Pte
Elisha Andrews
Informatie over geboorte
Geboortejaar: 1885 |
Geboorteplaats: Teignmouth, Devonshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Algemene Informatie
Laatst gekende woonplaats: 10 Boscawen Place, Teignmouth, Devon, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Beroep: Metselaar |
Informatie legerdienst
Land: Verenigd Koninkrijk |
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
Rang: Private |
Service nummer: 11813 |
Dienstneming plaats: Heavitree, Exeter, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Eenheden: — Devonshire Regiment, 1st Bn. (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
Datum van overlijden: 04/10/1917 |
Plaats van overlijden: Cameron House Beselare, België |
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Leeftijd: 32 |
Begraafplaats
Tyne Cot Cemetery Plot: LIX Rij: F Graf: 46 |
Onderscheidingen en medailles 3
1914-15 Star Medaille |
British War Medal Medaille |
Victory Medal Medaille |
Points of interest 5
#1 | Geboorteplaats | ||
#2 | Laatst gekende woonplaats | ||
#3 | Dienstneming plaats | ||
#4 | Plaats van overlijden (bij benadering) | ||
#5 | Sterfteplaats |
Mijn verhaal
Elisha Andrews werd geboren in april 1885 in Teignmouth, Devon, Engeland. Hij was de zoon van Elisha en Eliza Andrews. Elisha had nog 10 andere broers en zussen: John Frederick Andrews (geboren 1873), Florence Eliza Andrews (geboren 1874), Florrie E. Andrews (geboren omstreeks 1876) Maude Annie Andrews (geboren 1876), Thomas William Andrews (geboren 1878), Eleanor Newton Andrews (geboren 1880), Sophie Newton Andrews (geboren 1882), Lilly Beatrice Andrews (geboren 1884), Ethel Amelia Andrews (geboren 1887), Eliza Andrews (geboren 1888) en Mary Ann Netting Andrews (geboren 1893). In 1911 trouwde Elisha met Beatrice Florence (Milton) Andrews. Zij verhuisden naar 10 Boscawen Place, Teignmouth, Devon, Engeland. Samen kregen zij drie kinderen: Beatrice May Andrews (geboren 1912), Reginald E. Andrews (geboren 1913) en Phyllis Andrews (geboren 1915). Elisha werkte als metselaar. In 1915 meldde Elisha zich aan bij het British Expeditionary Force in Heavitree, Exeter, Engeland. Tijdens de oorlog nam Elisha dienst in 1st Battalion Devonshire Regiment (95th Brigade, 5th Division).
Elisha overleed op donderdag 4 oktober 1917, tijdens de Slag bij Broodseinde. Deze slag maakte onderdeel uit van de Slag bij Passendale. Na de succesvolle opmars eind september 1917 bij de Meenseweg en het Polygoonbos werd nu een aanval gepland om de Duitse stellingen op de heuvelrug van Broodseinde en de dorpen Zonnebeke, 's Gravenstafel en Poelkapelle in te nemen.
Tijdens deze slag viel de 5th Division aan met de 13th Brigade en de 95th Brigade. Deze brigade viel aan met het 1st Battalion Devonshire Regiment en het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment; het 1st Battalion East Surrey Regiment was ter ondersteuning en het 12th Battalion Gloucestershire Regiment was in reserve. De Duitse 19th Reserve Division stond op het punt om de 5th Division aan te vallen toen het bombardement begon. Als gevolg hiervan leden de Duitsers veel slachtoffers.
Om 6 am op 4 oktober rukte de 1st Battalion Devonshire Regiment op vanuit hun startposities, die gelegen waren tussen Carlisle Farm en Northampton Farm, om de Duitse stellingen aan te vallen. Het einddoel, de linie tussen Juniper Wood en Poezelhoek, werd bereikt door de linker en rechter compagnieën van het bataljon. Maar door zwaar geweer- en machinegeweervuur van hun rechterzijde in Polderhoek Château werd het bataljon gedwongen terug te vallen op de lijn van Jut Farm naar Polderhoek. Deze linie bevond zich erg dicht bij Cameron House (Beselare), de plaats waar Elisha in de strijd gedood werd. De linie consolideerde zich gedurende de middag en de nacht. Ze konden ook verbinding maken met het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment aan hun linkerzijde en met het 2nd Battalion King's Own Scottish Borderers aan hun rechterzijde.
Om 6 pm rukten Duitsers op voor een tegenaanval in de Reutelbeek Valley ten oosten van Château Wood. De vooruitgeschoven bataljons zonden echter een SOS-signaal uit dat herhaald werd door andere bataljons en de artillerie. Hierdoor slaagden de Duitsers er niet in de posities van de bataljons te bereiken. Een uur later, rond 7 pm, werd echter een gat ontdekt tussen het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment en het 1st Battalion Devonshire Regiment. Dit gat werd toen opgevuld door het 1st Battalion East Surrey Regiment dat opkwam uit de buurt van Cameron House (Beselare). De Duitsers konden in totaal 8 tegenaanvallen lanceren en herwonnen het terrein dat ze verloren hadden op Polderhoek Spur. Bij het vallen van de avond trok de frontlinie langs de westkant van Cameron Covert en net ten westen van Château Wood.
