Lt
Josef Verfürth
Informatie over geboorte
Geboortedatum: 29/05/1892 |
Geboorteplaats: Goch, Rijnprovincie, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 34 Roggenstrasse, Goch, Rijnprovincie, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk |
Beroep: Theologiestudent |
Geloof: Rooms-katholiek |
Informatie legerdienst
Land: Duitse Keizerrijk |
Strijdmacht: Deutsches Heer |
Rang: Luitenant |
Dienstneming datum: 21/01/1915 |
Eenheden: — Ober-Elsässiches Infanterie-Regiment Nr. 172 (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 30/10/1917 |
Plaats van overlijden: Graf - Turmhof, Passendale, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 25 |
Begraafplaats
Deutscher Soldatenfriedhof Menen Plot: C Rij: / Graf: 1367 |
Onderscheidingen en medailles 1
Eiserne Kreuz I. Klasse Medaille — 24/12/1916 |
Points of interest 3
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Josef Verfürth wordt op 29 mei 1892 geboren in de Roggenstraße 34, Goch. In het katholieke gezin van Paul en Hubertine is hij is de oudste van 11 kinderen. Josef gaat na zijn middelbare opleiding in Goch en Kleef in 1913 theologie studeren aan het priestercollege Borromaeum te Münster. Wanneer hij op 21 januari 1915 wordt opgeroepen, stond hij volgens de overlevering op het punt om tot diaken gewijd te worden.
De oorlog brengt Josef, die bij het III. Bataillon – 10. Kompagnie van het Infanterie-Regiment 172 wordt ingedeeld, naar verschillende fronten in het westen. Zijn eerste ervaring in de loopgraven beleeft hij eind april 1915 bij Geluveld, tijdens de Tweede Slag bij Ieper. Na vele zware maanden dienst in Vlaanderen, onder meer in de loopgraven ten zuiden van Hooge, wordt Josefs eenheid begin februari 1916 overgebracht naar de omgeving van Verdun. Intussen wordt hij tot onderofficier bevorderd. Nadat hij naar alle waarschijnlijkheid in oktober-november bij de Somme was ingezet, krijgt Josef op 7 december 1916 toestemming voor thuisverlof. Dertien dagen later moet hij reeds afscheid nemen van zijn familie.
Op 24 december 1916 ontvangt Josef in het Franse Brieulles-sur-Bar het IJzeren Kruis 1e Klasse. Hij schopt het tijdens zijn militaire loopbaan uiteindelijk tot luitenant. Uiteindelijk belandt Josef na maandenlange dienst in onder meer de Champagnestreek, Arras en Loos opnieuw in Vlaanderen. Het Infanterie-Regiment 172 wordt op 14 oktober 1917 ondergebracht in tochtige, koude huizen en barakken bij Tuimelaarhoek, ten oosten van Moorslede. In de verte horen de mannen het gedonder van de granaten en zien ze de lichtflitsen aan het front door de regen flikkeren.
Op 20 oktober wordt het III. Bataillon als ondersteuning in de tweede linie geplaatst, tussen de Keiberghoogte en Waterdamhoek ten zuidoosten van Passendale. Tussen de hagen en de weinige overgebleven huizen, die maar schaarse dekking bieden, neemt Josef de tijd om een brief naar zijn vader te schrijven: [de slag] woedt hier wild en angstaanjagend. Een verschrikkelijk artillerievuur raast om ons heen. Dan volgt de strijd in zompig land en moeras: onze toevluchtsoorden zijn erbarmelijk. Je maakt verschrikkelijke uren door die je zenuwen en lichaam sterk belasten. Vijf dagen later worden de mannen afgelost, zij het voor slechts enkele uren. Kort na de vervanging wordt wegens sterk toegenomen artillerievuur alarm geslagen en Josefs eenheid terug naar voren geschoven. Een dag later beginnen de Canadezen met de gestage verovering van Passendale.
Pas op 29 oktober volgt een nieuwe, welverdiende aflossing voor Josef. Zijn bataljon positioneert zich nabij het Koekuitkasteel, een drietal kilometer ten noordoosten van Moorslede. Opnieuw neemt hij de tijd om een brief te schrijven naar huis: […] als ik slaap, kan zelfs het luidste kanonnengedreun me niet wekken, behalve als ik het te koud krijg. Maar ik heb een onderjas en een nette mantel, zodat ik zoveel mogelijk beschermd ben tegen de kou. Dus maak je alsjeblieft geen zorgen. Ik wens jullie allemaal fijne dagen en stuur veel groeten, vooral aan mama, uw Josef.
Josef kan bij het Koekuitkasteel even op adem komen, zij het voor zeer korte duur. De penibele situatie bij Passendale noopt de Duitse legerleiding meermaals dezelfde troepen het slagveld in te sturen. Reeds in de vroege ochtend van 30 oktober worden de bataljons van het Infanterie-Regiment 172 naar de noordrand van Passendale gestuurd. Wanneer kort na aankomst berichten doorsijpelen dat de tegenstander tot aan de kerk van Passendale is doorgedrongen, krijgt het regiment het bevel tot een tegenaanval richting Mosselmarkt.
