Pte
Joseph Ashcroft
Informatie over geboorte
|
Geboorteplaats: Northwich, Cheshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
Informatie legerdienst
|
Land: Verenigd Koninkrijk |
|
Strijdmacht: British Expeditionary Force |
|
Rang: Private |
|
Service nummer: 268040 |
|
Dienstneming plaats: Frodsham, Cheshire, Engeland, Verenigd Koninkrijk |
|
Eenheden: — Cheshire Regiment, 1st/6th Bn (Laatst gekende eenheid) |
Informatie over overlijden
|
Datum van overlijden: 31/07/1917 |
|
Plaats van overlijden: Hindu Cottage, België |
|
Doodsoorzaak: Killed in action (K.I.A.) |
Begraafplaats
|
Tyne Cot Cemetery Plot: VI Rij: E Graf: 11 |
Points of interest 3
| #1 | Geboorteplaats | ||
| #2 | Dienstneming plaats | ||
| #3 | Plaats van overlijden (bij benadering) |
Mijn verhaal
Joseph Ashcroft werd geboren in Northwich, Cheshire. Hij was de zoon van James Ashcroft en had een broer, James Ashcroft. Joseph meldde zich aan voor de British Expeditionary Force in Frodsham, Cheshire en diende tijdens de oorlog in het 1/6th Battalion Cheshire Regiment (118th Brigade, 39th Division).
Dinsdag 31 juli 1917 was de start van de Slag bij Pilkem Ridge. Deze slag was de openingsaanval van de Derde Slag bij Ieper, ook wel de Slag bij Passendale genoemd. De strijd begon om 3.50 am wanneer geallieerde kanonnen het vuur openden op Duitse linies en Britse en Franse divisies de Duitsers aanvielen. De Slag is genoemd naar de plaats waar het meest significante succes werd behaald, namelijk over Pilkem Ridge. ’s Middags begon het echter te regenen op het slagveld, waardoor de door granaten beschadigde grond in de volgende dagen een moeras werd. Dit belemmerde de oprukkende troepen waardoor na 3 dagen de geallieerde opmars slechts de helft bedroeg van wat gepland was. De Slag duurde daarom ook maar tot 2 augustus 1917.
Op deze dag viel de 39th Division aan met de 116th en 117th Brigades; de 118th Brigade diende ter ondersteuning. Met behulp van 8 tanks veroverde de divisie Blue Line, van Hinderburg Farm tot dichtbij Cheddar Villa, met weinig moeite. De 118th Brigade viel aan met het 1/6th Battalion Cheshire Regiment, het 1/1st Battalion Hertfordshire Regiment en het 4/5th Black Watch Regiment; het 1/1st Cambridgeshire Regiment diende ter ondersteuning. Al op 30 juli verplaatste het 1/6th Battalion zich om 8.35 pm om hun posities in te nemen in de “X” linies, La Brique, voorafgaand aan de aanval op 31 juli. De verzameling van het bataljon was die dag om 1.30 am voltooid. Tussen 5.30 am en 8 am rukte het bataljon op om rechts aan te vallen. Het bataljon bereikte hun doel om 11.15 am en passeerde St. Julien. Het 4/5th Battalion aan de linkerkant rukte met weinig moeilijkheden op door Kitchener's Wood en over de Steenbeek. Het 1/1st Hertfordshire werd neergehaald door machinegeweervuur. De 118th Brigade rukte echter rechts op naar Von Tirpitz Farm.
Om 12.15 pm werd het 1/6th Battalion gedwongen zich terug te trekken van St. Julien naar de oostelijke oever van Steenbeek met de consoliderende eenheden, vanwege flankeenheden aan de rechterkant die hun doel niet konden bereiken, de blootgesteldheid aan vuur en zware tegenaanvallen van de Duitsers. Dit veroorzaakte verschillende slachtoffers bij de andere eenheden van het bataljon. Ze consolideerden en konden de nieuwe linie, van St. Julien tot Culvert, behouden ondanks verscheidene Duitse beschietingen. Daar werd de Divisie verbonden met de 51st Division.
