kreeg het 33ste bataljon orders om naar een stelling ten oosten van Heine House te gaan, achter het tweede doelwit. Deze positie werd tegen 13.49 uur bereikt en twee compagnieën werden vooruit gestuurd om de mannen die het tweede doel in handen hadden, te versterken.
Om 15.00 uur bleken de posities bij het tweede doel onhoudbaar en kregen het 34ste, 35ste en 36ste Bataljon het bevel zich terug te trekken. Zij waren van plan zich terug te trekken naar de positie van het 33ste Bataljon. Door verwarring trokken de mannen zich echter terug naar de oorspronkelijke liniesprong, achter het 33ste bataljon. Als gevolg daarvan trok het 33ste Bataljon zich ook terug naar deze nieuwe linie, die liep van een punt 50 yards ten zuidoosten van Augustus Wood tot Defy Crossing. Om 19.00 uur kreeg het 33ste Bataljon het bevel zich van het front terug te trekken en een nieuwe stelling in reserve in te nemen, hoewel ze deze manoeuvre pas in de morgen van 13 oktober 1917 konden uitvoeren. Op die dag bezette het 33ste Bataljon een positie van Hamburg in het noorden naar het zuiden, langs de Tynecotstraat tot aan de Vijfwegestraat. Deze posities werden ingenomen tot de nacht van 13 op 14 oktober, toen het 33ste bataljon werd afgelost door het 43ste bataljon.
Oliver George Pearce, 21 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 13 oktober 1917. Zijn persoonsdossier bevat een verslag van de begrafenisofficier van de 50ste Divisie, gedateerd 20 februari 1918, dat vermeldt dat hij aanvankelijk begraven werd in de buurt van het station van Zonnebeke (28.D.21.d.5.6). Dit bevestigt het verhaal van de familieleden van Private Pearce dat hij tijdens de slag een hoofd- en borstwonde opliep en op de terugweg was naar een hulppost van het regiment toen hij door een granaat werd gedood. Het is waarschijnlijk dat zijn oorspronkelijke graf tijdens de oorlog werd vernield. Soldaat Pearce wordt herdacht op het Menin Gate Memorial, paneel 23L.
Bronnen 8
Meer informatie 4
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/1600286 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=5c8621ae-9090-4b14-9186-e1143b2b253e |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/7540679 |
The AIF Project (UNSW Canberra) https://www.aif.adfa.edu.au/showPerson?pid=236870 |