Om 11u15 stijgen twee witte lichtkogels op, meteen het startschot voor de tegenaanval. Josefs bataljon rukt op langs de zuidrand van de huidige ’s Graventafelstraat. Onder zware omstandigheden stellen ze in de namiddag een verdedigingslinie op in het modderige kraterlandschap tussen de ruïnes van Turmhof en de ’s Graventafelstraat. Er raast constant machinegeweervuur boven de hoofden van de verdedigers terwijl de zware artillerie het gebied onverminderd blijft bestoken. Het is in deze omstandigheden dat Josef Verfürth dodelijk wordt geraakt.
Begin november 1917 maken Josefs ouders zich grote zorgen over hun zoon omdat ze al enkele weken geen post meer ontvangen van hem. Zus Else Verfürth herinnert zich hoe het tragische nieuws uiteindelijk arriveert: Misschien rond de 1e of 2e week van november 1917, ik weet de exacte dag niet meer, moest ik als 15-jarig meisje voor mijn broers Hans, Alex en Heini zorgen omdat vader moest werken en moeder boodschappen deed in de stad. 's Middags ging de bel, ik deed open en er stond een soldaat in haveloos uniform voor me die mijn ouders wilde spreken. Aangezien ze niet thuis waren, overhandigde hij mij een brief van broer Josef en moest ik de ouders informeren dat hun zoon was overleden op 30 oktober 1917 in de buurt van Ieper in Vlaanderen. […] Toen mijn moeder thuiskwam en ik haar in tranen vertelde wat de soldaat had gezegd, werd ik vreselijke verwijten om het hoofd geslingerd omdat ze het droevige nieuws niet geloofde.
Josefs ouders moeten evenwel snel de realiteit onder ogen zien. In een brief aan hen, gedateerd 6 november 1917, verklaart Josefs kameraad Heinrich Schultheis hoe hun zoon om het leven kwam: [...] zij aan zij gingen we door het granaatvuur, we vonden beschutting in een kleine granaattrechter en waren blij dat we onze bestemming hadden bereikt. [...] Ongeveer een half uur later keken we aandachtig toe en wisselden onze ervaringen uit toen Josef plotseling in elkaar zakte, een kogel was door zijn hoofd gegaan, hij was meteen bewusteloos, [...] het bloedverlies was zeer ernstig, we legden Joseph neer, beschermd tegen vijandelijk vuur, hij bleef bewusteloos, we schudden hem de hand, we baden voor hem, we huilden voor hem, hij had alle hulp die aan een persoon kan worden gegeven, het was rond 2 uur 's middags, om 18u30 sloten we de ogen van onze dierbare vriend.
Josef Verfürth wordt eerst begraven in het Ehrenfriedhof Rumbeke-Bergmolen, Graf 407. Tussen 14 en 22 November 1955 wordt zijn lichaam overgebracht naar het Deutscher Soldatenfriedhof Menen, Block C – Graf 1367.
De oorlog brengt Josef, die bij het III. Bataillon – 10. Kompagnie van het Infanterie-Regiment 172 wordt ingedeeld, naar verschillende fronten in het westen. Zijn eerste ervaring in de loopgraven beleeft hij eind april 1915 bij Geluveld, tijdens de Tweede Slag bij Ieper. Na vele zware maanden dienst in Vlaanderen, onder meer in de loopgraven ten zuiden van Hooge, wordt Josefs eenheid begin februari 1916 overgebracht naar de omgeving van Verdun. Intussen wordt hij tot onderofficier bevorderd. Nadat hij naar alle waarschijnlijkheid in oktober-november bij de Somme was ingezet, krijgt Josef op 7 december 1916 toestemming voor thuisverlof. Dertien dagen later moet hij reeds afscheid nemen van zijn familie.
Op 24 december 1916 ontvangt Josef in het Franse Brieulles-sur-Bar het IJzeren Kruis 1e Klasse. Hij schopt het tijdens zijn militaire loopbaan uiteindelijk tot luitenant. Uiteindelijk belandt Josef na maandenlange dienst in onder meer de Champagnestreek, Arras en Loos opnieuw in Vlaanderen. Het Infanterie-Regiment 172 wordt op 14 oktober 1917 ondergebracht in tochtige, koude huizen en barakken bij Tuimelaarhoek, ten oosten van Moorslede. In de verte horen de mannen het gedonder van de granaten en zien ze de lichtflitsen aan het front door de regen flikkeren.
Op 20 oktober wordt het III. Bataillon als ondersteuning in de tweede linie geplaatst, tussen de Keiberghoogte en Waterdamhoek ten zuidoosten van Passendale. Tussen de hagen en de weinige overgebleven huizen, die maar schaarse dekking bieden, neemt Josef de tijd om een brief naar zijn vader te schrijven: [de slag] woedt hier wild en angstaanjagend. Een verschrikkelijk artillerievuur raast om ons heen. Dan volgt de strijd in zompig land en moeras: onze toevluchtsoorden zijn erbarmelijk. Je maakt verschrikkelijke uren door die je zenuwen en lichaam sterk belasten. Vijf dagen later worden de mannen afgelost, zij het voor slechts enkele uren. Kort na de vervanging wordt wegens sterk toegenomen artillerievuur alarm geslagen en Josefs eenheid terug naar voren geschoven. Een dag later beginnen de Canadezen met de gestage verovering van Passendale.
