2nd Lt
Randal Alexander Casson

Informatie over geboorte

Geboortedatum:
11/10/1893
Geboorteplaats:
Chelsea, Surrey, Engeland, Verenigd Koninkrijk

Algemene Informatie

Laatst gekende woonplaats:
Bron-y-garth, Porthmadog, Caernarfonshire, Wales, Verenigd Koninkrijk

Informatie legerdienst

Land:
Engeland, Verenigd Koninkrijk
Strijdmacht:
British Expeditionary Force
Rang:
Second Lieutenant
Dienstneming datum:
01/02/1917
Eenheden:
 —  Royal Welsh Fusiliers, 2nd Bn.  (Laatst gekende eenheid)

Informatie over overlijden

Datum van overlijden:
26/09/1917
Plaats van overlijden:
Black Watch Corner, Zonnebeke, België
Doodsoorzaak:
Killed in action (K.I.A.)
Leeftijd:
23

Begraafplaats

Poelcapelle British Cemetery
Plot: LV
Rij: F
Graf: 12

Onderscheidingen en medailles 2

British War Medal
Medaille
Victory Medal
Medaille

Points of interest 3

#1 Geboorteplaats
#2 Laatst gekende woonplaats
#3 Plaats van overlijden (bij benadering)

Mijn verhaal

Randal Alexander Casson, een oud-leerling, werd op 11 oktober 1893 geboren in Chelsea, Middlesex, Engeland. Hij was de enige zoon van Randal en Lucy Jane Casson. Randal werd opgeleid in Winchester en Christ Church College. Hij maakte deel uit van de ‘University Contingent’ van de ‘Officers' Training Corps’ en begon zijn dienst in het leger in september 1915. Randal diende als Second Lieutenant bij het 2nd Battalion Royal Welsh Fusiliers, onderdeel van de 19th Brigade, van de 33rd Division.

De 33rd Division nam deel aan de Slag om Polygon Wood. Op 26 september 1917 viel ze aan met de 5de Australische Divisie aan hun linkerzijde en de 39th Division aan hun rechterzijde. Het doel van de divisie was een linie die van Joist Farm naar Polderhoek Chateau in het zuiden liep en dan naar het zuidwesten afboog naar de kruising Menin Road-Polygonestraat. De 33rd Division rukte op met de 98th Brigade aan de linkerkant en de 100th Brigade aan de rechterkant. De 19th Brigade werd in divisiereserve geplaatst nabij Bedford House.

De 98th Brigade viel om 5u30 aan maar een Duits spervuur van artillerie kon deze aanval afbreken. Uiteindelijk konden ze zich slechts bij de troepen voegen die de linie bij Black Watch Corner in handen hadden, ver van hun doel. Omdat de aanval mislukte werden troepen van de brigade in reserve naar het front geroepen.

Om 8u15 in de morgen van 26 september 1917 kreeg het 2nd Battalion Royal Welsh Fusiliers orders om de linie die liep van Cameron House tot Reutelbeek aan te vallen en te consolideren. Rond 10 uur 's morgens trokken ze van Sterling Castle naar Black Watch Corner. Ze bereikten deze positie om 11u45, nadat ze ongeveer 15 slachtoffers hadden geleden door granaatvuur. Ze stelden zich op langs de Oude Kortrijkstraat, die langs de zuidkant van Polygon Wood liep. Tegen de middag viel het bataljon in zuidelijke richting aan en veroverde een linie die diagonaal liep van Carlisle Farm tot een punt tussen Jerk House en Cameron House. Ongeveer 120 man sneuvelden tijdens de aanval. Bij het vallen van de avond trok het bataljon zich terug om zich met de Australiërs aan de linkerzijde te verbinden. Deze linie liep ongeveer 200 meter ten zuiden van en parallel aan de Oude Kortrijkstraat, dwars door Jerk House.

Op 27 september 1917 kreeg het bataljon orders om samen met de Australiërs en een compagnie van het 5the Battalion Scotish Rifles de weerstand bij Cameron House en Jut Farm op te ruimen. De aanval was succesvol, er vielen slechts lichte verliezen en er werden 14 gevangenen genomen bij Jut Farm. Die avond werd het bataljon afgelost door het 8th Battalion Yorkshire Regiment. Deze aflossing was om 22.15 uur voltooid.

Randal Alexander Casson, 23 jaar oud, werd op 26 september 1917 in de strijd gedood. Hij stief toen een granaat insloeg in de granaattrechter waar hij, Major Poore en Second Lieutenant Campbell-Colquhoun zich schuilhielden. Alle drie vonden de dood. Frank Richards, de auteur van 'Old Soldiers Never Die' geeft meer details over de dood van Second Lieutenant Casson: "Er was een bolwerk genaamd Black Watch Corner, dat een loopgraaf was naar het noorden, zuiden, oosten en westen. Een paar meter buiten de loopgraaf stond een bunker die het hoofdkwartier van het Bataljon was... De vijand begon nu onze positie zwaar te bombarderen en Majoor Poore en Mr. Casson verlieten de bunker en gingen in een groot granaattrechter zitten waar een diepe, smalle geul in was gegraven. Daar waren ze veiliger dan in een bunker, maar in minder dan een kwartier vloog een houwitsergranaat er recht in en doodde hen beiden. Gedurende de dag vielen er overal granaten rond de pillbox, maar niet één trof hem rechtstreeks." Second Lieutenant Casson werd aanvankelijk begraven bij Black Watch Corner op 28.J.9.d.00.10. Zijn stoffelijk overschot werd op 14 juni 1923 geborgen en geïdentificeerd. Zijn stoffelijk overschot werd opgegraven en bijgezet op de Britse begraafplaats van Poelcapelle, perceel LV, rij F, graf 12.

Bronnen 7

"2nd Lieutenant Randal Alexander Casson RA," Christ Church Fallen Alumni
https://www.chch.ox.ac.uk/fallen-alumni/2nd-lieutenant-randal-alexander-casson-ra
Gebruikte bronnen
19 Brigade: Headquarters (The National Archives, Kew (TNA), British Army war diaries 1914-1922, WO 95/2421/2).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
2 Battalion Royal Welsh Fusiliers (The National Archives, Kew (TNA), WO95/2423/1).
https://www.nationalarchives.gov.uk/
Gebruikte bronnen
Frank Richards, Old Soldiers Never Die (Londen: Faber & Faber, 1933).
Gebruikte bronnen
Gerald Festus Kelly, Second Lieutenant Randal Alexander Casson, 2nd Battalion Royal Welch Fusiliers (Royal Welch Fusiliers Regimental Museum, Caernarfon, 3933).
https://artuk.org/discover/artworks/second-lieutenant-randal-alexander-casson-2nd-battalion-royal-welch-fusiliers-18931917-181513
Gebruikte bronnen
McCarthy Chris, Passchendaele: The Day-by-Day Account (Londen, Unicorn Publishing Group, 2018), 93.
Gebruikte bronnen
Siegfried Sassoon, Memoirs of an Infantry Officer (Londen: Faber & Faber, 1930).
Gebruikte bronnen

Meer informatie 3