De Slag bij Broodseinde veroorzaakte 311 slachtoffers: 194 militairen raakten gewond, 1 militair raakte gewond en was vermist, 52 militairen raakten vermist, 8 militairen raakten gewond waarvan men geloofde dat ze overleden waren en 56 militairen stierven, waaronder de 32-jarige Elisha Andrews. Zijn lichaam werd gevonden nabij Molenaarelsthoek, in Zonnebeke. Hij ligt herbegraven op Tyne Cot Cemetery (perceel LIX, rij F, graf 46).
Elisha overleed op donderdag 4 oktober 1917, tijdens de Slag bij Broodseinde. Deze slag maakte onderdeel uit van de Slag bij Passendale. Na de succesvolle opmars eind september 1917 bij de Meenseweg en het Polygoonbos werd nu een aanval gepland om de Duitse stellingen op de heuvelrug van Broodseinde en de dorpen Zonnebeke, 's Gravenstafel en Poelkapelle in te nemen.
Tijdens deze slag viel de 5th Division aan met de 13th Brigade en de 95th Brigade. Deze brigade viel aan met het 1st Battalion Devonshire Regiment en het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment; het 1st Battalion East Surrey Regiment was ter ondersteuning en het 12th Battalion Gloucestershire Regiment was in reserve. De Duitse 19th Reserve Division stond op het punt om de 5th Division aan te vallen toen het bombardement begon. Als gevolg hiervan leden de Duitsers veel slachtoffers.
Om 6 am op 4 oktober rukte de 1st Battalion Devonshire Regiment op vanuit hun startposities, die gelegen waren tussen Carlisle Farm en Northampton Farm, om de Duitse stellingen aan te vallen. Het einddoel, de linie tussen Juniper Wood en Poezelhoek, werd bereikt door de linker en rechter compagnieën van het bataljon. Maar door zwaar geweer- en machinegeweervuur van hun rechterzijde in Polderhoek Château werd het bataljon gedwongen terug te vallen op de lijn van Jut Farm naar Polderhoek. Deze linie bevond zich erg dicht bij Cameron House (Beselare), de plaats waar Elisha in de strijd gedood werd. De linie consolideerde zich gedurende de middag en de nacht. Ze konden ook verbinding maken met het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment aan hun linkerzijde en met het 2nd Battalion King's Own Scottish Borderers aan hun rechterzijde.
Om 6 pm rukten Duitsers op voor een tegenaanval in de Reutelbeek Valley ten oosten van Château Wood. De vooruitgeschoven bataljons zonden echter een SOS-signaal uit dat herhaald werd door andere bataljons en de artillerie. Hierdoor slaagden de Duitsers er niet in de posities van de bataljons te bereiken. Een uur later, rond 7 pm, werd echter een gat ontdekt tussen het 1st Battalion Duke of Cornwall's Light Infantry Regiment en het 1st Battalion Devonshire Regiment. Dit gat werd toen opgevuld door het 1st Battalion East Surrey Regiment dat opkwam uit de buurt van Cameron House (Beselare). De Duitsers konden in totaal 8 tegenaanvallen lanceren en herwonnen het terrein dat ze verloren hadden op Polderhoek Spur. Bij het vallen van de avond trok de frontlinie langs de westkant van Cameron Covert en net ten westen van Château Wood.
De Slag bij Broodseinde veroorzaakte 311 slachtoffers: 194 militairen raakten gewond, 1 militair raakte gewond en was vermist, 52 militairen raakten vermist, 8 militairen raakten gewond waarvan men geloofde dat ze overleden waren en 56 militairen stierven, waaronder de 32-jarige Elisha Andrews. Zijn lichaam werd gevonden nabij Molenaarelsthoek, in Zonnebeke. Hij ligt herbegraven op Tyne Cot Cemetery (perceel LIX, rij F, graf 46).
Bronnen 6
1 Battalion Devonshire Regiment war diary (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/1579/3). http://nationalarchives.gov.uk Gebruikte bronnen |
British Army World War I Medal Rolls Index Cards, 1914-1920 (The National Archives, Kew (TNA), WO372). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Census Returns of England and Wales, 1911 (The National Archives, Kew (TNA), RG13). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), p. 109. Gebruikte bronnen |
Soldier's Effects records (National Army Museum, Chelsea (NAM) 1901-60; NAM Accesion Number: 1991-02-333). https://www.nam.ac.uk/ Gebruikte bronnen |
War Office and Air Ministry: Service Medal and Award Rolls, First World War(the National Archives, Kew (TNA), WO 329). https://www.nationalarchives.gov.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461746 |
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=26eda8cc-91c4-40b7-a494-d3d23c62cc85 |
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/58484 |