31 juli 1917 bracht ongeveer 516 slachtoffers met zich mee in het 1/6th Battalion Cheshire Regiment, waaronder Joseph Ashcroft. Hij overleed nabij Hindu Cottage. Joseph ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (perceel VI, rij E, graf 11).
Dinsdag 31 juli 1917 was de start van de Slag bij Pilkem Ridge. Deze slag was de openingsaanval van de Derde Slag bij Ieper, ook wel de Slag bij Passendale genoemd. De strijd begon om 3.50 am wanneer geallieerde kanonnen het vuur openden op Duitse linies en Britse en Franse divisies de Duitsers aanvielen. De Slag is genoemd naar de plaats waar het meest significante succes werd behaald, namelijk over Pilkem Ridge. ’s Middags begon het echter te regenen op het slagveld, waardoor de door granaten beschadigde grond in de volgende dagen een moeras werd. Dit belemmerde de oprukkende troepen waardoor na 3 dagen de geallieerde opmars slechts de helft bedroeg van wat gepland was. De Slag duurde daarom ook maar tot 2 augustus 1917.
Op deze dag viel de 39th Division aan met de 116th en 117th Brigades; de 118th Brigade diende ter ondersteuning. Met behulp van 8 tanks veroverde de divisie Blue Line, van Hinderburg Farm tot dichtbij Cheddar Villa, met weinig moeite. De 118th Brigade viel aan met het 1/6th Battalion Cheshire Regiment, het 1/1st Battalion Hertfordshire Regiment en het 4/5th Black Watch Regiment; het 1/1st Cambridgeshire Regiment diende ter ondersteuning. Al op 30 juli verplaatste het 1/6th Battalion zich om 8.35 pm om hun posities in te nemen in de “X” linies, La Brique, voorafgaand aan de aanval op 31 juli. De verzameling van het bataljon was die dag om 1.30 am voltooid. Tussen 5.30 am en 8 am rukte het bataljon op om rechts aan te vallen. Het bataljon bereikte hun doel om 11.15 am en passeerde St. Julien. Het 4/5th Battalion aan de linkerkant rukte met weinig moeilijkheden op door Kitchener's Wood en over de Steenbeek. Het 1/1st Hertfordshire werd neergehaald door machinegeweervuur. De 118th Brigade rukte echter rechts op naar Von Tirpitz Farm.
Om 12.15 pm werd het 1/6th Battalion gedwongen zich terug te trekken van St. Julien naar de oostelijke oever van Steenbeek met de consoliderende eenheden, vanwege flankeenheden aan de rechterkant die hun doel niet konden bereiken, de blootgesteldheid aan vuur en zware tegenaanvallen van de Duitsers. Dit veroorzaakte verschillende slachtoffers bij de andere eenheden van het bataljon. Ze consolideerden en konden de nieuwe linie, van St. Julien tot Culvert, behouden ondanks verscheidene Duitse beschietingen. Daar werd de Divisie verbonden met de 51st Division.
31 juli 1917 bracht ongeveer 516 slachtoffers met zich mee in het 1/6th Battalion Cheshire Regiment, waaronder Joseph Ashcroft. Hij overleed nabij Hindu Cottage. Joseph ligt begraven op Tyne Cot Cemetery (perceel VI, rij E, graf 11).
Bronnen 3
|
6 Battalion Cheshire Regiment war diary (The National Archives, KEW (TNA), WO 95/2590/3). http://nationalarchives.gov.uk Gebruikte bronnen |
|
McCarthy, Chris. Passchendaele: The Day by Day Account (Londen: Arms & Armour Press, 1995), p. 29-30. Gebruikte bronnen |
|
Soldier's Effects records (National Army Museum, Chelsea (NAM) 1901-60; NAM Accesion Number: 1991-02-333). https://www.nam.ac.uk/ Gebruikte bronnen |
Meer informatie 3
|
Commonwealth War Graves Commission Database https://www.cwgc.org/find-records/find-war-dead/casualty-details/461767 |
|
Namenlijst (In Flanders Fields Museum) https://namenlijst.org/publicsearch/#/person/_id=76a888b7-48e9-498d-814e-f945fde4f246 |
|
Lives of the First World War (Imperial War Museum) https://livesofthefirstworldwar.iwm.org.uk/lifestory/77185 |