Pas op 29 oktober volgt een nieuwe, welverdiende aflossing voor Josef. Zijn bataljon positioneert zich nabij het Koekuitkasteel, een drietal kilometer ten noordoosten van Moorslede. Opnieuw neemt hij de tijd om een brief te schrijven naar huis: […] als ik slaap, kan zelfs het luidste kanonnengedreun me niet wekken, behalve als ik het te koud krijg. Maar ik heb een onderjas en een nette mantel, zodat ik zoveel mogelijk beschermd ben tegen de kou. Dus maak je alsjeblieft geen zorgen. Ik wens jullie allemaal fijne dagen en stuur veel groeten, vooral aan mama, uw Josef.
Josef kan bij het Koekuitkasteel even op adem komen, zij het voor zeer korte duur. De penibele situatie bij Passendale noopt de Duitse legerleiding meermaals dezelfde troepen het slagveld in te sturen. Reeds in de vroege ochtend van 30 oktober worden de bataljons van het Infanterie-Regiment 172 naar de noordrand van Passendale gestuurd. Wanneer kort na aankomst berichten doorsijpelen dat de tegenstander tot aan de kerk van Passendale is doorgedrongen, krijgt het regiment het bevel tot een tegenaanval richting Mosselmarkt.
Om 11u15 stijgen twee witte lichtkogels op, meteen het startschot voor de tegenaanval. Josefs bataljon rukt op langs de zuidrand van de huidige ’s Graventafelstraat. Onder zware omstandigheden stellen ze in de namiddag een verdedigingslinie op in het modderige kraterlandschap tussen de ruïnes van Turmhof en de ’s Graventafelstraat. Er raast constant machinegeweervuur boven de hoofden van de verdedigers terwijl de zware artillerie het gebied onverminderd blijft bestoken. Het is in deze omstandigheden dat Josef Verfürth dodelijk wordt geraakt.
Begin november 1917 maken Josefs ouders zich grote zorgen over hun zoon omdat ze al enkele weken geen post meer ontvangen van hem. Zus Else Verfürth herinnert zich hoe het tragische nieuws uiteindelijk arriveert: Misschien rond de 1e of 2e week van november 1917, ik weet de exacte dag niet meer, moest ik als 15-jarig meisje voor mijn broers Hans, Alex en Heini zorgen omdat vader moest werken en moeder boodschappen deed in de stad. 's Middags ging de bel, ik deed open en er stond een soldaat in haveloos uniform voor me die mijn ouders wilde spreken. Aangezien ze niet thuis waren, overhandigde hij mij een brief van broer Josef en moest ik de ouders informeren dat hun zoon was overleden op 30 oktober 1917 in de buurt van Ieper in Vlaanderen. […] Toen mijn moeder thuiskwam en ik haar in tranen vertelde wat de soldaat had gezegd, werd ik vreselijke verwijten om het hoofd geslingerd omdat ze het droevige nieuws niet geloofde.
Josefs ouders moeten evenwel snel de realiteit onder ogen zien. In een brief aan hen, gedateerd 6 november 1917, verklaart Josefs kameraad Heinrich Schultheis hoe hun zoon om het leven kwam: [...] zij aan zij gingen we door het granaatvuur, we vonden beschutting in een kleine granaattrechter en waren blij dat we onze bestemming hadden bereikt. [...] Ongeveer een half uur later keken we aandachtig toe en wisselden onze ervaringen uit toen Josef plotseling in elkaar zakte, een kogel was door zijn hoofd gegaan, hij was meteen bewusteloos, [...] het bloedverlies was zeer ernstig, we legden Joseph neer, beschermd tegen vijandelijk vuur, hij bleef bewusteloos, we schudden hem de hand, we baden voor hem, we huilden voor hem, hij had alle hulp die aan een persoon kan worden gegeven, het was rond 2 uur 's middags, om 18u30 sloten we de ogen van onze dierbare vriend.
Josef Verfürth wordt eerst begraven in het Ehrenfriedhof Rumbeke-Bergmolen, Graf 407. Tussen 14 en 22 November 1955 wordt zijn lichaam overgebracht naar het Deutscher Soldatenfriedhof Menen, Block C – Graf 1367.
Bronnen 2
Kepser J. W. M., Kriegstagebuch 1915-1917, Josef Verfürth : Flandern - Verdun – Flandern (Dreieich, s.n., 2017). Gebruikte bronnen |
Wegener H., Die Geschichte des 3. Ober-Elsässischen Infanterie-Regiments Nr. 172 (Zeulenroda, Verlag Bernhard Sporn, 1934). Gebruikte bronnen |
Meer informatie 2
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=4bc20dd3-481f-4914-b36f-4defbc4ec70b |
Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge https://www.volksbund.de/erinnern-gedenken/graebersuche-online/detail/93a7885275c70d7a3b29e3b6f8b35ecd |